06.09.2013 Views

Handleiding techniek.pdf

Handleiding techniek.pdf

Handleiding techniek.pdf

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Openbare Daltonschool Leemvoort<br />

Steuterweg 2a<br />

7054 CJ Westendorp<br />

Datum:23-06-2008<br />

Techniekproject groep 5-6-7-8


<strong>Handleiding</strong> <strong>techniek</strong><br />

Inleiding blz. 3<br />

Theorie blz. 4<br />

- Actief leren blz. 4<br />

- Samenwerkend leren blz. 4<br />

- Ontdekkend leren blz. 4<br />

- Coöperatief leren blz. 4<br />

- Competenties bij <strong>techniek</strong> blz. 5<br />

- Kerndoelen <strong>techniek</strong> blz. 7<br />

- Domeinen <strong>techniek</strong> blz. 9<br />

- Samenstelling van de <strong>techniek</strong>kaart blz. 15<br />

- Literatuurlijst blz. 17<br />

Praktijk blz. 18<br />

- Thema’s en jaarplanning<br />

- Werkwijze blz. 18<br />

- Opdrachtkaarten en differentiatie blz. 18<br />

- Werkplanning blz. 19<br />

- Introduceren en afsluiten blz. 19<br />

- Techniek en topondernemers blz. 19<br />

- Leerlijnen blz. 19<br />

- Hulpmiddelen: blz. 20<br />

planformulier, reflectieschrift, ontwerpschrift, administratielijst<br />

- Totale materialenlijst blz. 21<br />

Bijlage : blz. 26<br />

- Planformulier, registratieblad<br />

Thema 1: Het dondert en het bliksemt blz. 29<br />

- Inhoudthema 1 blz. 30<br />

- Leerlijn ‘in de weer met het weer’ blz. 31<br />

- Werkblad blz. 33<br />

- Leerlijn ‘magnetisme’ blz. 34<br />

- Leerlijn ‘ontwerpen en bouwen tegen weersinvloeden’ blz. 35<br />

Thema 2: De architect blz. 36<br />

- Inhoud thema 2 blz. 37<br />

- Leerlijn ‘metselen’ blz. 38<br />

- Werkblad blz. 40<br />

- Leerlijn ‘het bouwproject’ blz. 41<br />

- Werkbladen blz. 42<br />

Thema 3: De gloeilamp blz. 45<br />

- Inhoud thema 3 blz. 46<br />

- Leerlijn ‘stroomkring 1’ blz. 47<br />

- Leerlijn ‘stroomkring 2’ blz. 49


Thema 4: Spel en speelgoed blz. 50<br />

- Inhoud thema 4 blz. 51<br />

- Leerlijn ‘beweging overbrengen met lucht’ blz. 52<br />

- Leerlijn ‘het produceren van voorwerpen’ blz. 54<br />

- Werkblad blz. 55<br />

Thema 5: De tijdmachine blz. 56<br />

- Inhoud thema 5 blz. 57<br />

- Leerlijn ‘beweging via tandwielen’ blz. 58<br />

- Werkblad blz. 59<br />

- Leerlijn ‘een boodschap overbrengen met geluid of licht’ blz. 60<br />

- Leerlijn ‘overbrengingen’ blz. 61<br />

- Werkbladen blz. 62<br />

Thema 6: Een pakje voor.. blz. 64<br />

- Inhoud thema 6 blz. 65<br />

- Leerlijn ‘drijven en zinken/ opwaartse kracht’ blz. 66<br />

- Werkblad blz. 68<br />

Thema 7: De wereldreis blz. 69<br />

- Inhoud thema 7 blz. 70<br />

- Leerlijn ‘een brug bouwen’ blz. 71<br />

- Werkbladen blz. 72<br />

- Leerlijn ‘tenten bouwen’ blz. 75<br />

- Werkbladen blz. 76<br />

- Leerlijn ‘de bouw van een vliegtuig’ blz. 78<br />

- Werkblad blz. 80<br />

- Leerlijn ‘beelden/ objecten overbrengen’ blz. 81<br />

Thema 8: Het concert blz. 82<br />

- Inhoud thema 8 blz. 83<br />

- Leerlijn ‘geluid in zichtbare trillingen’ blz. 84<br />

- Werkblad blz. 86<br />

- Leerlijn ‘geluid in zichtbare trillingen 2’ blz. 87<br />

- Werkbladen blz. 88<br />

- Leerlijn ‘bewegen met magneten’ blz.100<br />

- Leerlijn ‘lichtenergie’ blz.102


Inleiding<br />

Techniek is in het basisonderwijs een relatief nieuw aandachtgebied.<br />

In de kerndoelen voor het basisonderwijs staat centraal: het verwerven van kennis,<br />

vaardigheden en houdingen om de technische wereld om ons heen te begrijpen en daarin<br />

adequaat te handelen. Kinderen doen dagelijks onbewust en bewust vele technische<br />

ervaringen op. De taak van de leerkracht is om aan te sluiten bij die ervaringen.<br />

Centraal staat de didactiek van <strong>techniek</strong>leren. Je kunt leren over <strong>techniek</strong>, door <strong>techniek</strong> en<br />

met <strong>techniek</strong>. Om dit te verduidelijk wordt hier een voorbeeld beschreven. Het zelf maken,<br />

ontwerpen en testen van een eenvoudige regenmeter is het leren over <strong>techniek</strong>. Techniek<br />

ondersteunt het leren van een leerling als via de regenmeter informatie verkregen wordt om<br />

de gemiddelde regenval te berekenen. Het gaan dan om het leren met <strong>techniek</strong>. Techniek kan<br />

ook een middel zijn om intellectuele capaciteiten te ontplooien. Door het ontwerpen,<br />

analyseren en het oplossen van technische vraagstukken wordt het cognitief handelen<br />

gestimuleerd. Bedenk verklaringen waardoor meetverschillen met de regenmeter ontstaan.<br />

Er wordt geleerd door het gebruiken van <strong>techniek</strong>.<br />

De <strong>techniek</strong>kaarten die zijn ontworpen sluiten deels aan op de wereldoriënterende methode<br />

Topondernemers. De kaarten zijn georganiseerd in 8 verschillende <strong>techniek</strong>thema’s. De<br />

kaarten kunnen worden ingezet op de weektaak.


Theorie<br />

Actief leren<br />

In de kaarten zijn leersituaties uitgekozen waarin kinderen bezig zijn met probleemgerichte<br />

vragen en situaties. Situaties die uit de alledaagse praktijk gehaald zijn. Wanneer een leerling<br />

in een groepje of alleen bezig is met een leersituatie aan de hand van een kaart wordt er van<br />

de leerling gevraagd om zelfontdekkend bezig te zijn. Door dit actieve leren, blijft de kennis<br />

beter hangen. Door de situaties te plaatsen in de alledaagse omgeving kan de leerling zijn<br />

opgedane kennis ook toepassen in de praktijk.<br />

Samenwerkend leren<br />

Bij leren samenwerken, volgens Ebbens (1997) is het doel vaardigheden te ontwikkelen om<br />

een goede samenwerking te realiseren. Het gaat dan, ondanks allerlei verschillende vormen<br />

van samenwerking, in essentie om een afstemming of coördinatie in handelen van<br />

betrokkenen met het oog op een bepaald resultaat. Vaardigheden als sociale en<br />

communicatieve vaardigheden komen in aanmerking om geleerd te worden. Voor een goede<br />

samenwerking is elkaar willen en kunnen begrijpen noodzakelijk. Vereist is dan veelal het<br />

kunnen inbrengen van de eigen opvatting, het naar elkaar luisteren, het bespreken van<br />

verschillen in opvatting en het weten re respecteren van deze verschillen. Het gaat dan om<br />

de vaardigheden als ‘zelf iets vertellen’, ‘goed luisteren’, ‘feedback geven’, ‘empathie tonen’<br />

en ‘met kritiek omgaan’.<br />

Als samenwerken tot doel heeft de leerprocessen te bevorderen, spreken we van<br />

samenwerkend leren.<br />

Bij het werken met de opdrachtkaarten, zal het verdelen van de taken en<br />

samenwerkingsvaardigheden de nodige aandacht vragen. Je kunt hiervoor gebruik maken<br />

van het onderwijsconcept: coöperatief leren. Voor het leren samenwerken geeft het boek van<br />

Förrer (2000) “Coöperatief leren in het basisonderwijs”, bruikbare informatie (zie<br />

literatuurlijst).<br />

Ontdekkend leren<br />

Ontdekkend leren bevindt zicht tussen de leerkrachtgestuurde vorm van overdragend leren<br />

en de leerling-gestuurde vorm van zelfontdekkend leren. Het wordt ook wel begeleid leren<br />

genoemd. In deze vorm leveren zowel leerling als leerkracht ten aanzien van het onderwerp<br />

ideeën, suggesties en informatie. Als de kaarten goed georganiseerd zijn, zal de leerstijl meer<br />

leerling-gestuurd zijn.<br />

Coöperatief leren<br />

Bij coöperatief leren is het van belang dat de kinderen ervaren dat ze net zoals in de echte<br />

samenleving van elkaar afhankelijk en voor elkaar verantwoordelijk zijn. In de technische<br />

beroepspraktijk is altijd sprake van samenwerking met andere mensen.<br />

Techniek kan goed de vorm van coöperatief leren worden ingezet. Leerlingen werken samen<br />

en leren van elkaar. Volgens Förrer (2000) is coöperatief leren belangrijk omdat :<br />

- het kinderen uitdaagt tot actief leren.<br />

- Interactie tussen kinderen stimuleert<br />

- Verschillen tussen kinderen benut als kansen om van elkaar te leren<br />

- Een bijdrage levert aan het realiseren van een goed pedagogisch klimaat.<br />

Bij coöperatief leren werken leerlingen in zorgvuldig samengestelde groepen samen om<br />

problemen op te lossen of een vraagstuk te beantwoorden.<br />

Bij samenwerken heb je altijd een individuele verantwoordelijkheid en een<br />

gemeenschappelijke verantwoordelijkheid.


Competenties <strong>techniek</strong><br />

Technisch handelen<br />

Ontwerpen maken<br />

Idee, Product<br />

Probleem- en/of<br />

vraagstelling<br />

Pendelen tussen idee en product<br />

of proces<br />

Evalueren en<br />

analyseren<br />

Door zelf actief met <strong>techniek</strong> bezig te zijn, krijgt de leerling inzicht in de manier waarop hij<br />

eenvoudige technische problemen kan aanpakken. Zelf maken van <strong>techniek</strong> kan uitgaan van<br />

een open probleemoplossende benadering (ontwerpen) maar kan ook alleen gebaseerd zijn<br />

op een gesloten stappenplan (maken). Om probleemoplossend denken te stimuleren is het<br />

belangrijk dat <strong>techniek</strong>activiteiten niet beperkt blijven tot het volgen van een stappenplan.<br />

Het is belangrijk om kinderen uit te nodigen om actief aan de slag te gaan met het zelf<br />

bedenken van oplossingen voor een gesteld probleem 1.<br />

Door het gebruiken en onderzoeken van producten achterhalen kinderen hoe deze<br />

functioneren en waarom ze zo gemaakt zijn. Het doorzien van allerlei technische principes<br />

leidt ertoe dat kinderen deze vervolgens bij het maken zelf kunnen gebruiken om problemen<br />

op te lossen.<br />

Het reflecteren op het maakproces leert de leerlingen niet alleen hoe een product tot stand<br />

komt, maar maakt ook allerlei consequenties van <strong>techniek</strong> duidelijk: de belangstelling van<br />

ons milieu, de effecten op arbeid en samenleving, het gebruik en misbruik van grondstoffen,<br />

de aspecten van veiligheid van productie en economische belangen.<br />

Door het werken aan de opdrachten worden een aantal technische vaardigheden aangeleerd:<br />

- het uitvoeren van een werkschema (planformulier)<br />

- het maken van een technisch product<br />

- het nateren van gereedschappen<br />

- het onderzoeken van de werking van bestaande technische producten<br />

- onderzoek naar de toegepaste technische principes in bestaande technische<br />

producten<br />

1 bron: Slangen, L., (2005) Techniek: leren door doen Baarn: H Buitgevers<br />

Gebruiken


Het technische proces: ontwerpen, maken en gebruiken<br />

Of het nu gaat om doorleerlingen zelfgemaakte producten of om producten die door<br />

anderen zijn gemaakt, altijd is er sprake van een bepaald <strong>techniek</strong>proces. Er zijn drie fasen te<br />

onderscheiden: ontwerpen, maken en gebruiken 1.<br />

Techniek ontwerpen:<br />

Hierbij oefenen de kinderen hun probleemoplossingvaardigheden. Ze bedenken een<br />

oplossing voor een probleem, maken een technisch product en testen of het werkt.<br />

De technische producten die de kinderen ontwerpen, werken baak niet in één keer. Het is<br />

belangrijk om de technische problemen die de kinderen tegenkomen als leermomenten te<br />

zien. De verleiding is groot om zelf te bedenken en vertellen hoe ze het probleem kunnen<br />

oplossen. Maar het is belangrijk om de kinderen de ruimte te geven om zelf met inventieve<br />

oplossingen te komen. Ze kunnen meteen testen of hun oplossing werkt. Het resultaat<br />

koppelen ze terug naar de leerkracht.<br />

Techniek maken:<br />

Hierbij oefenen de kinderen hun technische vaardigheden, zoals het leren hanteren van<br />

gereedschappen. De opdrachten in deze categorie hebben raakvlakken met het vak<br />

handvaardigheid. Stap voor stap staat beschreven hoe de kinderen een technisch product<br />

moeten maken. Soms wordt er ook gevraagd om zelf een stappenplan te maken om na te<br />

denken over de uitvoering: hoe ga je te werk om het product te maken?<br />

Techniek gebruiken:<br />

Kinderen onderzoeken hoe het product werkt en hoe je het kunt gebruiken. Tijdens deze<br />

opdrachten staat de onderzoekende houding van de kinderen centraal. Ze worden<br />

uitgedaagd om op zoek te gaan naar antwoorden op onderzoeksvragen door zelf te<br />

experimenteren met concrete technische producten.<br />

1 Bouwmeester T., Maak ’t maar! Amsterdam: Meulenhoff educatief bv.<br />

Haarhuis A., Bakkaarten <strong>techniek</strong> voor groep 7/8


Kerndoelen <strong>techniek</strong><br />

Kerndoel 42:<br />

De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en<br />

natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en<br />

temperatuur.<br />

Toelichting<br />

Met behulp van eenvoudige onderzoekjes doen leerlingen kennis op over en ontwikkelen ze inzicht in<br />

eigenschappen van materialen zoals verschillende soorten hout, metaal en kunststof. Hoe gedragen<br />

voorwerpen die hiervan zijn gemaakt zich in water: drijven of zinken ze? Geleiden ze elektriciteit die<br />

door een stroomkring gaat? Zijn ze magnetisch? Laten ze licht door, en voelen ze warm of koud aan?<br />

De leerlingen doen ervaring op met natuurkundige verschijnselen zoals kracht, elektriciteit,<br />

magnetisme en temperatuur.<br />

In andere onderzoekjes kunnen leerlingen verschijnselen als licht en geluid ervaren. Ze ervaren dat<br />

licht afkomstig is van lichtbronnen en dat ze zonder die lichtbronnen niets kunnen zien. Ook leren ze<br />

dat lichtbronnen schaduwen vormen van voorwerpen die ze beschijnen. Met behulp van<br />

muziekinstrumenten leren ze dat geluid hard en zacht kan zijn en dat er verschillende toonhoogten<br />

voorkomen. Ook leren kinderen dat geluid zich door materiaal heen kan voortplanten.<br />

Verantwoording<br />

Kinderen komen in hun dagelijks leven in aanraking met natuurkundige verschijnselen. Op de<br />

basisschool moet een keuze worden gemaakt welke hiervan worden behandeld. In deze leerlijn zijn<br />

slechts een zestal natuurkundige verschijnselen uitgewerkt. Deze selectie is noch bedoeld sturend te<br />

zijn, noch bedoeld volledig te zijn. De beschrijving van de inhoud van de leerlijn dient gezien te<br />

worden als voorbeeld van hoe een natuurkundig verschijnsel opbouwend wordt aangeboden.<br />

In groepen 1 t/m 4 ligt de nadruk op het ervaren van de verschijnselen, zoals de kinderen die<br />

tegenkomen in hun dagelijks leven. In de groepen 5 t/m 8 gaat het er om dat kinderen deze<br />

verschijnselen leren te hanteren in hun dagelijkse bezigheden.<br />

Veel van de als voorbeeld beschreven natuurkundige verschijnselen komen tot uiting in verschillende<br />

materialen. Vandaar dat als insteek is gekozen om met kleine onderzoeken en experimenten<br />

verschillende materialen, en daarmee de natuurkundige verschijnselen, te verkennen. Het<br />

onderzoeken is hierbij een aanbevolen aanpak, omdat dit kinderen de gelegenheid biedt<br />

begripsvorming op te bouwen aan de hand van ervaringen met concrete materialen.<br />

Kerndoel 44:<br />

De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving<br />

relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.<br />

Toelichting<br />

Bij dit kerndoel onderzoeken leerlingen producten uit hun eigen leefwereld die behoren tot de<br />

gebieden constructies, transport, communicatie en productie. Dit kan gebeuren vanuit twee<br />

invalshoeken: vanuit een technisch inzicht (constructie, verbinding, overbrenging, energiebron) of een<br />

materiaal of vanuit een product.<br />

Werkend vanuit de eerste invalshoek kunnen kinderen op een verkennende manier nagaan in welke<br />

objecten in de klas een bepaald materiaal, bijvoorbeeld hout of metaal, voorkomt. Of in welke objecten<br />

ze de stevige driehoeksconstructie kunnen vinden of een scharnierverbinding aanwezig is. Door dit in<br />

kleine groepjes te doen en vervolgens te bespreken met de hele groep ontstaat bij de kinderen een<br />

gemeenschappelijk beeld van technische inzichten en soorten materialen. Deze inzichten kunnen ze<br />

gebruiken als ze producten gaan onderzoeken.


Bij het werken vanuit de tweede invalshoek kunnen kinderen onderzoek doen aan producten, die<br />

direct in de klas voorhanden zijn, zoals stoelen, tafels, kasten, puntenslijpers of rugzakken. Ze<br />

onderzoeken van welke materialen het product is gemaakt en met welke gereedschappen het in elkaar<br />

is gezet. Ze onderzoeken waar het product voor wordt gebruikt, wat het moet kunnen: de functie van<br />

het product. Ze gaan na hoe het werkt en ze bespreken met elkaar de vorm in relatie tot de functie.<br />

Ook zoeken ze uit welke constructies en type verbindingen zijn toegepast en welke energiebron nodig<br />

is om het te laten werken (technische inzichten). Tenslotte kunt u met ze discussiëren over de kwaliteit<br />

van het product. Is het stevig? Kan het voldoen aan de functie? Zou het product verbetert kunnen<br />

worden en hoe?<br />

Verantwoording<br />

Jonge kinderen leren bij het onderzoeken van technische producten verschillende materialen en<br />

technische inzichten (her-)kennen, benoemen en vergelijken en categoriseren. Naarmate kinderen<br />

ouder worden leren ze ook de producten en de toegepaste materialen te beoordelen en te waarderen.<br />

Zo krijgen ze oog voor kwaliteit van producten. Deze onderzoekende aanpak geeft kinderen als<br />

consument mogelijkheden om afgewogen keuzen te maken bij de aanschaf van producten.<br />

Niet in dit kerndoel genoemd, maar wel belangrijk is het om met leerlingen te praten over het nut en<br />

de invloed van producten op de samenleving. Ze gaan daarbij in op de noodzaak en duurzaamheid<br />

van producten en op effecten van producten op de omgeving (gebruik, verbruik en hergebruik van<br />

grondstoffen en energie; vervuiling bij productie (diverse afvalproducten, verwarming van het<br />

oppervlaktewater)). Op dit punt zijn er aanknopingspunten met kerndoel 39 over milieu.<br />

Kerndoel 45:<br />

De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren<br />

en te evalueren.<br />

Toelichting<br />

De kinderen worden door de leraar voor een probleem gesteld of ze hebben zelf een behoefte of<br />

probleem gesignaleerd. In de eerst plaats formuleren ze eisen waar het product aan moet voldoen.<br />

Vervolgens denken en praten de leerlingen met elkaar over mogelijke oplossingen en tot welk(e)<br />

product(en) die oplossingen leiden. Ze kiezen het beste idee uit en tekenen schetsen van het beoogde<br />

product. Ze proberen deeloplossingen uit, waarbij ze al doende onderzoeken welke verbindingen,<br />

constructies, overbrenging en energiebron, materialen en gereedschappen geschikt zijn om een goed<br />

werkend product te maken.<br />

Ze passen de ontwerpschets aan, die steeds gedetailleerder wordt. Deze gebruiken ze bij het maken<br />

van het uiteindelijke product. Bij het maken gebruiken de kinderen materialen en gereedschappen.<br />

Constructies en verbindingen worden toegepast om het geheel vorm en stevigheid te geven. Ze<br />

gebruiken onder andere (tand-)wielen, hefbomen, katrollen en een passende energiebron om iets te<br />

laten (voort)bewegen, besturen, verlichten of geluid te laten maken. Ze testen of evalueren ze het<br />

gemaakte product: voldoet het aan de eisen? Functioneert het zoals ze hadden bedacht? Wordt het<br />

probleem voldoende opgelost? Wat kan er verbetert worden? Tenslotte presenteren ze hun product<br />

aan de rest van de groep.<br />

Verantwoording<br />

Kinderen hebben in hun dagelijks handelen te maken met <strong>techniek</strong>. Techniek op de basisschool richt<br />

zich op elementaire inzichten en vaardigheden die passen in de eigen leefwereld van het kind. Daarbij<br />

wordt rekening gehouden met de ontwikkeling van het kind. In de onderbouw bouwen leerlingen vrij<br />

naar eigen inzicht. De leraar kan wel eisen kan toevoegen waar het bouwwerk aan moet voldoen.<br />

Later leren kinderen meer volgens planning te bouwen. Ze gebruiken dan ontwerpschetsen of<br />

werktekeningen die ze zelf maken. Door kinderen in groepjes te laten werken wordt het denken over<br />

oplossingen, en daarbij het doordenken en bespreken van technische principes gestimuleerd. Omdat<br />

er een beroep wordt gedaan op verschillende vaardigheden (nadenken en doordenken van technische<br />

principes, dit weergeven in ontwerpschetsen, in een groepje werken, inhoudelijk met elkaar praten,<br />

met echte materialen en gereedschappen iets in elkaar zetten) wordt aangesloten bij de eigen talenten<br />

van kinderen en kunnen zij hun talenten verder ontwikkelen. Anderzijds kunnen leraren kinderen


ook stimuleren om juist die activiteit te kiezen, waar ze minder goed in zijn.<br />

Taalvaardigheden spelen een belangrijke rol bij het in groepjes ontwerpen van producten: er vinden<br />

inhoudelijke gesprekken plaats (woordenschat, luisteren naar elkaar), er wordt gediscussieerd en<br />

geredeneerd, misschien wordt informatie opgezocht en er wordt gepresenteerd. Ook wordt een<br />

beroep gedaan op ruimtelijk inzicht, het gebruik van meetinstrumenten, en misschien wordt er met<br />

een product wel gemeten (bijvoorbeeld de hoeveelheid neerslag met een regenmeter) en worden die<br />

gegevens genoteerd.<br />

Bij de keuzen voor de oplossingen kunnen kinderen gebruik ook maken van natuurkundige<br />

verschijnselen als magnetisme en elektriciteit, en heeft zo een relatie met kerndoel 42.<br />

Bij de totstandkoming van het product gebruiken kinderen kant en klare constructiematerialen,<br />

kosteloos materiaal of materialen die ook bij kunstzinnige oriëntatie gebruikt worden. Het gebruik<br />

van materialen en gereedschappen vertoont gelijke tred met de ontwikkeling van vaardigheden om<br />

daarmee om te gaan. Er is op dit punt samenhang met de kerndoelen voor Kunstzinnige oriëntatie.<br />

Evenals in het andere kerndoel voor <strong>techniek</strong> (44) kan bij de reflectie op de producten met de kinderen<br />

worden gesproken over de duurzaamheid van hun product. Is het gemaakt van duurzame<br />

materialen? Is er veel afval te verwachten bij de productie of kan het afval worden gebruikt in andere<br />

producten? Als het product kapot is, wat kan er dan worden hergebruikt? Gebruikt het veel energie?<br />

Ook hier is samenhang met kerndoel 39 over het milieu.<br />

Domeinen <strong>techniek</strong><br />

De citogroep (Schimmel 2002) kiest voor een indeling die de inhouden en competenties in<br />

hun onderlinge samenhang beter duidelijk maakt.<br />

Inhouden<br />

competenties<br />

Hulpmiddelen<br />

(gereedschappen, computers)<br />

Materialen en<br />

materiaaleigenschappen<br />

Technische<br />

principes<br />

Kennis + creativiteit:<br />

ontwerpen van het<br />

product<br />

Toepassen:<br />

Het maken van het<br />

product.<br />

Reflectie:<br />

Analyseren en<br />

evalueren van het<br />

product<br />

De leerling kan: De leerling kan: De leerling kan:<br />

Een ontwerp maken; bij<br />

een ontwerp aangeven<br />

welke hulpmiddelen<br />

nodig zijn.<br />

Bij een ontwerp<br />

aangeven welke<br />

materialen het meest<br />

geschikt zijn<br />

Constructies Constructieprincipes in<br />

een ontwerp opnemen<br />

Overbrengingen Overbrengingen in een<br />

ontwerp opnemen<br />

Uit een aantal<br />

hulpmiddelen de meest<br />

geschikte kiezen en<br />

veilig gebruiken.<br />

Uit een aantal<br />

materialen de meest<br />

geschikte kiezen en<br />

bewerken<br />

Constructieprincipes<br />

toepassen<br />

Overbrengingen<br />

toepassen<br />

Vaststellen welke<br />

hulpmiddelen bij het<br />

maken van het product<br />

gebruikt zijn;<br />

beoordelen of de<br />

gekozen hulpmiddelen<br />

bij de gestelde doelen<br />

passen.<br />

Vaststellen van welke<br />

materialen het product<br />

gemaakt is; beoordelen<br />

of de gekozen<br />

hulpmiddelen bij de<br />

gestelde doelen passen.<br />

Toegepaste<br />

constructieprincipes<br />

herkennen; beoordelen<br />

of de gekozen<br />

materialen bij de<br />

gestelde doelen passen.<br />

Toegepaste<br />

overbrengingen<br />

herkennen;<br />

beoordelen of de<br />

gekozen materialen bij<br />

de gestelde doelen<br />

passen.


Randvoorwaarden:<br />

-functionaliteit<br />

-prijs/kwaliteit<br />

-veiligheid<br />

-duurzaamheid<br />

Besturingen Een besturingssysteem<br />

in een ontwerp<br />

opnemen<br />

Energie<br />

(omzettingen)<br />

SLO<br />

Leerlijnen en tussendoelen<br />

In een ontwerp<br />

aangeven welke<br />

energievormen gebruikt<br />

worden en van welke<br />

energieomzetting sprake<br />

is<br />

Bij het ontwerpen<br />

rekening houden met de<br />

genoemde<br />

randvoorwaarden<br />

Een besturingssysteem<br />

toepassen<br />

Een energievorm<br />

omzetten in een andere<br />

energievorm<br />

Bij het maken rekening<br />

houden met de<br />

genoemde<br />

randvoorwaarden<br />

Vaststellen of er sprake<br />

is van een<br />

besturingssysteem;<br />

De functionaliteit van<br />

het besturingssysteem<br />

beoordelen.<br />

Vaststellen welke<br />

energievorm voor het<br />

maken en eventueel<br />

voor de werking van<br />

een product van belang<br />

is en of energievormen<br />

in elkaar omgezet<br />

worden; beoordelen of<br />

de gekozen energievorm<br />

bij de gestelde doelen<br />

passen.<br />

Het product beoordelen<br />

op de maatschappelijke<br />

implicatie waarbij<br />

economische, politieke<br />

en milieuaspecten<br />

betrokken worden.<br />

Kerndoel 42:<br />

De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen,<br />

zoals licht, geluid, elektriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur.<br />

TULE<br />

Groep 1/2 Groep 3/4 Groep 5/6<br />

Licht<br />

Groep 7/8<br />

Onderscheiden licht<br />

en donker<br />

Onderscheiden<br />

verschillende<br />

geluiden; hard/zacht,<br />

hoog/laag<br />

Onderscheiden donker<br />

en schaduw<br />

- Ordenen geluiden: van<br />

hoog naar laag of van<br />

hard naar zacht<br />

- Onderscheiden klanken<br />

van verschillende<br />

instrumenten: tokkelen,<br />

blazen, aanslaan.<br />

- Licht is afkomstig van<br />

bonnen.<br />

- Licht wordt teruggekaatst<br />

en/of doorgelaten.<br />

Geluid<br />

- Geluid is afkomstig van<br />

bronnen.<br />

- Bouw en materiaal van de<br />

bron bepalen aard van geluid.<br />

elektriciteit<br />

Stroom gaat rond in een<br />

sloten circuit.<br />

- Licht plant zich rechtlijnig<br />

voort<br />

- Licht splitst zich in kleuren<br />

- Licht wordt gebroken.<br />

Geluid plant zich voort, door<br />

materialen heen.<br />

- Sommige materialen geleiden<br />

stroom, andere niet.<br />

- Elektriciteit kan gevaarlijk zijn<br />

voor de mens.<br />

Ervaren de kracht van Ervaren de kracht van<br />

Kracht<br />

Lucht oefent kracht uit (wind, Statische elektriciteit oefent<br />

water (drijven en magnetisme.<br />

geluid, pneumatiek,<br />

kracht uit.<br />

zinken)<br />

luchtband)<br />

Magnetisme<br />

Ervaren dat Onderscheiden - Magnetisme is een Elektrische stroom wekt een


(onderdelen van)<br />

voorwerpen wel of<br />

niet magnetisch zijn.<br />

Ervaren warm en<br />

koud subjectief.<br />

voorwerpen die wel of<br />

niet magnetisch zijn.<br />

Ervaren<br />

temperatuursveranderin<br />

gen.<br />

eigenschap van materialen.<br />

- Magneten hebben een<br />

noord- en zuidpool.<br />

Temperatuur<br />

- Warmte is afkomstig van<br />

bronnen.<br />

- Temperatuur wordt<br />

uitgedrukt in schaal van<br />

Celsius, gebaseerd op 0 ºC<br />

(water bevriest) en 100 ºC<br />

(water kookt)<br />

- alle materialen stollen,<br />

smelten verdampen en<br />

condenseren.<br />

magneetveld op (spoel)<br />

Een bewegende magneet wekt<br />

een elektrische stroom op<br />

(dynamo)<br />

Sommige materialen zijn goede<br />

warmtegeleiders en andere<br />

isoleren juist goed.


Kerndoel 44:<br />

De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving<br />

relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik.<br />

Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 5 en 6 Groep 7 en 8<br />

Materialen en gereedschappen<br />

- Materialen:<br />

- Materialen:<br />

- Materialen: beton, - Materialen:<br />

Soorten metaal, glas, o.a. stoffen, leer, polyester<br />

grondstoffen<br />

plastic, verf, hout, drukinkt,<br />

- Gereedschappen: - Gereedschappen:<br />

papier<br />

elektriciteitsdraad Graafmachine,<br />

Robotica:<br />

- Gereedschappen: -Gereedschappen: schuurpapier, vijl computergestuurde<br />

schaar, zaag, hamer, naaimachine,<br />

soldeerbout<br />

machines,<br />

schroevendraaier boormachine,<br />

lasapparaat, citruspers<br />

decoupeerzaag<br />

Technische inzichten<br />

- Constructieprincipes: - Constructieprincipes: Als groep 3/4+<br />

Als groep 5/6+<br />

Stevigheid, stabiliteit, Profielen,<br />

- verbindingen:<br />

- bewegings- en<br />

evenwicht<br />

driehoeksconstructie Soldeertin, dop met overbrengingsprincipes:<br />

- Verbindingen: - Verbindingen: schroefdraad<br />

Hydraulica,<br />

Lijm, bouten en Pin/gat, genaaid - Bewegings- en pneumatiek<br />

moeren, schroeven, - Bewegings- en overbrengingsprincipes:<br />

passend<br />

overbrengingsprincipes: Sturingsmechanisme<br />

- Bewegings- en Snaar, tandwiel, - Energiebronnen:<br />

overbrengingsprincipes: hefboom, ketting olie, gas en zon<br />

Touw met opwindas, - energiebronnen:<br />

scharnier<br />

- energiebronnen:<br />

Handmatig, wind,<br />

water<br />

elektriciteit<br />

- Gebruik:<br />

- Gebruik:<br />

Producten<br />

- Gebruik:<br />

- Gebruik:<br />

Takelwagen, stoel, Klimrek, schooltas, Piramide, brug, molens, Fax, tv, computer, gsm,<br />

poppenwagen, wip, skelter, hijskraan, gebouw, fiets, auto. handleiding<br />

vlieger, kaas<br />

appelsap<br />

- Vormgeving:<br />

- Vormgeving:<br />

- Vormgeving:<br />

- Vormgeving:<br />

Rollerskates, tandpasta Gerecycled papier,<br />

Kleur, materiaal, vorm, Kleur, materiaal, vorm, - Relatie vorm en skateboard.<br />

substantie van bv. substantie van bv. functie:<br />

- Relatie vorm en<br />

beker.<br />

m&m’s.<br />

Fiets, onderzeeër. functie:<br />

- Relatie vorm en - Relatie vorm en<br />

Vliegtuig, hagelslag<br />

functie:<br />

functie:<br />

Ronde of rechthoekige Schooltas met een of<br />

broodtrommel? meerdere vakken?


Kerndoel 45:<br />

De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren<br />

en te evalueren.<br />

Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 5 en 6 Groep 7 en 8<br />

- Constructies:<br />

- Constructies:<br />

Producten<br />

- Constructies:<br />

- Constructies:<br />

Toren, berenbed, Huis, brug<br />

Middeleeuwse stad, Piramide, robot<br />

paasmandje,<br />

- Transport:<br />

kasteel, vlieger. - Transport:<br />

parkeergarage.<br />

Boot, auto voor - Transport:<br />

Reuzenrad<br />

- Transport:<br />

knuffel, helikopter. Brandweerauto, - Productie:<br />

Hijskraan,<br />

- Productie:<br />

fietszitje voor knuffel Zeep, haargel<br />

poppenwagen,<br />

Kerstkransjes<br />

- Productie:<br />

- Communicatie:<br />

helikopter.<br />

Tandpasta<br />

Stoplicht, etiketten,<br />

- Productie:<br />

- Communicatie: deurbel.<br />

Brood<br />

Pictogrammen<br />

-<br />

-<br />

Materialen<br />

-Constructiematerialen: -Constructiematerialen:<br />

Constructiematerialen: Constructiematerialen: Als groep 3/4 + Kapla en Lego dacta<br />

Houten blokken, Lego Kapla, K’nex en Lego Lego Dacta <strong>techniek</strong> <strong>techniek</strong><br />

soft Bricks, Lego duplo, Dacta.<br />

- Verbruiksmaterialen: - Verbruiksmaterialen:<br />

Constructor, Lasy - Verbruiksmaterialen: Als gorep 3/4 + Als groep 5/6 +<br />

maxi/mini, Junior Als groep 1/2 + Karton, triplex, lampjes, Balkjes, stokjes en<br />

Ingenieur, K’nex. Kranten, stroken koperdraad, elastiek. planken.<br />

- Verbruiksmaterialen: papier, satéstokjes,<br />

Kosteloos materiaal, lollystokjes, meel,<br />

klei, meel, gist, papier. boter, wattenstaafjes,<br />

piepschuim<br />

Schaar, prikpen, Als groep 1/2+<br />

Gereedschappen<br />

Als groep 3/4+<br />

Als groep 5/6+<br />

bakvorm, oven<br />

Nietmachine, mixer, Hamer, figuurzaag Handboor, priem,<br />

deegvormpjes.<br />

schroevendraaier.<br />

Technische inzichten<br />

- Constructieprincipes: - Constructieprincipes: - Constructieprincipes: - Constructieprincipes:<br />

Stapelen, in-verband- Als groep 1/2 + Als groep 3/4<br />

Als groep 5/6<br />

leggen, stabiliteit, Driehoeksconstructie, - Verbindingen: - Verbindingen:<br />

evenwicht, stevigheid. profielen<br />

Als groep 3/4+<br />

Als groep 5/6+<br />

- Verbindingen: - Verbindingen: Lego dacta <strong>techniek</strong>, schroeven<br />

Stapelen (blokken), in Als groep 1/2+ houtlijm, spijkers. - Beweging- en<br />

elkaar passen (lego nietjes<br />

- Beweging- en<br />

overbrengingsprincipes<br />

duplo, K’nex), lijm, - beweging- en overbrengingsprincipes :<br />

tape, houten bouten en overbrengingsprincipe :<br />

Als groep 5/6+<br />

moeren.<br />

s<br />

Als groep 3/4+<br />

besturing (auto),<br />

- beweging- en<br />

Als groep 1/2+ Tandwilen, ketting, bankschroef, hydraulica<br />

overbrengingsprincipes Katrol met touw snaar (fiets, wekker, en pneumatiek.<br />

:<br />

(ophijsen, takelen, wind- en watermolen) - Energiebronnen:<br />

Scharnier (deur, hijskraan)<br />

- Energiebronnen: Als groep 5/6<br />

schaar), hefboom (wip) - Energiebronnen: Als groep 3/4+<br />

opwinden (jojo, tol) Als groep 1/2+ Batterij, zonnecel<br />

- Energiebronnen:<br />

Eigen lichaam, wind en<br />

water, gas, hout<br />

Elektriciteit


Domeinen <strong>techniek</strong><br />

Indelen naar inhoud.<br />

De onderwerpen van de opdrachten zijn allemaal onder te brengen in de vier technische<br />

gebieden voor het basisonderwijs: constructies, transport, communicatie en productie.<br />

Constructie<br />

Bij het gebied constructie gaat het om het maken en onderzoeken van structuren, zoal<br />

huizen, bruggen en torens. Elk product heet een structuur: een unieke combinatie van<br />

vormen, materialen en verbindingen in relatie tot een functie.<br />

Transport<br />

Transporteren is een bewegingactiviteit om mensen, materialen en energie van de ene plaats<br />

naar de andere te brengen. Daarbij worden vervoermiddelen gebruikt die op verschillende<br />

manieren worden aangedreven. Bij transport gaat het dus bijvoorbeeld om auto’s, zeilboten<br />

en waterraketten. Maar ook over beweegbare constructies, waarin bijvoorbeeld wielen en<br />

assen, katrollen, tandwielen hefbomen worden gebruikt. Een indeling kan gericht worden op<br />

transport over land, transport via het water, transport door de lucht, transport in de ruimte,<br />

transport via energie via leidingen.<br />

Productie<br />

Produceren is een activiteit waarbij materialen worden omgezet in bruikbare producten. Bij<br />

dit gebied staat het proces van het maken centraal. Aan de orde komen zowel het handmatig<br />

produceren als geautomatiseerde productielijnen, waarbij producten in serie worden<br />

gemaakt.<br />

Communicatie<br />

Bij communicatie gaat het om het vervoeren van informatie. Een zender stuurt een bepaalde<br />

boodschap (signaal) naar een ontvanger. Vaak worden daarbij technische hulpmiddelen<br />

gebruikt, zoals mobiele telefoons en computers.<br />

Er is geen scheiding tussen de genoemde technische gebieden. De meeste technische<br />

producten zijn onder te brengen in meerder gebieden tegelijk.


Thema- en<br />

groepsaanduiding<br />

Verantwoording<br />

Ontwikkelde <strong>techniek</strong>kaarten<br />

Thema Titel<br />

Groep<br />

Materiaal- en<br />

gereedschapgebruik,<br />

werkbladen en<br />

formulieren.<br />

Kinderen kunnen<br />

zelf de materialen<br />

regelen, maar ook<br />

materialen<br />

toevoegen. De lijst<br />

is niet altijd<br />

compleet.<br />

Inleidend verhaal<br />

Materialen<br />

• X<br />

• X<br />

Foto/ afbeelding<br />

Inleiding om het onderwerp<br />

op de kaart te introduceren<br />

passend in het thema<br />

Een informatief<br />

weetje over het<br />

onderwerp om iets<br />

te weten te komen.<br />

Leuk om te<br />

onthouden.<br />

De opdracht<br />

De eisen<br />

Stappenplan:<br />

Duidelijke stappen die de kinderen kunnen denkbeeldig<br />

afvinken;<br />

De fasen ontwerpen, maken en gebruiken worden hier in<br />

verwerkt.<br />

o Stap 1:<br />

o Stap 2:<br />

o Stap 3:<br />

Om duidelijk aan te<br />

geven wat er<br />

verwacht word van<br />

het kind (lesdoelen),<br />

zijn er gestelde<br />

doelen opgesteld om<br />

een kind een<br />

stimulering te geven<br />

voor het<br />

probleemoplossend<br />

denken.<br />

Indicatie<br />

tijdsaanduiding<br />

lange/korte opdracht<br />

Een zelfinstruerende<br />

aanpak, om kinderen<br />

structureel met een<br />

opdracht te laten<br />

werken.<br />

Individueel of<br />

samenwerking


Informatieve tekst.<br />

Informtie over het<br />

technische onderwerp,<br />

toegepast in andere<br />

situatie. De leerling kan<br />

een koppeling maken om<br />

de <strong>techniek</strong> toe te passen<br />

in andere situaties.<br />

Ruimte voor de<br />

mogelijkheid om stappen<br />

uit het stappenplan uit te<br />

werken.<br />

Ook staan hier de testen<br />

op om het gemaakte<br />

product te gebruiken.<br />

Hieraan gekoppeld zit het<br />

onderdeel ‘verbetering’.<br />

Terugkoppelen naar het<br />

product.<br />

nabespreking<br />

Met behulp van vragen<br />

kan de leerling<br />

terugkoppelen<br />

(analyseren en evalueren)<br />

naar het proces en/of<br />

product.


Boeken:<br />

Literatuurlijst<br />

Bouwmeester T., Maak ’t maar! (1 e druk) Amsterdam: Meulenhoff educatief bv.<br />

Bouwmeester. T., Doornekamp. G & Kleingeld. R. (2001) Ontwerpen en maken, Groningen:<br />

Wolters Noordhoff<br />

Bussel F. van & Koerkam E. groot, (1999) Leefwereld natuuronderwijs en <strong>techniek</strong> voor de basisschool,<br />

Houten: Wolters-Noordhoff bv<br />

Ebbens S, Ettekoven S. & Rooijen J. van, (1997) Samenwerkend leren, Groningen: Wolters-<br />

Noordhoff<br />

Förrer M, Kenter B. & Veenman S. (2000) Coöperatief leren in het basisonderwijs, Amersfoort:<br />

CPS, onderwijsontwikkeling en advies<br />

Haarhuis A., (2007) Bakkaarten <strong>techniek</strong> voor groep 7/8, Malmberg<br />

Haarhuis A. & Kersbergen C. (2001) Natuuronderwijs inzichtelijk (2 e druk)<br />

Bussum: Coutinho bv<br />

Slangen L. (2005) Techniek: leren door doen (1 e druk, 1 e oplage) Baarn: H Buitgevers<br />

Vries W. de & Westerduin M. (2005) Topondernemers het andere zaakvakonderwijs, Rijssen: Heutink<br />

Internetsites:<br />

www.encyclopedoe.nl<br />

www.jouw<strong>techniek</strong>.nl<br />

www.ontdekplek.nl<br />

www.optitec.nl<br />

www.praktische<strong>techniek</strong>.nl<br />

www.proefjes.nl<br />

www.technika10.nl<br />

www.<strong>techniek</strong>coach.nl<br />

www.<strong>techniek</strong>indebasisschool.nl<br />

www.<strong>techniek</strong>injeklas.nl<br />

www.<strong>techniek</strong>torens.nl<br />

www.technopolis.nl<br />

www.tule.slo.nl<br />

www.programmavtb.nl<br />

Artikelen:<br />

SLO, (2006) tussendoelen & leerlijnen. Verkregen op 5 november 2007. van<br />

http://tule.slo.nl/index.html


Praktijk<br />

Thema’s en jaarplanning<br />

Er zijn 8 thema’s die een doorlopende leerlijn hebben voor de groepen 5/6 en 7/8. De<br />

thema’s bevatten enkele opdrachtkaarten voor beide groepen, die uitgebreid kunnen<br />

worden. De kaarten uit de verschillende jaargroepen sluiten aan op elkaar, doordat er een<br />

opbouw in de leerlijnen zitten. De groepen kunnen tegelijkertijd in dezelfde periode aan<br />

hetzelfde thema werken. Binnen deze werkwijze is het mogelijk om een kind of een groep<br />

kinderen op eigen niveau te laten werken. De opdrachtkaarten zijn vakoverstijgend. De<br />

opdrachten worden altijd ingestoken vanuit het vak <strong>techniek</strong>. Van daaruit kan verbanden<br />

worden gelegd met de biologie, natuurkunde en weerkunde.<br />

Per schooljaar worden 4 thema’s van een aantal weken doorgewerkt. Daarbij is de<br />

tijdsinvestering afhankelijk van de keuzes die de school maakt.<br />

Er kan worden gewerkt met een cyclus van twee jaar. Kinderen krijgen dus binnen vier jaar<br />

twee keer hetzelfde thema aangeboden, maar wel met verschillende opdrachtkaarten.<br />

Hieronder volgt een mogelijke overzicht van de thema’s verdeeld over twee schooljaren.<br />

Uiteraard kan de school ook zelf bepalen in welke periode een thema aan de orde komt.<br />

Thema’s schooljaar 1 Thema’s schooljaar 2<br />

Het dondert en het bliksemt De gloeilamp<br />

De architect Spel en speelgoed<br />

De tijdmachine Een pakje voor…<br />

De wereldreis Het concert<br />

Werkwijze<br />

De opdrachtkaarten zijn op verschillende manieren in te zetten:<br />

1. Naar groeperingvorm<br />

Er zijn duo-opdrachten of individuele opdrachten. De duo-opdrachten kunnen in<br />

sommige gevallen ook alleen uitgevoerd worden. De individuele opdrachten zijn<br />

soms ook geschikt om in tweetallen uit te voeren.<br />

2. Naar activiteit en werkvorm<br />

3. Naar leerdoel<br />

Er zijn leerdoelen op de opdrachtkaarten weergegeven en in de bijbehorende<br />

leerlijnen. Per thema staan deze in een overzicht vermeld. Ook is in het overzicht het<br />

eindproduct en het leergebied te vinden.<br />

De opdrachtkaarten zijn zoveel mogelijk zelfinstruerend, zodat kinderen zelfstandig kunnen<br />

werken in tweetallen of individueel. De opdrachtkaarten zijn inzetbaar als dag- of weektaak.<br />

Opdrachtenkaarten en differentiatie<br />

Binnen een thema zijn er opdrachtkaarten voor de leerjaren groepen 5/6 en voor de leerjaren<br />

groepen 7/8. De meeste kaarten sluiten met behulp van een leerjaar op elkaar aan.<br />

De kaarten kunnen leerjaardoorbrekend worden ingezet. Bijvoorbeeld de opdrachtkaarten<br />

van de groepen 5/6 kunnen door de leerlingen van groepen 7/8 gemaakt worden en


andersom. Het gezamenlijk werken aan een thema in dezelfde periode in de groepen 5 t/m 8<br />

kan het differentiëren bevorderen. Daarnaast bieden de opdrachten de mogelijkheid om te<br />

kiezen voor groeperingvorm, werkvorm of activiteit. Zo kunnen bijvoorbeeld de duoopdrachten<br />

de duo’s heterogeen worden samengesteld.<br />

Werkplanning<br />

De kinderen gaan niet zonder meer aan het werk. Voordat ze met een opdrachtkaart<br />

beginnen beraden ze zich (alleen of als groep) onder andere over de opdracht, de<br />

samenwerking en het resultaat. Na afloop van de opdracht evalueren ze dit. Hiervoor kan<br />

gebruik gemaakt worden van een stappenplan of een plankaart (zie planformulier en<br />

plankaart). Afhankelijk van de ervaring en zelfstandigheid van de groep kan de leerkracht in<br />

eerste instantie gezamenlijk of in kleine groepjes oefenen met het invullen van een<br />

stappenplan.<br />

Thema’s introduceren en afsluiten<br />

Het werken met een thema vraagt de nodige voorbereiding. Per thema staat in de<br />

handleiding welke materialen en middelen kunnen worden ingezet. In het themaoverzicht<br />

staan de werkbladen vermeld. Het is verstandig om zelf van te voren de werkbladen en<br />

internetsites van een thema te bekijken. De internetsites staan vermeld op de leerlijnen.<br />

Voor een boekencollectie kan de bibliotheek worden benaderd. Zij hebben themacollecties<br />

die meestal vroegtijdig moeten worden aangevraagd. Uit de suggesties voor de introductie<br />

en afsluiting van het thema kunnen keuzes worden gemaakt.<br />

Introductie<br />

Bij de introductieles staan de leervragen en leerbedoelingen centraal. Het gaat er vooral om:<br />

wat weten de kinderen al? Wat lijkt ze interessant om te leren?<br />

Als de voorkennis is geactiveerd, zijn de kinderen beter in staat gerichte vragen te stellen.<br />

Om leerlingen actief bij het onderwerp te betrekken en mee te laten doen, zijn ook<br />

verschillende samenwerkingsvormen in te zetten. Deze werkvormen zijn o.a. te vinden in<br />

het boek ‘coöperatief leren in het basisonderwijs’.<br />

Techniek en Topondernemers<br />

De <strong>techniek</strong>kaarten kunnen gekoppeld worden aan Topondernemers. We hebben gebruik<br />

gemaakt van opdrachtkaarten, dat overeen komt met Topondernemers. De onderwerpen<br />

van de kaarten en thema’s kun je toevoegen aan de thema’s en/of kaarten van<br />

Topondernemers. Kinderen die over een bepaald wereldoriënterend onderwerp meer willen<br />

weten op technisch gebied, kunnen gebruik maken van de <strong>techniek</strong>kaarten. In de leerlijnen<br />

van de <strong>techniek</strong>kaarten kun je signaleren welke thema’s en kaarten aansluiten bij de<br />

ontwikkelde <strong>techniek</strong>kaarten.<br />

Leerlijnen<br />

Bij de opzet van de opdrachtkaarten voor de midden- en bovenbouw is gebruikt gemaakt<br />

van een eigen ontwikkelde <strong>techniek</strong>leerlijn, dat is afgeleidt van de leerlijnen van het slo en de<br />

citogroep. De leerlijn gaat uit van een onderwijsaanbod waarbij leerlingen zich steeds meer<br />

ontwikkelen ten aanzien van de gestelde doelen met betrekking tot de technische gebieden,<br />

procesvaardigheden en technische kennis en inzichten.


Hulpmiddelen<br />

Om de kaarten succesvol in te zetten kun je gebruik maken van verschillende hulpmiddelen<br />

om leerlingen hulp en ondersteuning te bieden bij de <strong>techniek</strong>kaarten. Daarnaast zijn er<br />

hulpmiddelen voor de leerkracht om georganiseerd en overzichtelijk te werken met de<br />

<strong>techniek</strong>kaarten. Hieronder worden suggesties te geven om ondersteuning te bieden bij de<br />

opdrachtkaarten.<br />

Voor de leerlingen:<br />

Planformulier<br />

In de bijlage bevind zich het planformulier.<br />

Dit hulpmiddel geeft de leerling een structurele aanpak van de opdracht. De leerling<br />

moet bewust nadenken a.d.h.v. vragen over de opdracht en de werkwijze. Zo<br />

voorkom je dat leerlingen zomaar wat doen of niet goed weten wat ze moeten doen.<br />

Kinderen kun je met dit formulier een houding aanleren, waarbij ze eerst goed<br />

nadenken over hun werkaanpak. Dit stimuleert ook het probleemoplossend denken.<br />

Reflectieschrift<br />

Om goed en efficiënt gebruik te maken van de reflectieonderdeel op de kaart, is het<br />

belangrijk dat kinderen een schriftje o.i.d. hebben waarin ze kunnen noteren wat van<br />

hen gevraagd word. In het schriftje kan de leerling de datum, de kaartnummer + titel<br />

opschrijven met daaronder de gestelde vragen en antwoorden. De leerling word<br />

bewust van zijn/haar eigen handelen. Daarnaast kan de leerling het reflectieschriftje<br />

gebruiken als bewijslast voor zijn/haar ontwikkelingen, om vervolgens eventueel te<br />

plaatsen in zijn/haar portfolio.<br />

Ontwerpschrift<br />

Bij <strong>techniek</strong> is het belangrijk om kinderen te laten ontwerpen. Ontwerpen lukt niet<br />

zomaar. Het is belangrijk hierin de leerlingen te begeleiden. Het vraagt van de<br />

leerlingen verzorgd en duidelijk te werken. Om kinderen te laten ontwerpen, is het<br />

aan te raden een ontwerpschriftje/klapper te gebruiken. Geef de leerlingen<br />

ruitjespapier (groot en/of klein formaat) om hen te begeleiden zorgvuldig te<br />

ontwerpen. In de bovenbouw kan worden gericht op in verhouding tekenen en op<br />

schaal.<br />

Voor de leerkracht<br />

Administratielijst<br />

In de bijlage is een overzichtelijke lijst gemaakt, waarop u de gegevens van leerlingen<br />

kunt noteren. Je kunt zo zien welke <strong>techniek</strong>kaarten er in gebruik zijn door de<br />

leerlingen of welke <strong>techniek</strong>kaarten door de leerkracht aan een leerling zijn<br />

gekoppeld.<br />

Daarnaast is er ruimte vrij voor opmerkingen. Hierin kunt u noteren hoe de leerling d<br />

kaart heeft ervaren, de prestaties, etc.


Thema kaarten groep 5-6 Materialen Gereedschappen<br />

1. Het bliksemt en het dondert! Geel<br />

1. In de weer met wind<br />

2. Aantrekken en afstoten<br />

3.<br />

4.<br />

2. De architect. Blauw<br />

1. Metselverbanden<br />

2. Aanzichten van een huis<br />

3.<br />

4.<br />

3. De gloeilamp. Oranje<br />

1. Stalen zenuwen (stroomkring)<br />

2. Het electrospel (stroomkring)<br />

3.<br />

4.<br />

4. Spel en speelgoed. Groen<br />

1. Monster met bewegende bek (via een<br />

ballon)<br />

2. Poppen (productie)<br />

3.<br />

4.<br />

Werkblad: ‘in de weer met<br />

wind’<br />

Tekenpapier<br />

Knutselmaterialen<br />

Lijntjes papier<br />

Staafmagneet<br />

Naald<br />

Vel kurk<br />

Doorzichtig plastic bakje<br />

met deksel<br />

Water<br />

Houten bouwblokjes<br />

Kranten<br />

Plakband<br />

Werkblad ‘Metselverband’<br />

en ‘Bouw je eigen huis’<br />

Zand, bloem, water<br />

Platte batterijen<br />

Punaises<br />

Verschillende kleuren<br />

stroomdraden<br />

Schilderstape<br />

Lampje<br />

Metaaldraad<br />

Stekkertjes<br />

Fitting<br />

Aluminiumfolie<br />

Houtlijm<br />

Paperclips<br />

Electrospel<br />

Splitpennen<br />

Karton<br />

Lijm<br />

Knutselmaterialen<br />

Ballonen<br />

Knutselpapier<br />

Werkblad ‘poppen in<br />

productie’<br />

Splitpennen<br />

Stiften<br />

Karton<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Keukenmes<br />

Kompas<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Liniaal<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Buigtangetje<br />

Holpijpje<br />

Hamer<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Perforator<br />

Scharen


5. De tijdmachine. Grijs<br />

1. Berichten op afstand. (communicatie)<br />

2. We staan stil bij de tijd. (tandwielen)<br />

3.<br />

4.<br />

6. Een pakje voor…… rood<br />

1.<br />

2. Met de boot<br />

3.<br />

4.<br />

7. De wereldreis. Paars<br />

1. Een stevige brug bouwen (constructie)<br />

2. Vliegen is een kunst (stroomlijn en<br />

balans)<br />

3. Tent bouwen (constructie)<br />

4.<br />

Een stuk draad/ touw van<br />

+/- 15 meter<br />

Plastic bekers<br />

Internet<br />

Papier<br />

Werkblad ‘bewegen gaat<br />

niet vanzelf’<br />

Dekseltjes in verschillende<br />

maten<br />

Golfkarton<br />

Spijkers<br />

Lijm<br />

Grondplaat van hout<br />

K’nex<br />

Wekker<br />

Werkblad ‘bouw je eigen<br />

vrachtboot’<br />

Karton<br />

Aluminiumfolie<br />

Plasticine<br />

Gewichten of knikkers<br />

Bak met water<br />

Toiletrollen<br />

Plakband<br />

Satéprikkers<br />

Plastic tas<br />

Drinkpak van melk of sap<br />

Lijm<br />

Stencil met plaatjes van<br />

verschillende tenten<br />

A-4 papier<br />

Lijm<br />

Boeken of blokken<br />

Satéprikkers<br />

Elastiekjes<br />

Vouwblaadjes<br />

Paperclips<br />

Karton<br />

Meetlint<br />

Rietjes<br />

Lijm<br />

Nylondraad<br />

Werkblad ‘ontwerp je eigen<br />

propeller’<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Liniaal<br />

Prikpen


8. Het concert. Roze<br />

1. Geluiden…..<br />

2. Maestro muziek! (trillingen van snaren)<br />

3.<br />

4.<br />

Ballonnen<br />

Wekker<br />

Touw<br />

Lepel en vork<br />

Rolmaat<br />

Tafels<br />

Plastic folie<br />

Radio<br />

Rijst<br />

Schaal<br />

Lucifers<br />

Enkele dezelfde glazen<br />

Enkele dezelfde wijnglazen<br />

Water<br />

Elastiekjes<br />

Luciferdoosje<br />

Glazen potje<br />

Werkblad ‘muziek in<br />

elastiek’<br />

Houten<br />

Spijkers<br />

Verf<br />

Houtlijm<br />

Oogjes<br />

Snaren/nylondraad<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Hamer<br />

Kwasten


Themakaarten groep 7/8 Materialen Gereedschappen<br />

1. Het bliksemt en het dondert! Geel<br />

1. De zon als klok<br />

2.<br />

3. De tuinkas (broeikaseffect)<br />

4.<br />

2. De architect. Blauw<br />

1. De metselaar<br />

2. Bouwtekeningen<br />

3.<br />

4.<br />

3. De gloeilamp. Oranje<br />

1. Verlichting in de stad (stroomkring)<br />

2.<br />

3.<br />

4.<br />

4. Spel en speelgoed. Groen<br />

1. Griezelspin (transport lucht)<br />

2. Spel monopoly (communicatie)<br />

3.<br />

4.<br />

Stevig karton<br />

Rond voorwerp met<br />

diameter ± 30cm<br />

Horloge<br />

Schoenendoos<br />

Potgrond<br />

Ijzerdraad<br />

Huishoudfolie<br />

Bloempotjes<br />

Plantenzaden<br />

Ruitjespapier<br />

Internet<br />

Lego<br />

Bakstenen<br />

Metselspecie: cement zand,<br />

water<br />

Mengbak<br />

Maatbeker<br />

Onderlegger<br />

Werkblad ‘oude gebouwen’<br />

Ruitjes papier<br />

Knutselmaterialen<br />

Spandraad<br />

Platte batterij<br />

Lampje<br />

Fitting<br />

2 meetsnoeren<br />

2 splitpennen<br />

Melkpak<br />

Karton<br />

Internet<br />

Melkpak<br />

Stevig karton<br />

Spuiten<br />

Slangetje<br />

Knutselmaterialen<br />

Dun ijzerdraad<br />

Splitpennen<br />

Internet<br />

Monopolyspel<br />

Ruitjespapier<br />

Verf<br />

Stiften<br />

Lijm<br />

Geodriehoek<br />

Schaar<br />

Teken-/schrijfmaterialen<br />

Liniaal<br />

Kompas<br />

Plakband<br />

2 Houten mengspatels<br />

Troffel<br />

Waterpas<br />

Liniaal<br />

Striptang<br />

Kniptang<br />

Nietmachine<br />

Schaar<br />

Prikpen<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Nietmachine<br />

Handboor<br />

Kniptang<br />

Buigtang<br />

Lijmpistool en patronen


5. De tijdmachine. Grijs<br />

1.<br />

2.<br />

3. Katapult (constructie, overbrenging)<br />

4.<br />

6. Een pakje voor…… rood<br />

1. De fiets onder de loep (tandwielen)<br />

2. Post over water (transport)<br />

3.<br />

4.<br />

7. De wereldreis. Paars<br />

1. De brug<br />

2.<br />

3. Een stevige tent voor op vakantie<br />

4. Camera voor vakantiekiekjes<br />

(communicatie)<br />

8. Het concert. Roze<br />

1.<br />

2.<br />

3. Dansen (bewegen mbv elektromagneet)<br />

4. Spotlights (licht)<br />

Werkblad<br />

Ruitjespapier<br />

Grote en kleine Elastiekjes<br />

Hout<br />

Touw<br />

Houtlijm<br />

Ruitjes papier<br />

Ballonnen<br />

Watertafel<br />

Knutselmaterialen<br />

Piepschuim<br />

Melkpak<br />

Werkblad ‘de brug’<br />

Splitpennen<br />

Rietjes<br />

5 speelgoedautootjes<br />

Papier<br />

Kranten<br />

Plakband<br />

Meetlint<br />

Een aantal stevige takken<br />

Ruitjes papier<br />

Keukenrol<br />

Wc rollen<br />

Overtrekpapier<br />

Aluminiumfolie<br />

Elastiekjes<br />

Punaises<br />

Stalen grote spijker<br />

Stroomdraad +/- 1 meter<br />

Platte batterij<br />

Krokodillenklemmen<br />

Papier/karton<br />

Paperclips<br />

Schoenendoos<br />

IJzerdraad<br />

Elastiekje<br />

Drukknopje<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Liniaal<br />

Figuurzaag<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schrijf-/tekenmaterialen<br />

Schaar<br />

Liniaal<br />

Striptang<br />

Stanleymes<br />

Schroevendraaier


Het doel is:<br />

Ik maak een…./ wij maken een…<br />

Gereedschap:<br />

Ik/wij heb(ben) het volgende gereedschap nodig:<br />

De informatiebronnen zijn:<br />

Stap 1:<br />

Stap 3:<br />

Planformulier<br />

De aanpak<br />

(hoe ga ik/gaan wij te werk…)<br />

De taakverdeling<br />

(wie gaat wat doen?)<br />

Materiaal:<br />

Ik/wij heb(ben) de volgende materialen nodig:<br />

Stap 2:<br />

Stap 4:


Registratieblad voor de leerkracht<br />

Naam leerling Nummer<br />

kaart<br />

Datum Opmerkingen


Thema 1: Het dondert en het bliksemt!<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. In de weer met Duo Een windmeter 42 Communicatie,<br />

het weer<br />

transport,<br />

2. Aantrekken en Duo Een kompas 42 Communicatie,<br />

afstoten<br />

transport<br />

1. De zon als klok Duo<br />

Kaarten groep 7/8<br />

Zonnewijzer<br />

ontwerpen, maken<br />

en gebruiken<br />

42 Communicatie,<br />

transport,<br />

constructie<br />

2.<br />

3. De tuinkas Duo Kas met plantjes 42 Communicatie,<br />

transport<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. het weer, broeikaseffecten en magnetisme.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

-<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over het weer<br />

Praatplaat over het weer<br />

Vakantieverhalen<br />

Een weerbericht analyseren<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen die kan vertellen over het weer<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.


Deelgebied: Constructie<br />

Thema: Het dondert en het bliksemt! Leerlijn: In de weer met het weer<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan onderzoeken hoe<br />

een windmeter werkt. Ze<br />

ontwerpen een eigen<br />

windmeter gemaakt van papier,<br />

karton, bekertjes en ander<br />

knutselmaterialen. Tot slot<br />

bouwen ze de windmeter na.<br />

Doel - De lln weten dat wind<br />

bewegende lucht is.<br />

- De lln weten dat je<br />

windsnelheid kunt meten.<br />

- De lln kunnen in een<br />

werktekening duidelijk maken<br />

wat ze gaan maken.<br />

- De lln kunnen een windmeter<br />

maken met behulp van<br />

knutselmaterialen.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Constructie: de lln ervaren dat<br />

je windsnelheid kunt meten, de<br />

kinderen leren welk instrument<br />

dat kan en hoe dat werkt. De<br />

lln ervaren dat je met<br />

knutselmaterialen een<br />

eenvoudige<br />

windsnelheidsmeter kunt<br />

maken.<br />

Thema: Water, aarde, lucht en<br />

vuur. Kaart 11: Woei, woei,<br />

woei.<br />

Andere vakken<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: windmeter, filmpje:<br />

De lln gaan een zonnewijzer<br />

maken m.b.v. verschillende<br />

materialen om de tijd van de<br />

dag te bepalen.<br />

- De lln ervaren hoe een<br />

zonnewijzer in elkaar zit.<br />

- De lln onderzoeken de<br />

werkwijze van een<br />

zonnewijzer.<br />

- De lln oefenen met het<br />

gebruik en aflezen van een<br />

geodriehoek.<br />

- De lln leren onderzoek doen<br />

naar natuurkundige<br />

verschijnselen licht.<br />

Constructie: de lln leren<br />

onderzoek te doen naar de<br />

opbouw van een zonnewijzer.<br />

Groep 5/6 thema Wereld in het<br />

klein – kaart 6: De tijd<br />

www.teleblik.nl<br />

zoek op ‘zonnewijzer’


Nieuws uit de natuur,<br />

aquarium. Start filmpje op<br />

14.53. Test kees.<br />

Zoekwoord: het weer, filmpje:<br />

Dossier: het weer.<br />

Bronnen ‘Leefwereld’ groep 6 les 14<br />

‘Maak het maar’ middenbouw<br />

les 2<br />

www.brouwersdam.nl<br />

www.dedigitaleschooltuin.nl<br />

www.mieliestronk.com<br />

Titel: ‘Hoe wist men in de<br />

oudheid hoe laat het was?’<br />

Duur: 1.55 minuten<br />

Schooltv/beeldbank: ‘Dag en<br />

Nacht’<br />

Titel: Waarom is het ’s winters<br />

langer donker?<br />

Duur: 1.59 minuten<br />

Malmberg Techniek – kaart 24<br />

Wikepedia<br />

www.de-zonnewijzerkring.nl


Thema: Het dondert en het bliksemt!<br />

Groep: 5/6 korte opdracht<br />

Overal om ons heen is lucht. Je kunt lucht niet<br />

zien en ook niet beetpakken. Lucht zit in de klas<br />

en in je kastje. Lucht kun je ook ergens in blazen<br />

of inpompen, zoals in een ballon of een fietsband.<br />

Met deze kaart ga je een windmeter maken.<br />

Materialen<br />

• Lijntjes papier en een pen Schaar<br />

• Lijm<br />

• Werkblad<br />

• Tekenpapier en potlood<br />

• Knutselmaterialen<br />

…… waar lucht is kan niks<br />

anders zijn! Lucht kan<br />

water dus verdringen!!!!<br />

De opdracht:<br />

Met deze kaart gaan jullie een windmeter maken, van lichte<br />

materialen.<br />

De eisen:<br />

• Jullie moeten een werktekening maken.<br />

• De windmeter moet licht zijn en gemakkelijk te<br />

vervoeren.<br />

• De windmeter moet bewegende delen bevatten.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: kijk naar het plaatje op de achterkant van deze<br />

kaart. Hier zien jullie een echte windmeter en een eigen<br />

gemaakte windmeter. Probeer met behulp van de plaatjes<br />

uit te leggen hoe een windmeter werkt. Schrijf dit ook<br />

op. ⇒<br />

o Stap 2: jullie gaan zelf een windmeter maken. Maak een<br />

ontwerp van een windmeter en bedenk welke materialen<br />

jullie gaan gebruiken. Maak daar een werktekening van. Op<br />

het werkblad vinden jullie een voorbeeld van zo’n<br />

werktekening. Op de achterkant van deze kaart vinden<br />

jullie een beschrijving van een werktekening. ⇒<br />

o Stap 3: bouw je windmeter met behulp van jullie eigen<br />

gemaakte werktekening.<br />

o Stap 4: probeer de windmeter buiten uit!


De Wind<br />

Voor het meten van de snelheid van<br />

de wind heb je een halvebolanemometer<br />

nodig. Het apparaat<br />

bestaat uit 3 of 4 holle halvebollen<br />

die zijn vastgemaakt op een staaf<br />

die je vast kunt houden. Hoe<br />

sterker de wind, des te sneller<br />

draait de as. Bij de eenvoudigste<br />

modellen wordt het aantal<br />

omwentelingen (aantal keren dat<br />

hij rond is gedraaid) geteld door<br />

de waarnemer.<br />

En anemometer moet je op een<br />

open gebied, of op zo'n hoogte<br />

gebruiken om voorwerpen (huizen,<br />

bomen) die de wind kunnen<br />

tegenhouden te vermijden. Als er<br />

geen geschikte plaats is om de<br />

meter te installeren, kun je een<br />

anemometer gebruiken die je in de<br />

hand kan houden.<br />

Windvanen en windzakken geven de<br />

richting aan van de wind aan en de<br />

stand van de windzak zegt ook iets<br />

over de snelheid van de wind. Ook<br />

deze 'instrumenten' moeten zich<br />

buiten de invloed van bomen en<br />

gebouwen bevinden.<br />

www.wirtzfeld.be<br />

Een windmeter:<br />

Stap 1:<br />

Maken:<br />

Stap 3:<br />

Op een werktekening tekenen jullie welke materialen je gebruikt. Jullie tekenen hoe deze materialen in elkaar<br />

moeten. Schrijf de namen van de voorwerpen en materialen ernaast. Kijk naar het voorbeeld op het werkblad .<br />

(let op: jullie werktekening mag niet hetzelfde zijn als het voorbeeld, gebruik je fantasie)<br />

Testen:<br />

Ga naar buiten en probeer de windmeter uit. Als de windmeter niet kan ronddraaien moeten jullie hem nog een keer<br />

nakijken. Misschien moet de werktekening worden aangepast.<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: Het dondert en het bliksemt!<br />

Groep: 7/8 korte opdracht<br />

Als je ’s morgens naar school gaat, schijnt de zon<br />

aan de ene kant van het gebouw. En als je ’s<br />

middags uit school komt, is de zon aan de andere<br />

kant. Voordat er klokken waren, gebruikten de<br />

mensen de beweging van de zon om te weten hoe<br />

laat het was.<br />

Materialen Potlood<br />

• Stevig karton Plakband<br />

• Geodriehoek Kompas<br />

• Rond voorwerp met diameter van ± 30 cm Horloge<br />

• Verschillende kleuren stiften Tekenpapier<br />

• Schaar Liniaal<br />

wijzerplaat<br />

poolstijl<br />

....je de zonnewijzer het<br />

beste kunt maken op een<br />

heldere en zonnige dag?!<br />

De opdracht:<br />

Je gaat een zonnewijzer maken, die de tijd aangeeft. Ook leer je<br />

hoe je de zonnewijzer moet gebruiken.<br />

De eisen:<br />

• De zonnewijzer bestaat uit verschillende onderdelen<br />

De poolstijl: dit is het uitstekende deel dat de schaduw<br />

werpt op de zonnewijzer.<br />

De wijzerplaat: dit is een plaat met een tijdsverdeling.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: maak de wijzerplaat. Teken een grote cirkel<br />

(diameter 30 cm) op het karton. Knip de cirkel uit.<br />

o Stap 2: bepaal het midden van de cirkel. Zet in het<br />

midden een dikke stip. Verdeel de wijzerplaat in<br />

vieren.<br />

o Stap 3: verdeel één helft van de cirkel in 12 even grote<br />

taartpunten. Gebruik hiervoor de geodriehoek ⇒<br />

o Stap 4: de helft die je niet hebt onderverdeeld, is de<br />

zuidkant (Z). Leg de wijzerplaat zo neer dat de Z<br />

naar jou wijst. Schrijf de tijden (07.00 -19.00<br />

uur) bij de schaalverdeling.<br />

o Stap 5: maak nu de poolstijl. De stijl maak je van karton.<br />

Maak een driehoek met 1 rechte hoek, de schuine<br />

zijde van de driehoek is 15 cm lang. Laat de<br />

poolstijl controleren Reflectie door met de behulp leerkracht. van<br />

o Stap 6: maak de poolstijl vragen. vast aan de wijzerplaat; de<br />

schuine zijde moet beginnen in het middelpunt.<br />

o Stap 7: de zonnewijzer is nu af. Je kunt nu buiten gaan<br />

testen. ⇒


De zon gaat nooit onder<br />

Als je vroeg opstaat, kun je de zon<br />

zien opkomen. ’s Avonds laat zie je<br />

de zon aan de andere kant weer<br />

onder gaan. Je zou dus kunnen<br />

denken, dat de zon beweegt ten<br />

opzichte van de aarde. In<br />

werkelijkheid zijn wij het zélf die<br />

mee bewegen met de draaiing van<br />

de aarde om haar as! De aarde<br />

draait per dag (een etmaal, 24 uur)<br />

éénmaal om haar eigen as. Dit<br />

zorgt ervoor dat we soms wel door<br />

de zon worden beschenen (dag) en<br />

soms niet (nacht).<br />

Geodriehoek gebruiken:<br />

- Je ziet op de geodriehoek, een gekleurde boog met cijfers.<br />

Deze cijfers stellen graden (°) voor.<br />

- Zet de lange zijde van de geodriehoek op de (middel)lijn van de cirkel.<br />

- Kijk naar de cijfers in de boog. Je zet op elke 15 ° een streepje.<br />

- In totaal krijg je een halve cirkel met 12 even grote taartpunten.<br />

Succes!<br />

Testen:<br />

Je kunt de zonnewijzer testen buiten.<br />

Zet de zonnewijzer zo neer dat het noorden van de wijzerplaat overeenkomt met het geografische noorden.<br />

Gebruik hiervoor het kompas.<br />

De schaduw van de punt van de poolstijl, wijst de tijd aan. Klopt deze tijd ongeveer met de tijd op je horloge?<br />

Als de zonnewijzer klaar is, gaat je leerkracht samen met jou testen of de zonnewijzer aan de eisen voldoet.<br />

Verbeteren:<br />

Verbeter je zonnewijzer als dat nodig is tot een goed resultaat!<br />

Nabespreking<br />

- Wat vond je een moeilijk<br />

onderdeel van deze kaart?<br />

- Van welke punten heb je<br />

geleerd?


Deelgebied: Transport<br />

Thema: Het dondert en het bliksemt! Leerlijn: magnetisme<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan een kompas maken<br />

met behulp van een magneet,<br />

kurk en een naald.<br />

Doel - De lln zijn in staat te tonen dat<br />

een magneet zijn kracht kan<br />

doorgeven.<br />

- De lln zijn in staat te laten zien<br />

dat magneten elkaar kunnen<br />

aantrekken en afstoten.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Transport: de lln ervaren dat<br />

een magneet meer doet dan<br />

alleen aantrekken en afstoten.<br />

De lln ervaren dat een kompas<br />

heel eenvoudig te maken is en<br />

hoe je het kunt gebruiken.<br />

Welke lessen uit<br />

Thema: vlinders in je buik. Kaart<br />

Topondernemers.<br />

7. Aantrekken en afstoten.<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: kompas, filmpje: de<br />

vikingen waren<br />

Bronnen:<br />

ontdekkingsreizigers.<br />

www.minervaonline.nl/image/gro<br />

ot/501-147l.jpg<br />

www.juniortech.be/Pag511.html<br />

‘leefwereld’ groep 5 les 7


Thema: Het dondert en het bliksemt!<br />

Groep: 5/6 korte opdracht<br />

Magneten zijn geheimzinnige voorwerpen. Ze<br />

hebben een onzichtbare kracht, waarmee ze<br />

dingen kunnen aantrekken of afstoten. Met deze<br />

kaart maken jullie een eigen kompas.<br />

Materialen<br />

1 staafmagneet Water<br />

1 naald Velletjes papier voor de 4 windrichtingen<br />

1 keukenmes Kompas<br />

1 vel kurk<br />

1 doorzichtig plastic bakje met deksel blauwe en rode stift<br />

…. je met een hele sterke<br />

magneet een computer kunt<br />

uitschakelen?<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een kompas maken, jullie volgen de stappen en testen<br />

uiteindelijk of hij het doet.<br />

De eisen:<br />

• Als jullie klaar zijn kunnen jullie uitleggen hoe een kompas<br />

werkt en waar je het voor kan gebruiken.<br />

• Het kompas is goed als de naald het noorden aanwijst.<br />

• Gebruik een echt kompas nodig om te zien of dit klopt.<br />

Stappenplan: (kijk naar de plaatjes op de achterkant)<br />

o Stap 1: bekijk een filmpje op www.teleblik.nl<br />

Vraag de juf om in te loggen, klik dan op primair<br />

onderwijs. Typ het zoekwoord kompas in, klik dan het<br />

filmpje: de vikingen waren ontdekkingsreizigers.<br />

o Stap 2: snijd een ruitvormig stuk kurk uit het vel zoals op<br />

de achterkant getekend. Kleur de ene helft rood en de<br />

andere blauw. ⇒<br />

o Stap 3: houd een ijzeren naald vast en wrijf een dertigtal<br />

keren met de magneet van het oog naar de punt. Nu is de<br />

naald magnetisch geladen. ⇒<br />

o Stap 4: leg of plak met plakband de gemagnetiseerde<br />

naald op de kurk. De kompasnaald is klaar. ⇒<br />

o Stap 5: zet het bakje op een velletje papier en omcirkel<br />

met een potlood de omtrek van het bakje. Knip dit rondje<br />

uit en teken hierop de vier windrichtingen: noord, oost,<br />

zuid, west. (kijk in de atlas voor een voorbeeld) ⇒<br />

o Stap 6: vul het bakje voor de helft met water en leg de<br />

kurk met de naald in het bakje. Zorg ervoor dat de<br />

magneet niet in de buurt van het bakje ligt! ⇒


Wat gebeurt er?<br />

Met een kompas kun je de<br />

windrichting bepalen. Zolang de<br />

kompasnaald niet wordt beïnvloed<br />

door een andere magneet, zal de<br />

naald altijd naar het noorden<br />

wijzen. Dit komt doordat de naald<br />

zich richt naar het krachtige<br />

magnetische veld van de aarde.<br />

Soorten magneten<br />

Je hebt grote en kleine magneten.<br />

Ze kunnen allerlei vormen hebben.<br />

Sommige magneten zien eruit als<br />

een staaf. Die noemen we<br />

staafmagneten. Er zijn ook<br />

vierkante en ronde magneten.<br />

Magneten zitten in allerlei dingen.<br />

Veel kastdeurtjes sluiten met<br />

magneet. Kijk maar eens in een<br />

keukenkastje.<br />

Noordpool en zuidpool<br />

Een magneet heeft twee kanten.<br />

Die noemen we polen. De ene kant<br />

heet noordpool en de andere kant<br />

zuidpool. Een magneet is niet<br />

overal even sterk. Bij de polen is<br />

hij het sterkst, in het midden is<br />

de magneet heel zwak.<br />

Leefwereld groep 5, les 7<br />

Maken:<br />

o Stap 7: plak vervolgens het cirkeltje met de vier windrichtingen onder het bakje. Afhankelijk van hoe de<br />

naald gemagnetiseerd wordt, zal ofwel de kop ofwel de punt naar het noorden wijzen. Vraag aan je juf of<br />

meester een echt kompas zodat je kan opsporen welke kant van de naald het noorden aanwijst.<br />

1. 2. 3.<br />

4. 5. 6.<br />

Lees hiernaast hoe een kompas werkt en waarvoor je hem kunt gebruiken.<br />

Testen:<br />

Bij stap 6 heb jullie het kompas uitgeprobeerd.<br />

Werkt het kompas goed? Als dat niet zo is,<br />

moeten jullie nog een keer het stappenplan volgen.<br />

Gebruiken:<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: Constructie<br />

Thema: Het bliksemt en het dondert! Leerlijn:ontwerpen en bouwen tegen weersinvloeden<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln ontwerpen en maken<br />

een tuinkas die aan een aantal<br />

eisen moeten voldoen.<br />

Vervolgens wordt de kas<br />

gebruikt om plantjes erin te<br />

laten groeien.<br />

Doel - De lln ondervinden zelf het<br />

maken van een<br />

bouwtekening/een ontwerp.<br />

- De lln ontdekken een relatie<br />

tussen de materialen van de<br />

kas en de constructie/vorm.<br />

- Stimuleren van<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

probleemoplossend denken<br />

Constructie: de lln moeten een<br />

kas ontwerpen met<br />

verschillende materialen<br />

waarbij ze rekening moeten<br />

houden met bepaalde eisen.<br />

Groep 7/8:<br />

Thema: Boerderij<br />

Kaart 13: Een heel groot<br />

glazen huis.<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.klokhuis.nl<br />

www.teleblik.nl<br />

glastuinbouw en broeikaseffect<br />

Bron: www.hetkleineloo.nl<br />

Methode Malmberg Techniek<br />

Afbeelding: www.schoolbieb.nl


Thema: Het dondert en het bliksemt!<br />

Groep: 7/8 korte opdracht<br />

In de lente warmt het buiten langzaam weer op.<br />

Maar de aarde is vaak nog veel te koud voor<br />

planten om te kunnen groeien. Een kas is dan de<br />

oplossing! In een kas is het warmer dan<br />

daarbuiten, omdat hij de warmte van de zon goed<br />

vasthoudt.<br />

Materialen<br />

• Schoenendoos Plantenzaden<br />

• Klein zakje potgrond Ruitjespapier<br />

• IJzerdraad Potlood<br />

• Huishoudfolie Liniaal<br />

• Kleine bloempotjes …<br />

…de eerste kassen in<br />

Nederland gebouwd werden<br />

rond 1850 in Westland?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een eigen kas ontwerpen en maken, waarin je plantjes<br />

kunt opkweken in de klas.<br />

De eisen:<br />

• De kas moet in de vensterbank passen.<br />

• Er moet veel zonlicht in de kas kunnen komen, en de warmte<br />

van de zon moet worden vastgehouden in de kas.<br />

• Jullie moeten de planten in de kas gemakkelijk water<br />

kunnen geven.<br />

• Zorg voor een goede afwatering, zodat de planten(zaden)<br />

niet verdrinken.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: voordat jullie de kas willen maken, is het verstandig<br />

om de kas te ontwerpen. Maak een ontwerp met<br />

liniaal. Geef in jullie ontwerp aan hoe je de<br />

verschillende onderdelen met elkaar gaat verbinden.<br />

Geef ook met pijlen aan uit welke materialen de kas<br />

bestaat.<br />

o Stap 2: laat het ontwerp zien aan de juffrouw of meester.<br />

Hij of zij moet eerst het ontwerp goedkeuren,<br />

voordat jullie verder kunnen gaan.<br />

o Stap 3: jullie gaan de kas maken, zoals jullie hem hebben<br />

ontworpen.<br />

o Stap 4: test de kas. Voldoet de kas aan alle eisen? ⇒<br />

o Stap 5: zet in jullie goedgekeurde kas enkele potjes met<br />

zaadjes. Zet de kas in de vensterbank en verzorg<br />

de plantjes goed!


Broeikaseffect<br />

Je hebt ontdekt dat in een tuinkas<br />

de warmte van de zon wordt<br />

vastgehouden. Hierdoor groeien de<br />

plantjes sneller.<br />

De werking voor de warmte in de<br />

kas, kun je vergelijken met de<br />

werking voor de warmte op aarde.<br />

Zonnestralen komen op aarde en<br />

brengen naast licht ook warmte.<br />

Een gedeelte van de warmte wordt<br />

(door onzichtbare gassen)<br />

vastgehouden in de dampkring. Een<br />

ander deel verdwijnt weer in de<br />

ruimte. Als er teveel van deze<br />

'broeikas'-gassen in de dampkring<br />

zitten, blijft er meer warmte in de<br />

dampkring hangen. Het wordt dus<br />

warmer. Dit noemen we het<br />

'broeikaseffect'.<br />

Als de gemiddelde temperatuur<br />

van de aarde stijgt, geeft dit<br />

gevolgen voor de klimaten: minder<br />

strenge winters, warmere zomers<br />

en andere seizoenen.<br />

Wil je hier meer over<br />

weten? Bekijk eens<br />

enkele filmpjes op<br />

www.klokhuis.nl<br />

Testen:<br />

Als jullie de kas klaar hebben, controleren jullie of de kas voldoet aan de eisen. Kijk daarvoor even terug naar de<br />

lijst. Je kas is gelukt als alle eisen terugkomen in je werk.<br />

Verbeteren:<br />

Als de kas nog niet voldoet aan één of meerdere eisen, kunnen jullie het ontwerp gaan verbeteren.<br />

Verbeter de schets, pas de kas aan en ga hem weer testen.<br />

De plantjes:<br />

Probeer de plantjes goed te verzorgen. Misschien kunnen jullie ze straks iemand cadeau<br />

geven!<br />

Nabespreking<br />

- Wat vinden jullie interessant?<br />

- Wat was nieuw voor je?<br />

- Hoe verliep de samenwerking?


Thema 2: De architect<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. Metselen Duo Huisje van kranten 44-45 Constructie<br />

2. Het bouwproject Duo Muurtje van<br />

houtenblokjes<br />

44-45 Constructie<br />

1. De metselaar Duo<br />

Kaarten groep 7/8<br />

Een muurtje van<br />

steen<br />

44-45 Constructie<br />

2. Bouwtekeningen Individueel Bouwtekening 44-45 Constructie<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. de bouw, de metselaar, huizen, de architect, etc.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over de architect of een huis bouwen<br />

Praatplaat<br />

Een excursie naar een bouwplek in de omgeving<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen die kan vertellen over beroepen in de<br />

bouw. (J kunt denken aan een metselaar, timmerman, architect, elektricien)<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.<br />

Klassikaal een kleinschalig gebouw ontwerpen en bouwen, waarin verschillende<br />

werkgroepen/teams werken. Een groep kinderen zijn de ontwerpers, een groep<br />

kinderen zijn de materialenaanvoerders, een groep kinderen zijn metselaars, etc.


Deelgebied: Constructie<br />

Thema: De architect Leerlijn:metselen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan met behulp van<br />

een werkblad onderzoeken<br />

welke metselverbanden er<br />

bestaan en welke in de school<br />

te vinden zijn. Tot slot gaan ze<br />

een huisje van kranten<br />

bouwen.<br />

Doel - De lln kunnen verschillende<br />

metselverbanden<br />

onderzoeken.<br />

- De lln kunnen eenvoudige<br />

metselverbanden nabouwen<br />

met blokken.<br />

- De lln kunnen een huisje van<br />

kranten bouwen, ze gebruiken<br />

hier ook een metselverband<br />

om het huisje stevig te<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

bouwen.<br />

Constructie: de lln kunnen<br />

metselverbanden herkennen<br />

en er onderzoek naar doen.<br />

Kinderen kunnen zelf een<br />

muurtje van kranten maken in<br />

een geschikt metselverband.<br />

De lln proberen, met behulp<br />

van een plan van aanpak, een<br />

muur te metselen. In het<br />

product moet een<br />

metselverband in verwerkt<br />

zitten.<br />

- De lln maken kennis met<br />

verschillende<br />

metselmaterialen.<br />

- De lln onderzoeken de<br />

<strong>techniek</strong> van de<br />

metselverbanden.<br />

- De lln leren vooraf een<br />

(werk)plan op te zetten, zodat<br />

ze bewust worden van het<br />

handelen tijdens de uitvoering.<br />

Constructie: de lln<br />

onderzoeken de stevigheid van<br />

één of meerdere<br />

metselverbanden.<br />

Ze ervaren een relatie tussen<br />

de vorm, de werking en het<br />

materiaalgebruik.<br />

- Thema : Wereld in het klein<br />

Groep : 7/8<br />

Kaart : 1 (wonen vroeger en<br />

nu)<br />

Andere vakken Rekenen blokken bouwen. -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: bouwen, filmpje:<br />

Flexibel bouwen<br />

Wat is kernbouw?<br />

www.schooltv.nl/beeldbank<br />

Titel: Van klei naar baksteen<br />

Duur:1.44 minuten


Bronnen ‘Leefwereld’ groep 5 les 3<br />

www.mathys.info<br />

www.vtirbouw.be<br />

www.metselen.net<br />

Teifoc- materialen bestellen


Thema: De architect<br />

Groep: 5-6 lange opdracht<br />

Overal om je heen zie je muren van steen. Kunnen<br />

jullie zien dat de stenen op verschillende<br />

manieren op elkaar liggen? Dit noemen we<br />

metselverband. Met deze kaart gaan jullie<br />

onderzoeken welke metselverbanden er zijn.<br />

Materialen<br />

• Potlood<br />

• Kleurpotloden<br />

• Liniaal<br />

• Houten bouwblokjes<br />

• Kranten en plakband<br />

• Werkblad<br />

……dat je niet alleen met<br />

steen bouwt? Denk maar<br />

eens aan de vloer, de ramen<br />

of de deuren!!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan met behulp van werkblad 1 bekijken, vergelijken en<br />

uitproberen welke metselverbanden sterk zijn en welke juist niet.<br />

Jullie gaan een eigen huisje ontwerpen door muren te maken en<br />

één van de metselverbanden te gebruiken.<br />

De eisen:<br />

• Als jullie de opdracht hebben uitgevoerd moeten jullie<br />

kunnen vertellen welk metselverband heel stevig is en<br />

welke niet.<br />

• Het ontwerp van het huisje moet kunnen blijven staan.<br />

• Één persoon moet er in passen.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: pak het bijbehorende werkblad en loop door de<br />

school. Kijk welke metselverbanden jullie herkennen,<br />

schrijf dat ook op het werkblad.<br />

o Stap 2: teken het metselverband na in 1 van de vakjes.<br />

o Stap 3: op je werkblad staan een aantal metselverbanden,<br />

probeer deze na te bouwen met de blokken, probeer ook<br />

het muurtje zoals getekend op het werkblad.<br />

o Stap 4: bouw nu een huisje van opgerolde kranten en<br />

plakband waar één persoon in kan zitten. Hoe je dat kan<br />

doen staat op de achterkant.


Hoe wordt nu eigenlijk een huis<br />

gebouwd?<br />

Een huis bouw je stap voor stap.<br />

Eerst tekent de architect een huis.<br />

Dan wordt de bouwgrond<br />

klaargemaakt. Want soms kan die<br />

geen huis dragen, dus worden er<br />

palen geheid. De betonvloer komt<br />

daar bovenop. In de vloer zitten de<br />

leidingen voor het water en gas.<br />

Dan worden de muren gemetseld en<br />

de ramen geplaatst. Als het dak<br />

erop zit, komen de loodgieter, de<br />

elektricien, de schilder en de<br />

behanger.<br />

Metselen<br />

Metselen begint met passen en<br />

meten. Tussen 2 latten span je<br />

touw. Zit het touwtje overal even<br />

hoog? Als je er precies langs<br />

metselt, krijg je een rechte muur.<br />

Een loodlijn is een touwtje met een<br />

gewichtje eraan. Daarmee zie je of<br />

een muur rechtop staat. Met een<br />

troffel schep je specie op de muur.<br />

Halve stenen maak je met een<br />

kaphamer.<br />

Leefwereld groep 5, les 3<br />

Rollen van de kranten:<br />

1. Klap elk krantenblad uit en rol het op tot een lange rol. Plak het dan vast met een plakbandje. Maak eerst<br />

een flink aantal van deze rollen voor jullie de muren gaan maken.<br />

2. Leg de rollen op de grond zoals jullie het metselverband willen gebruiken. Plak ze dan vast met plakband.<br />

Maak zo de 4 muren die jullie hebben ontworpen. Denk aan de eventuele ramen.<br />

3. Als jullie de 4 muren hebben gemaakt kunnen jullie de 4 muren aan elkaar bevestigen. Bedenk hoe dit handig<br />

en vooral stevig kan.<br />

4. Laat de juf zien hoe het is geworden!<br />

Testen:<br />

Kun je er nu zelf in gaan zitten?<br />

Verbeteren:<br />

Het ontwerp is goed gelukt als het huisje blijft staan en jullie er zelf in passen.<br />

Als dat niet lukt moeten jullie het ontwerp verbeteren.<br />

Wat kunnen jullie doen om het ontwerp te verbeteren?<br />

Probeer dit ook uit!<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: De architect<br />

Thema: De architect Samen<br />

Groep: Groep 5-6 7/8 30minuten lange opdracht<br />

Als een ontwerp gemaakt is door de architect,<br />

wordt het huis gebouwd door de bouwvakkers<br />

zoals, timmermannen en metselaars. Zij moeten<br />

rekening houden met verschillende soorten<br />

materialen en maten.<br />

Materialen<br />

• Internet - www.metselen.net Onderlegger<br />

• Bak lego –stenen 2 Houten mengspatels<br />

• Ongeveer 30 bakstenen 2 Troffel<br />

• Metselspecie: cement, zand, water<br />

• Mengbak Spandraad<br />

• Maatbeker Waterpas<br />

…. In specie zand, kalk,<br />

water en cementpoeder<br />

zit?!<br />

De opdracht:<br />

We gaan aan het werk als metselaars! Tijdens de opdracht gaan<br />

jullie een stevig muurtje bouwen. Jullie kunnen deze opdracht het<br />

beste buiten uitvoeren. (of een plek waar het vies mag worden)<br />

De eisen:<br />

• Jullie kunnen iets vertellen over verschillende<br />

metselverbanden.<br />

• Eén metselverband zit verwerkt in de gemetselde muur.<br />

• De muur moet recht en stevig zijn.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: ga op zoek naar verschillende metselverbanden.<br />

Hoe zien de verschillende metselverbanden eruit?<br />

o Stap 2: kies samen een metselverband uit. Maak een klein<br />

muurtje met de lego-stenen. (Dat is jullie voorbeeld)<br />

o Stap 3: maak een plan voor de uitvoering.<br />

Je kunt hiervoor gebruik maken van het planformulier.<br />

o Stap 4: bespreek dit plan met de leerkracht. Pas daarna<br />

mogen jullie aan de slag.<br />

o Stap 5: specie maken in de mengbak. Volg de aanwijzingen<br />

op het pak.<br />

o Stap 6: ga aan het werk! Probeer een stevige en rechte<br />

muur te maken op een ondergrond.


Bakstenen, waar komen ze<br />

vandaan?<br />

In bakstenen zit de grondstof klei.<br />

Klei hebben we veel in Nederland.<br />

In Groningen en Friesland vind je<br />

zeeklei.<br />

Iets meer naar het zuiden vind je<br />

dikke kleipakketten onder het<br />

zand, vooral in de Achterhoek en<br />

Twente. Deze kleilaag ligt vaak<br />

heel diep en zijn vaak vele meters<br />

dik.<br />

Langs de Waal, de Rijn en de<br />

IJssel vinden we rivierklei. Deze<br />

klei komt uit uitgestrekte kleilagen<br />

van meestal niet meer dan twee<br />

meter dikte.<br />

Maar voordat er iets met de klei<br />

kan gebeuren moet die natuurlijk<br />

eerst uit de grond gehaald worden.<br />

De afgegraven klei wordt naar de<br />

fabriek gebracht.<br />

Het is erg belangrijk dat er bij het<br />

afgraven rekening wordt gehouden<br />

met het landschap. Na het<br />

afgraven moeten ze er dus voor<br />

zorgen dat de grond weer geschikt<br />

gemaakt wordt voor waar het eerst<br />

voor werd gebruikt, bijvoorbeeld<br />

voor landbouw. Dit geschikt maken<br />

noemen ze met een moeilijk woord<br />

‘hercultiveren’.<br />

Testen:<br />

Als de muur volgens jullie klaar is, gaan jullie de muur controleren. Kijk nog even terug naar de eisen die zijn<br />

genoemd en naar het plan van aanpak. Is het gelukt? Hoe kun jullie dit bewijzen?<br />

Verbeteren:<br />

Als de muur niet voldoet aan de eisen, kunnen jullie de muur eventueel veranderen. Lukt dit niet, kunnen jullie samen<br />

aangeven hoe dat komt?<br />

Nabespreking<br />

- Waar liep je tegenaan? Kon je hier<br />

vooraf wat aan doen?<br />

- Heb je tips voor de volgende keer?<br />

- Waar zou je meer van willen weten?


Deelgebied: Constructie<br />

Thema: De architect Leerlijn:het bouwproject<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan onderzoeken hoe<br />

een bouwtekening van een<br />

huis eruit ziet. Ze gaan zelf een<br />

voor- en zijaanzicht tekenen.<br />

Tot slot proberen ze een<br />

aanzicht na te bouwen met<br />

behulp van blokjes en specie.<br />

Doel - De lln kunnen een vertellen<br />

wat een voor- en zijaanzicht<br />

zijn.<br />

- De lln kunnen een<br />

eenvoudige voor- en<br />

zijaanzicht tekenen.<br />

- De lln kunnen het<br />

zelfbedachte aanzicht<br />

nabouwen met behulp van<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

blokjes en specie.<br />

Constructie: de lln kunnen een<br />

voor- en zijaanzicht tekenen en<br />

bedenken of er ramen en<br />

deuren inkomen. De lln kunnen<br />

dit muurtje nabouwen met<br />

behulp van blokjes en specie.<br />

De lln maken kennis met<br />

verschillende bouwstijlen en<br />

ontwerpen een bouwtekening<br />

waarin een gekozen bouwstijl<br />

naar voren komt.<br />

- De lln kennen een aantal<br />

bouwstijlen.<br />

- De lln kunnen een aantal<br />

kenmerken verwerken in een<br />

ontwerp.<br />

- De lln kunnen m.b.v. een<br />

bouwtekening communiceren.<br />

Een ander moet de tekening<br />

kunnen aflezen en uitproberen.<br />

Constructie: de lln ervaren dat<br />

een bouwtekening vastlegt hoe<br />

een gebouw wordt<br />

vormgegeven en dit een<br />

communicatiemiddel is met de<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

-<br />

vaklieden in de bouw.<br />

-<br />

Andere vakken Rekenen blokken bouwen. Reken: blokken bouwen, op<br />

school tekenen.<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

www.schooltv.nl/beeldbank<br />

Zoekwoord: bouwen, filmpje:<br />

Flexibel bouwen<br />

Wat is kernbouw?<br />

“het ontwerpen van gebouwen”<br />

Bronnen ‘Leefwereld’ groep 5 les 3<br />

www.bouwbedrijfbotman.nl<br />

www.nvbk.nl<br />

www.praktisch<strong>techniek</strong>.nl


Thema: De architect<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Een huis wordt niet zomaar gebouwd. Je moet<br />

eerst een goede bouwtekening maken. Zo bedenk<br />

je welke maten en vormen de muren en ramen<br />

krijgen, welk dak en met of zonder garage. Met<br />

deze kaart gaan jullie een eigen huis ontwerpen.<br />

Materialen<br />

• Potlood<br />

• Liniaal<br />

• Houten blokjes<br />

• Zand, bloem en water<br />

• Houten plankje als ondergrond<br />

• Werkblad<br />

……dat je niet alleen met<br />

steen bouwt? Denk maar<br />

eens aan de vloer, de ramen<br />

of de deuren!!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan met behulp van het bijbehorende werkblad kijken, hoe<br />

je een huis ontwerpt en één aanzicht van het eigen ontwerp<br />

proberen na te bouwen.<br />

De eisen:<br />

• Als jullie de opdracht hebben uitgevoerd moeten jullie<br />

kunnen vertellen wat een voor- en zijaanzicht is.<br />

• Het huis moet kunnen blijven staan.<br />

• Het ontwerp moet te herkennen zijn in je werkstuk.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: pak het bijbehorende werkblad en bekijk hoe een<br />

voor- en zijaanzicht eruit zien. Op het werkblad zien<br />

jullie ook nog een aantal metselverbanden die je straks<br />

kunt gebruiken bij het bouwen van de muur.<br />

o Stap 2: ontwerp jullie eigen voor- en zijaanzicht. Hoe ziet<br />

jou (droom)huis eruit? Denk aan ramen, deuren uitbouw of<br />

garage. Tips staan op de achterkant van deze kaart. ⇒<br />

o Stap 3: kies één aanzicht uit dat jullie gaan nabouwen met<br />

behulp van houten blokjes en specie.<br />

o Stap 4: bouw het aanzicht na.


Hoe wordt nu eigenlijk een huis<br />

gebouwd?<br />

Als de bouwtekeningen eenmaal<br />

zijn goedgekeurd kan de bouw<br />

beginnen!<br />

Als de ondergrond niet stevig<br />

genoeg is, moet er geheid worden.<br />

Er worden dan palen in de grond<br />

geslagen. Na het heien wordt de<br />

grond uitgegraven en de<br />

timmerlieden maken houten<br />

schotten om de vloer op te<br />

storten, soms over een dikke laag<br />

piepschuim en de lege<br />

leidingbuizen. Het beton wordt<br />

gewapend met een stalen<br />

vlechtwerk. Dit noem je een<br />

fundering. Een fundering is een<br />

stevige ondergrond waar het huis<br />

op wordt gebouwd. De<br />

timmerlieden plaatsen de palen en<br />

kozijnen waartussen de metselaar<br />

moet metselen. Als ook de<br />

verdieping en het dak kaar zijn, is<br />

de ‘ruwbouw’ klaar.<br />

Dan begint de ‘afbouw’. Het huis<br />

wordt wind en waterdicht<br />

gemaakt. Dat betekent dat er glas<br />

in de kozijnen komt en het<br />

houtwerk wordt geschilderd.<br />

Daarna wordt alles in het huis<br />

klaargemaakt. Deuren, muren,<br />

elektriciteit, en de watertoevoer.<br />

Leefwereld groep 5, les 3<br />

Ontwerpen:<br />

Jullie maken een schets op papier van het huis. Jullie maken een vooraanzicht en een zijaanzicht. Kijk goed op het<br />

werkblad hoe dat eruit kan zien. Een vooraanzicht zegt al dat dit een tekening is van de voorkant van het huis. Een<br />

zijaanzicht is een tekening van de zijkant van het huis. Kijk maar eens naar de bouwtekening die bij deze kaart<br />

hoort. Bedenk voor jullie zelf of er ramen in moeten, waar komen deze ramen? Hoeveel ramen?<br />

Maken:<br />

1. Kijk goed naar werkblad 2 welke metselverbanden je kunt gebruiken.<br />

2. Kies 1 aanzicht dat jullie gaan nabouwen.<br />

3. Pak een flink aantal bouwblokjes om je aanzicht te maken. Vraag aan de juf een potje specie.<br />

4. Metsel de muur zoals je getekend hebt, houd rekening met de ramen. Misschien moet je de tekst hiernaast<br />

lezen om te weten hoe je dat moet aanpakken.<br />

Verbeteren:<br />

Het ontwerp is goed gelukt als het huisje eruit ziet zoals je hebt ontworpen.<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: De architect<br />

Groep: 7/8 korte opdracht<br />

Om een groot gebouw te bouwen, moet een<br />

architect beginnen met ontwerpschetsen. Je<br />

moet immers eerst goed nadenken over de<br />

grootte en vorm. Vroeger maakten de mensen al<br />

bijzondere grote gebouwen, zoals een kerk of<br />

stadshuis. Ze gebruikten verschillende<br />

bouwstijlen.<br />

Materialen<br />

• Werkblad ‘oude gebouwen’ Internet<br />

• Ruitjespapier<br />

• Potlood<br />

• Gum<br />

• Liniaal<br />

• knutselmaterialen<br />

… belangrijke oude<br />

gebouwen soms een<br />

monument worden, om het<br />

in stand te houden?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een bouwtekening ontwerpen van een oud gebouw. Zo<br />

ontdek je wat een ontwerper doet en waar hij aan moet denken.<br />

De eisen:<br />

• In het ontwerp moet een bouwstijl terug te zien zijn.<br />

• Iemand anders kan jouw ontworpen gebouw maken met<br />

verschillende materialen.<br />

Stappenplan: ontwerpen<br />

o Stap 1: om oude gebouwen kritisch te bekijken, maak je<br />

het werkblad.<br />

o Stap 2: bekijk een filmpje op www.schooltv.nl/beeldbank.<br />

Titel: het ontwerpen van gebouwen<br />

o Stap 3: een ontwerper krijgt meestal een opdracht. Jouw<br />

opdracht is om een gebouw te ontwerpen, waarin een<br />

bepaalde bouwstijl in terug te zien is. Voordat je kunt<br />

gaan ontwerpen, moet je rekening houden met enkele<br />

kenmerken. ⇒<br />

o Stap 4: je kunt aan de slag. Maak twee ontwerpschetsen<br />

op ruitjespapier, waarin je de verschillende onderdelen<br />

terug laat komen.<br />

o Stap 5: controleer het ontwerp.<br />

o Stap 6: doe de uitdaging op de achterkant. ⇒


Hoe wordt nu eigenlijk een huis<br />

gebouwd?<br />

Als de bouwtekeningen zijn<br />

goedgekeurd kan de bouw<br />

beginnen!<br />

Als de ondergrond niet stevig<br />

genoeg is, moet er geheid worden.<br />

Er worden dan palen in de grond<br />

geslagen. Na het heien wordt de<br />

grond uitgegraven en de<br />

timmerlieden maken houten<br />

schotten om de vloer op te<br />

storten, soms over een dikke laag<br />

piepschuim en lege leidingbuizen.<br />

Het beton wordt gewapend met<br />

een stalen vlechtwerk. Dit noem je<br />

een fundering. Een fundering is<br />

een stevige ondergrond waar het<br />

huis op wordt gebouwd. De<br />

timmerlieden plaatsen de palen en<br />

kozijnen waartussen de metselaar<br />

moet metselen. Als ook de<br />

verdieping en het dak kaar zijn, is<br />

de ‘ruwbouw’ klaar.<br />

Dan begint de ‘afbouw’. Het huis<br />

wordt wind en waterdicht<br />

gemaakt. Dat betekent dat er glas<br />

in de kozijnen komt en het<br />

houtwerk wordt geschilderd.<br />

Daarna wordt alles in het huis<br />

klaargemaakt. Deuren, muren,<br />

elektriciteit, en de watertoevoer.<br />

Ontwerpen:<br />

o Welke bouwstijl wil ik gaan gebruiken?<br />

o Welk gebouw wil ik gaan ontwerpen?<br />

o Hoe hoog en breed wordt het gebouw?<br />

o Moet er licht van buiten naar binnen kunnen schijnen?<br />

o Wat voor soort dak komt er op?<br />

o Hoe groot wordt de deur/worden de deuren?<br />

o Welke maten moet ik gebruiken? Moet ik op schaal tekenen?<br />

o Hoe geef ik de verschillende onderdelen weer in het ontwerp?<br />

Schrijf de antwoorden op een blaadje, zodat je weet waaraan je wilt werken.<br />

Uitdaging:<br />

Als het goed is, is je ontwerp van je gebouw af en komen de verschillende kenmerken terug in je bouwtekening.<br />

Geef je tekening aan iemand anders in je klas. Kan hij/zij jouw bouwtekening goed lezen, zodat hij/zij het gebouw<br />

kan maken met knutselmaterialen.<br />

Als dat gelukt is, is je bouwtekening ook duidelijk voor anderen!<br />

Nabespreking<br />

- Waar moet je op letten bij<br />

het ontwerpen van een gebouw?<br />

- Hoe heb je de gekozen<br />

bouwstijl terug laten komen in<br />

je ontwerp?


Oude gebouwen bekijken<br />

In bijna elke stad of dorp vind je wel een oud gebouw. Je kunt daarbij denken aan een kerk<br />

of kathedraal. Deze kunnen wel meer dan 500 jaar oud zijn! Eén van de opvallendste<br />

kathedralen van Nederland is de Sint Jan in ’s-Hertogenbosch.<br />

Je hebt misschien zelf ook wel eens een oude kerk of kathedraal gezien.<br />

1) Omcirkel de woorden die bij het gebouw horen.<br />

Groot klein<br />

Veel ramen weinig ramen<br />

Grote ramen kleine ramen<br />

Wel zuilen geen zuilen<br />

Wel muurschilderingen geen muurschilderingen<br />

Grote deuren kleine deuren<br />

Belangrijke gebouwen worden in een bepaalde stijl gebouwd. Je hebt verschillende soorten<br />

stijlen, afhankelijk van de tijd waarin het gebouw gebouwd is. Voorbeelden van stijlen zijn de<br />

romaanse en gotische stijl.<br />

Welke verschillen zie je als je kijkt naar de muren en ramen?<br />

De twee bouwstijlen gebruiken rondboog- en spitsboogconstructies. \het dak van de kerk rust<br />

op deze constructie.


Bij een ronde boog worden de zijmuren extra dik gemaakt. Waarom denk je dat dit nodig is?<br />

En waarom hoeft dit niet bij de spitsboog?<br />

Ook zijn er ribgewelven en luchtbogen gebruikt. Hierdoor rust het gewicht van het dak niet<br />

alleen op de zijmuren.<br />

Stel je voor dat je een stuk van een zijmuur<br />

weghaalt. Welke constructie heeft hier denk je<br />

het meeste last van?<br />

Zet een cirkel om het goede antwoord.<br />

Rondboog spitsboog ribgewelf luchtboog<br />

Ik denk dit omdat______________________________________________________


Thema 3: De gloeilamp<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Nummer + titel werkvorm Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. Stalen zenuwen Duo Een zenuwspiraal 42-45 Transport<br />

2. Het electrospel Duo Een electrospel 42-45 Transport<br />

1. Verlichting in de<br />

stad<br />

2.<br />

Kaarten groep 7/8<br />

Duo Een grachtenhuis<br />

met verlichting<br />

42-45 Transport<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. elektriciteit.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

- Poster over stroomkringen<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over de elektricien.<br />

Praatplaat<br />

Een excursie naar een elektriciteitscentrale<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen.<br />

<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.<br />

Klassikaal een kleinschalig stroomkring ontwerpen en uitvoering, waarin<br />

verschillende werkgroepen/teams werken. Een groep kinderen zijn de ontwerpers,<br />

een groep kinderen zijn de materialenaanvoerders, een groep kinderen zijn de<br />

uitvoerders.


Deelgebied: Transport<br />

Thema: De gloeilamp Leerlijn:stroomkring 1<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan onderzoeken hoe<br />

een stroomkring werkt, ze<br />

testen daarbij welke materialen<br />

stroom kunnen geleiden. Tot<br />

slot maken ze een<br />

zenuwspiraal.<br />

Doel - De lln kunnen met<br />

eenvoudige materialen een<br />

stroomkring maken.<br />

- De lln kunnen onderzoeken<br />

welke materialen geleiden en<br />

welke niet.<br />

- De lln kunnen een<br />

eenvoudige zenuwspiraal<br />

maken.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Transport: de lln ervaren dat<br />

stroom kan worden geleid door<br />

verschillende voorwerpen. De<br />

kinderen ervaren dat veel<br />

metalen voorwerpen geleiders<br />

zijn en wat geleiden is.<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: stroomkring,<br />

filmpje: Elektrische apparaten<br />

zet je aan met een schakelaar.<br />

De lln maken een grachtenhuis<br />

die verlicht is met een lampje.<br />

De lln maken kennis met de<br />

elektriciteitcentrale.<br />

- De lln doen onderzoek naar<br />

de werking van een<br />

stroomkring.<br />

- De lln maken met<br />

verschillende materialen een<br />

gesloten stroomkring.<br />

- De lln onderzoeken de<br />

werking van een schakelaar.<br />

- De lln oefenen met<br />

communicatie naar andere<br />

kinderen toe.<br />

Transport: de lln leren dat een<br />

stroomkring gesloten moet zijn<br />

om een lamp te laten branden<br />

en dit bepaald kan worden<br />

door een schakelaar.<br />

- Groep 7-8<br />

Thema: Van A tot Z<br />

Kaart 6: De E is van elektriciteit<br />

www.teleblik.nl<br />

- Stroom vanuit grote<br />

elektriciteitscentrales naar de<br />

huiskamer<br />

- elektriciteit gaat door hele<br />

dikke kabels<br />

- een windturbine levert groene


Bronnen ‘Leefwereld’ groep 5 les 16<br />

‘Maak het maar’ middenbouw<br />

les 5<br />

www.ontdekplek.nl<br />

stroom op.<br />

- elektrische energie<br />

www.<strong>techniek</strong>coach.nl<br />

www.teleblik.nl


Thema: De gloeilamp<br />

Groep: 5/6 korte opdracht<br />

Heel veel apparaten om je heen gebruiken<br />

stroom. Stroom moet altijd in een kring<br />

rondlopen om het apparaat te laten werken. Jullie<br />

gaan eerst onderzoeken welke materialen stroom<br />

geleiden.<br />

Materialen<br />

• Papier, potlood, gum Lampje<br />

• Platte batterij Metaaldraad<br />

• Punaises<br />

• Buigtangetje<br />

• Verschillende draden<br />

• Schilderstape<br />

……….je de stroom van een<br />

batterij kunt voelen? Raak<br />

met je tong de twee lipjes<br />

van een platte batterij aan.<br />

De opdracht<br />

Jullie gaan een zenuwspiraal maken, maar eerst moeten jullie<br />

weten hoe een stroomkring werkt.<br />

De eisen<br />

• Jullie moeten kunnen vertellen hoe een stroomkring loopt.<br />

• De zenuwspiraal werkt als het lampje gaat branden bij<br />

aanraking van de draad.<br />

Stappenplan<br />

o Stap 1: bekijk een filmpje op www.teleblik.nl<br />

Vraag de juf om in te loggen, klik dan op primair<br />

onderwijs. Typ het zoekwoord stroomkring in, klik dan het<br />

filmpje: Elektrische apparaten zet je aan met een<br />

schakelaar.<br />

o Stap 2: ontwerp eerst een eenvoudige stroomkring, kijk<br />

naar het plaatje op de achterkant en probeer het na te<br />

bouwen. Probeer het lampje te laten branden. ⇒<br />

o Stap 3: maak nu een opstelling waarmee je kunt testen of<br />

verschillende materialen stroom geleiden. Maak eerst een<br />

ontwerp op papier en laat dat aan de juf zien. Kijk naar<br />

plaatje 2. Geleiden betekent dat de stroom door een<br />

bepaald voorwerp kan gaan.<br />

o Stap 4: leg de voorwerpen op de punaises. Kijk bij welk<br />

materiaal het lampje gaat branden. Als het lampje gaat<br />

branden geleid het materiaal stroom.<br />

o Stap 5: wanneer jullie weten hoe een stroomkring werkt,<br />

kunnen jullie een zenuwspiraal maken. Op de achterkant<br />

plaatje 3 staat er eentje afgebeeld. ⇒<br />

Je moet met het oogje langs het ijzerdraadje gaan<br />

zonder deze aan te raken. Raak je hem aan dan gaat het<br />

lampje branden. Dan ben je af!


Stroomkring<br />

Om elektriciteit te kunnen<br />

gebruiken moet je een stroomkring<br />

maken.<br />

is de kring gesloten; dan gaan de<br />

elektronen stromen en gaat de<br />

lamp aan.<br />

Wordt de stroomkring verbroken<br />

dan gaat de lamp uit.<br />

Om een stroomkring te verbreken<br />

gebruik je meestal een schakelaar<br />

Elektronen<br />

Elektronen stromen alleen als de<br />

stroomkring gesloten is.<br />

Elektronen stromen van een plaats<br />

met veel elektronen naar een<br />

plaats met weinig elektronen.<br />

Bij een batterij stromen de<br />

elektronen van de minpool (-) naar<br />

de pluspool (+).<br />

Met een schakelaar sluit of<br />

verbreek je de stroomkring.<br />

Als de stroomkring gesloten is dan<br />

gaat het lampje aan.<br />

Als de stroomkring verbroken is<br />

dan gaat het lampje uit.<br />

www.mediatheek.thinkquest.nl<br />

Ontwerpen/ maken:<br />

1.<br />

2. 3.<br />

Testen:<br />

Kijk nu of je zenuwspel werkt? Als het niet werkt,<br />

moeten jullie de stroomkring nakijken. Is de stroomkring rond?<br />

Kijk dan nog een keer naar stap 1,2 en 3.<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: De gloeilamp<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

In de winter, is het ’s avonds vroeg donker. Als je<br />

dan in de stad rond fietst, zie je dat de stad<br />

wordt verlicht door talloze lampen. Dat ziet er<br />

vaak indrukwekkend uit.<br />

Materialen<br />

• Batterij 4,5 volt Karton Prikpen<br />

• Lampje 3,5 volt Striptang<br />

• Fitting Kniptang<br />

• 2 meetsnoeren Nietmachine<br />

• 2 splitpennen Schaar<br />

• Omgespoeld melkpak(ken) Internet<br />

……Thomas Edison de<br />

uitvinder van de gloeilamp<br />

is?!<br />

De opdracht:<br />

Een grachtenhuis maken die verlicht wordt in het donker!<br />

De eisen:<br />

• Het lampje moet kunnen branden in het huis.<br />

• Je moet iets kunnen vertellen over de<br />

elektriciteitscentrale.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: bekijk op www.teleblik.nl enkele filmpjes over de<br />

opwekking van stroom en hoe het terecht komt bij de<br />

mensen thuis.<br />

o Stap 2: knip uit het melkpak een zijkant weg, maar laat<br />

nog wel een randje zitten. ⇒<br />

o Stap 3: maak met een schaarpunt aan de<br />

onder/achterkant twee gleufjes voor de batterij.<br />

Maak halverwege het pak een gat voor het lampje. (Let op!<br />

Het lampje moet in het gat vastklemmen.) ⇒<br />

o Stap 4: maak een schakelaar met de volgende materialen:<br />

stukje karton, prikpen, 2 splitpennen. ⇒<br />

o Stap 5: knip een meetsnoer in twee stukken. Strip de<br />

uiteinden ongeveer 2 cm. Sluit de uiteinden aan op de<br />

fitting. ⇒<br />

o Stap 6: maak de stroomkring.<br />

Lukt het om met de schakelaar het lampje aan en uit te<br />

doen?<br />

o Stap 7: maak het huis af door de voorkant af te werken.<br />

Denk aan ramen en een deur.


Tijdens deze opdracht ben je<br />

bezig geweest met elektriciteit<br />

van lampen. Maar wist je dat er nog<br />

meer elektriciteit is?!<br />

Elektriciteit in de lucht.<br />

Het weer heeft ook te maken met<br />

elektriciteit. Als er in de lucht<br />

twee wolken tegen elkaar wrijven<br />

komt er statische elektriciteit. Als<br />

er dan ontlading komt, gaat het<br />

onweren!<br />

Statische elektriciteit ontstaat als<br />

je twee dingen tegen elkaar wrijft.<br />

Zelf kun je ook geladen zijn…<br />

Ga maar eens met een wollen trui<br />

over je haren wrijven. Je haar zal<br />

rechtop gaan staan! Misschien heb<br />

je het al eens meegemaakt<br />

Uitdaging:<br />

Kun je met één batterij twee huizen verlichten?<br />

Probeer het eens uit!<br />

Verbeteren:<br />

Je grachtenhuis is goed gelukt, als het lampje brandt. Als het lampje niet brandt, is de stroomkring niet gesloten.<br />

Kijk eens terug naar de stappen die je moest zetten. Zitten alle onderdelen vast?<br />

Kom je er niet uit, ga dan op zoek naar informatie over de stroomkring. Misschien heb je dan genoeg kennis om het<br />

lampje te laten branden!<br />

Is het grachtenhuis compleet, laat hem dan zien aan andere kinderen. Kun je hen uitleggen hoe het lampje werkt?<br />

Wat vinden de kinderen van je resultaat?<br />

Nabespreking<br />

- Wat was nieuw voor je?<br />

- Waar zou je meer van willen<br />

weten?<br />

- Hoe beoordeelden de<br />

kinderen je werk?


Deelgebied: Transport<br />

Thema: De gloeilamp Leerlijn:stroomkring 2<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan onderzoeken hoe<br />

een elektrospel werkt. Ze<br />

maken hun eigen elektrospel<br />

en ontwerpen verschillende<br />

opdrachtkaarten.<br />

Doel - De lln kunnen met<br />

eenvoudige materialen een<br />

stroomkring maken.<br />

- De lln onderzoeken de<br />

werkwijze van het spel en<br />

begrijpen hoe een elctrospel<br />

werkt en hoe het kan dat je<br />

verschillende opdrachtkaarten<br />

op hetzelfde spel kan spelen.<br />

- De lln kunnen een electrospel<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

maken.<br />

Transport: de lln ervaren dat<br />

een lampje alleen brandt als de<br />

stroomkring helemaal gesloten<br />

is. De kinderen ervaren dat je<br />

met deze wetenschap een spel<br />

kunt maken en spelen.<br />

-<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: stroomkring,<br />

filmpje: elektrische apparaten<br />

zet je aan met een schakelaar.<br />

Bronnen ‘Maak het maar’ middenbouw<br />

les 26<br />

www.hanze.nl<br />

www.hethofderspelen.nl


Thema: De gloeilamp<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Sommige spelletjes werken op electriciteit, denk<br />

aan een Nintendo!! En iets minder bekend: het<br />

elektrospel. Het electrospel is een spel dat via<br />

een stroomkring op een batterij werkt. Met deze<br />

kaart gaan jullie een elektrospel maken en een<br />

opdrachtkaart ontwerpen.<br />

Materialen<br />

• Batterij Houtlijm<br />

• Stroomdraad Paperclips<br />

• Twee stekkertjes Holpijpje<br />

• Lampje met fitting Electrospel<br />

• Aluminiumfolie Splitpennen<br />

• Punaises (metalen) Hamer<br />

……. je met een electrospel<br />

je toetsen goed kunt leren?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een elektrospel maken. Dat is makkelijk uitgelegd een<br />

spel dat op elektriciteit werkt. Maar eerst moeten jullie<br />

onderzoeken hoe het spel werkt!<br />

De eisen:<br />

• Het electrospel is goed als de verbindingen kloppen en<br />

jullie de eigen gemaakte opdrachtkaart kunnen spelen.<br />

• De verbindingen aan de achterkant mogen elkaar<br />

onderling niet raken.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: ga naast elkaar zitten en speel allebei het spel.<br />

Beantwoord de volgende vragen op papier:<br />

- Hoe kun je het lampje laten branden?<br />

- Hoe komt het, dat je de twee ‘stekkertjes’ bij twee<br />

kaartjes houdt en dat het lampje toch niet gaat branden.<br />

- Schrijf alle onderdelen van het elektrospel op.<br />

- Waarom kun je verschillende kaarten gebruiken bij één<br />

elektrospel?<br />

- Maak een tekening van de stroomkring.<br />

o Stap 2: maak van stevig karton een ‘spelbak’ om de kaart<br />

op te kunnen spelen. Denk na hoe bijvoorbeeld een<br />

schoenendoos in elkaar zit. ⇒<br />

o Stap 3: maak de stroomkring voor het spel. ⇒<br />

o Stap 4: ontwerp allebei een opdrachtkaart (pak daarvoor<br />

het bijbehorende werkblad) ⇒<br />

o Stap 5: test de eigen gemaakte opdrachtkaarten op je<br />

eigen gemaakt electrospel!


Stroomkring<br />

Om elektriciteit te kunnen<br />

gebruiken moet je een<br />

stroomkring maken.<br />

Is de kring gesloten; dan gaan de<br />

elektronen stromen en gaat de<br />

lamp aan.<br />

Wordt de stroomkring verbroken<br />

dan gaat de lamp uit.<br />

Om een stroomkring te verbreken<br />

gebruik je meestal een schakelaar<br />

Elektronen<br />

Elektronen stromen alleen als de<br />

stroomkring gesloten is.<br />

Elektronen stromen van een plaats<br />

met veel elektronen naar een<br />

plaats met weinig elektronen.<br />

Bij een batterij stromen de<br />

elektronen van de minpool (-) naar<br />

de pluspool (+).<br />

Met een schakelaar sluit of<br />

verbreek je de stroomkring.<br />

Als de stroomkring gesloten is dan<br />

gaat het lampje aan.<br />

Als de stroomkring verbroken is<br />

dan gaat het lampje uit.<br />

www.mediatheek.thinkquest.nl<br />

Maken:<br />

In de opdrachtkaart moeten gaatjes, die maak je met een holpijpje (je hebt ook een hamer nodig) Achter de<br />

gaatjes plak je aluminiumfolie.<br />

De speelbak:<br />

- De speelbak wordt een holle doos waarin de bedrading en de batterij zich bevinden. (denk aan een<br />

schoenendoos)<br />

- Op de kartonnen bovenplaat teken je vier rijen met puntjes af (20 stipjes). Meet dit uit met je liniaal!<br />

- Prik de stipjes door met een priem.<br />

- Stop in elk gaatje een splitpen, buig de lipjes aan de achterkant om.<br />

- Maak met elektriciteitsdraad verbindingen tussen de splitpennen. Met 20 gaatjes betekent dat, dat je 10<br />

verbindingen moet maken.<br />

- Bevestig de fitting in de holle doos, maar wel zo dat je kan zien wanneer het lampje brand. Maak de<br />

stroomkring met de batterij, het lampje en de twee lange draden om het spel te spelen. Aan de uiteinden<br />

van de draden maak je een paperclip vast.<br />

Testen:<br />

Probeer het spel uit! Kloppen de verbindingen?<br />

Waar moesten jullie rekening mee houden? Is dat gelukt?<br />

Ontwerp meerdere opdrachtkaarten om<br />

Op het eigen gemaakte spel te spelen.<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema 4: Spel en speelgoed<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. Drakenstein Individueel Een drakenkop met 44-45 Productie,<br />

bewegende bek<br />

constructie,<br />

transport<br />

2. Poppenspel Duo Verschillende 44-45 Productie,<br />

trekpoppen<br />

constructie,<br />

transport<br />

1. Griezelen Duo<br />

Kaarten groep 7/8<br />

Een spin die uit<br />

zijn hol komt<br />

44-45 Productie,<br />

constructie<br />

2. Monopoly Duo Een monopolyspel 44-45 Productie,<br />

constructie,<br />

transport<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. de spelletjes, productie.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

- Speelgoed van de kinderen.<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over de productie van spelletjes<br />

Praatplaat<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen die kan vertellen over productiewerk.<br />

Speelgoed van de kinderen onderzoeken.<br />

Spellenochtend/middag organiseren door de kinderen<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin de kinderen hun technische producten kunnen<br />

demonstreren aan andere klassen, ouders, etc.<br />

Klassikaal een eigen klassenspel ontwerpen en maken, waarin de klas hun eigen<br />

spelregels, spelvormen, etc. bedenken. Dit kan in samenwerkingsgroepjes worden<br />

aangeboden en uitgevoerd worden.<br />

Spellenochtend/middag organiseren


Deelgebied: Transport (lucht)<br />

Thema: Spel en speelgoed Leerlijn: beweging overbrengen met lucht<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln maken een drakenbek<br />

die in beweging wordt gebracht<br />

met een ballon.<br />

Doel - De lln onderzoeken de<br />

werking van luchtdruk.<br />

- De lln leren hoe ze een<br />

scharnier zelf kunnen maken.<br />

- De lln leren hoe de luchtdruk<br />

in een ballon werkt.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Transport: de lln leren dat je<br />

met samengeperste lucht iets<br />

op kunt tillen of in beweging<br />

kunt zetten, door de lucht weer<br />

vrij te laten zakt het weer.<br />

Thema: A tot Z. Kaart12, De S<br />

is van Stuiteren.<br />

De lln maken een griezelspin<br />

dat handmatig in beweging<br />

wordt gebracht m.b.v.<br />

luchtdruk.<br />

- De lln onderzoeken de<br />

werking van luchtdruk.<br />

- De lln leren om gestelde<br />

probleemsituaties op te lossen<br />

m.b.v. schetsen.<br />

(oplossingsgericht denken)<br />

- De lln leren omgaan met<br />

verschillende<br />

gereedschappen/materialen.<br />

Transport: de lln leren dat je<br />

met lucht beweging kunt<br />

overbrengen door druk uit te<br />

oefenen.<br />

Groep 5-6:<br />

Thema: Wereld in het klein<br />

Kaart: 13 - De wereld van de<br />

spin.<br />

Groep 7-8:<br />

Thema: Water, Aarde, lucht en<br />

vuur<br />

Kaart: 10 – Heel zwaar en toch<br />

vliegen?<br />

Andere vakken - Taal: Bijv. Muurkrant maken<br />

over luchtdruk.<br />

Filmpjes www.teleblik.nl:<br />

www.teleblik.nl:<br />

Zoekwoord: luchtdruk, pagina - Een proefje met een<br />

2: filmpje het klokhuis<br />

luchtpomp.


Bron: www.airbrush-bozo.be<br />

www.ontdekplek.nl<br />

www.anhangerschap.nl<br />

aflevering luchtdruk. - Luchtdruk en wind<br />

- Met een test kun je luchtdruk<br />

zien.<br />

- Luchtdruk kun je niet voelen<br />

en toch heeft het gewicht.<br />

- Het klokhuis<br />

www.<strong>techniek</strong>coach.nl<br />

www.malmberg.nl


Thema: Spel en speelgoed<br />

Groep: 5/6 korte opdracht<br />

Hoe spannend is het als jij een draak kunt<br />

knutselen die echt zijn bek open en dicht kan<br />

doen! Je gaat iets maken met een pneumatisch<br />

systeem. Dat is een heel moeilijk woord voor iets<br />

dat met luchtdruk wordt bewogen.<br />

Materialen<br />

• Karton Papier<br />

• Lijm Potlood<br />

• Schaar<br />

• Knutselpapier/ materialen als doosjes<br />

• Ballon<br />

… luchtdruk is de lucht die<br />

druk oefent door haar gewicht<br />

op de aarde? Dit kun je meten<br />

met een barometer!<br />

De opdracht:<br />

Je gaat met behulp van 2 kartonnen plaatjes of 2 deksels en een<br />

ballon eerst de beweging uitproberen. Daarna ga je een<br />

drakenkop maken die met behulp van de ballon echt open kan<br />

gaan.<br />

De eisen:<br />

• Je draak is af als alles erop en eraan zit. Een draak heeft<br />

namelijk ogen,oren, neus, tanden, zichtbare schubben.<br />

• Het systeem (de ballon met lucht) dat de bek in beweging<br />

brengt is pas goed als de bek echt open kan gaan.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: neem 2 stukken karton maak ze zo aan elkaar dat<br />

ze aan één kant als een scharnier werken. Kijk maar eens<br />

naar een deur, deze gaat open met scharnieren. ⇒<br />

o Stap 2: maak een ontwerp van een drakenkop. Teken in je<br />

ontwerp de bewegende bek.<br />

o Stap 3: in het scharnier maak je een opening voor de<br />

ballon, de ballon druk je door de opening. ⇒<br />

o Stap 4: blaas de ballon op, wat gebeurt er?<br />

o Stap 5: maak van de twee kartonnen plaatjes je eigen<br />

draak, wees zo origineel mogelijk!


Luchtdruk<br />

Je merkt er niets van, maar de<br />

lucht om ons heen duwt overal<br />

tegenaan. Dat duwen noemen we<br />

luchtdruk. Lucht zit aan alle kanten<br />

en duwt dus ook van alle kanten.<br />

Lucht die stilstaat duwt harder<br />

dan lucht die beweegt. Als je<br />

blaast laat je de lucht bewegen.<br />

De ballon<br />

In een opgeblazen ballon zit<br />

samengeperste lucht. In de ballon<br />

is dus veel luchtdruk, de luchtdruk<br />

in de ballon is hoger dan de<br />

luchtdruk buiten de ballon. Lucht<br />

stroomt altijd van een plaats met<br />

een hoge luchtdruk naar een plaats<br />

met een lage luchtdruk. De lucht<br />

wil dus graag de ballon uit, maar<br />

dat kan niet omdat de ballon<br />

dichtgehouden wordt. Als je de<br />

ballon loslaat, kan de lucht maar op<br />

1 plaats de ballon uit, uit het<br />

tuitje. Als je dus de ballon<br />

opblaast gaat de bek open en als je<br />

de ballon leeg laat lopen gaat de<br />

bek weer dicht.Maar hoe werkt dat<br />

nou bij de lift?<br />

www.proefjes.nl<br />

Maken:<br />

Stap 1 en 3:<br />

Uitdaging!<br />

Met lucht kun je meerdere voorwerpen omhoog of omlaag laten gaan. Denk maar eens aan een lift. Maak er een.<br />

Probeer er een stapel boeken mee omhoog te krijgen!<br />

Nabespreking:<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: Spel en speelgoed<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

Kleine, zwarte, dikke en kriebelige beestjes…<br />

Je kent ze vast wel, SPINNEN!<br />

Sommige mensen zijn bang voor spinnen, andere<br />

mensen vinden spinnen juist leuk!<br />

En jij?! Ben jij bang voor spinnen?<br />

Materialen Splitpennen<br />

• Melkpak (omgespoeld) Schaar<br />

• Stevig karton Niettang<br />

• 2 spuiten (1 x 10ml en 1 x 20 ml) Handboor met boortje van 2mm<br />

• Slang ± 30 cm Kniptang<br />

• Knutselmaterialen Buigtang<br />

• Dun ijzerdraad Lijmpistool met lijmpatronen<br />

… Luchtdruk, de lucht is die<br />

druk oefent door haar gewicht<br />

op de aarde. Dit kun je meten<br />

met een barometer?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een griezelspin maken die in zijn hol zit verstopt, om<br />

anderen mee af te schrikken!<br />

De eisen:<br />

• De spin moet kunnen bewegen door middel van lucht en in<br />

zijn hol passen.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: maak een schets waarbij jullie nadenken hoe het<br />

melkpak (= hol) op een stevig karton kan worden<br />

gezet en toch nog in de binnenkant kan komen om<br />

te werken. Aan het eind moet de opening niet<br />

meer te zien zijn en de spin moet uit zijn hol<br />

kunnen komen.<br />

o Stap 2: bespreek dit met elkaar en maak het hol van de<br />

spin van het melkpak.<br />

o Stap 3: maak een griezelige spin die in zijn hol past.<br />

o Stap 4: met de spuiten kunnen jullie de spin uit zijn hol<br />

laten bewegen. Experimenteer met de 2 spuiten<br />

en de slang hoe dit werkt.<br />

o Stap 5: de spin moet worden vastgemaakt aan de<br />

bewegende spuit. Dit kunnen jullie doen door 2<br />

gaatjes te boren aan de onderkant van de spuit, en<br />

met het lijmpistool en een ijzerdraad de spin vast<br />

te maken. ⇒<br />

o Stap 6: bedenk nu hoe jullie de spuit met de spin vast<br />

kunnen zetten in zijn hol en zelf kunt bedienen om<br />

de spin uit zijn hol te laten komen. Maak hier een<br />

schets van.<br />

o Stap 7: bespreek deze schets met de leerkracht of met<br />

andere leerlingen. Misschien hebben zij nog<br />

aanwijzingen.<br />

o Stap 8: probeer jullie schets uit!


Luchtdruk in een tandartsboor<br />

Bij deze opdracht wordt de spin<br />

handmatig in beweging gezet.<br />

De luchtdruk kun je ook vergroten<br />

met een speciale elektrische pomp.<br />

Deze pomp perst lucht in een<br />

bepaalde ruimte. Door deze lucht<br />

gecontroleerd te laten ontsnappen,<br />

ontstaat een<br />

aandrijvingmechanisme voor<br />

gereedschap, ofwel de<br />

tandartsboor!<br />

Een pomp vergroot de luchtdruk in<br />

de luchtslang. De lucht zoekt een<br />

uitweg en ontsnapt door een buisje<br />

naar de boor toe. De lucht blaast<br />

tegen een klein tandwieltje waar<br />

een boortje aan is bevestigd. Dit<br />

boortje gaat nu draaien. Door een<br />

tweede buisje gaat de lucht weer<br />

terug. Telkens wordt er nieuwe<br />

lucht het systeem ingeperst.<br />

Hierdoor blijft de boor draaien!<br />

En dat kan soms behoorlijk pijn<br />

doen als je flinke kiespijn hebt!<br />

Stap 5:<br />

1 2 3<br />

Testen<br />

Lukt het jullie om de spin bewegend uit zijn hol te krijgen?<br />

Jullie ontwerp is goed gelukt als dit mogelijk is.<br />

Probeer de spin eens te laten bewegen met water. Jullie kunnen de lucht in de spuit vervangen door water. Wat zien<br />

jullie gebeuren?<br />

Verbeteren<br />

Is het niet helemaal geworden als jullie verwacht hadden, ga dan eens terug kijken naar het stappenplan.<br />

Misschien kun je nog even informatie zoeken over luchtdruk.<br />

Uitdaging!<br />

Gebruik de griezelspin maar eens bij leerkrachten of je moeder! Eens kijken wie er bang zal zijn voor spinnen!<br />

Nabespreking<br />

- Kun je aangeven hoe het kan<br />

dat de spuiten bewegen? Hoe<br />

werkt luchtdruk?<br />

- Welke aanwijzingen hebben<br />

anderen gegeven?


Deelgebied: Productie<br />

Thema: Spel en speelgoed Leerlijn: het produceren van voorwerpen.<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan meerdere<br />

trekpoppen maken, ze zetten<br />

daarvoor een productielijn op.<br />

Doel - De lln leren hoe een<br />

productielijn in stappen<br />

verdeeld kan worden.<br />

- De lln leren deeltaken in een<br />

productielijn te onderscheiden.<br />

- De lln ervaren hoe in serie<br />

produceren verloopt.<br />

- De lln onderzoeken hoe de<br />

bewegende delen samen<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

bewegen en los van elkaar.<br />

Productie: De lln ervaren hoe<br />

een productielijn in werking<br />

gaat. de kinderen ervaren hoe<br />

het is om een voorwerp in<br />

onderdelen te maken en niet<br />

helemaal. Ze herhalen steeds<br />

dezelfde handeling.<br />

Thema: boerderij. Kaart 5, Van<br />

melk tot kaas. Kaart 11, Van<br />

meel tot…….<br />

De lln gaan een eigen variant<br />

op het spel monopoly<br />

ontwerpen en produceren.<br />

- De lln leren om vanuit een<br />

ontwerp een eigen spel te<br />

maken. (leren plannen)<br />

- De lln werken aan<br />

communicatie- en<br />

presentatievaardigheden.<br />

- De lln leren taken te verdelen<br />

om een goede samenwerking<br />

tot stand te brengen.<br />

Productie: De lln ervaren hoe<br />

het spel wordt geproduceerd.<br />

Welke elementen bevatten het<br />

spel? Welke materialen heb ik<br />

nodig om het spel te<br />

ontwikkelen?<br />

Andere vakken - Taal: het maken van een<br />

reclamefolder en<br />

presentatievaardigheden<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: poppen: filmpje<br />

poppenspel.<br />

Bron: www.hetanderespeelgoed.be<br />

www.kleurplaten.nl<br />

www.puppetpark.com<br />

-<br />

aanleren.<br />

www.hetklokhuis.nl →<br />

spelletjes<br />

www.webquests.nl<br />

http://www.vakkenweb.nl


Thema: Spel en speelgoed<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Als verschillende mensen (of machines) in een<br />

fabriek de onderdelen van een product maken,<br />

noem je dat een productielijn. Jullie gaan nu met<br />

z’n tweeën een productielijn maken van<br />

trekpoppen.<br />

Materialen<br />

• Werkblad van de trekpop<br />

• Perforator<br />

• Splitpennen<br />

• Scharen<br />

• Stiften<br />

• Karton<br />

……..de schimmenpoppen in<br />

Indonesië Wajangpoppen<br />

heten?<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan met z’n tweeën een productielijn opzetten van<br />

trekpoppen. Dat betekent dat jullie de taken verdelen. Jullie<br />

maken dus niet ieder één pop, maar samen zeker vier poppen.<br />

De eisen:<br />

• De taken zijn verdeeld.<br />

• De poppen hebben elk een andere voorstelling.<br />

• De poppen werken als een trekpop.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: jullie nemen het werkblad van de trekpop. Verdeel<br />

de taken;<br />

o Stap 2: maak een stappenplan, wie doet wat;<br />

o Stap 3: één iemand begint met natekenen op karton;<br />

o Stap 4: de ander begint met knippen;<br />

o Stap 5: dan maakt degene die getekend heeft de gaatjes<br />

op de plaatsen van de scharnieren;<br />

o Stap 6: daarna worden de figuren ingekleurd;<br />

o Stap 7: tot slot worden de poppen in elkaar gezet.


Poppen<br />

Poppen bewegen bijna als mensen.<br />

Een marionet is een goed voorbeeld<br />

van een zo’n pop. Een marionet<br />

heeft veel scharnierende delen.<br />

Die kunnen buigen en draaien, net<br />

als onze gewrichten. Een marionet<br />

hangt aan draden, die zitten aan<br />

een speelhoutje. Als een speler het<br />

houtje draait of aan een draad<br />

trekt, volgt de marionet, soms lijkt<br />

de marionet echt te leven…..<br />

Schimmenspel<br />

Schimmenpoppen kunnen hun<br />

armen, benen en hoofd bewegen.<br />

Met een splitpen zijn de<br />

bewegende delen met elkaar<br />

verbonden. Zo ontstaat een<br />

scharnier. Door een ‘gekoppelde<br />

beweging’ (net als een trekpop)<br />

bewegen meer delen van de pop<br />

tegelijk. Met een lamp erachter<br />

zie je het spel van de schimmen<br />

die je maakt met de pop.<br />

Turkse en Indonesische<br />

schimmenpoppen worden van<br />

doorzichtig leer gemaakt. Het<br />

leer wordt geverfd en de<br />

schaduwen zijn dan gekleurd.<br />

De gewone trekpoppen hebben<br />

geen licht nodig, omdat ze<br />

helemaal ingekleurd zijn.<br />

Leefwereld groep 7<br />

Maken:<br />

De vormen van de poppen zijn rond en kunnen als mens en als dier gemaakt worden. Misschien kunnen jullie zelf een<br />

hoedje of oren toevoegen? Verdeel dit ook als taak.<br />

Kunnen jullie ook bewegende ogen maken???? Bedenk zelf hoe en probeer het uit!<br />

Uitdaging!:<br />

Bedenk een verhaal met de gemaakte poppen. Jullie mogen de armen en benen ook los laten bewegen. Bedenk samen<br />

hoe jullie dat kunnen doen. Presenteer het verhaal aan je klas!<br />

Marionettenpoppen<br />

Nabespreking<br />

- Is het leuk om op deze manier<br />

veel dezelfde voorwerpen te<br />

maken?<br />

- Is het prettig om maar 1<br />

onderdeel te maken?<br />

- Liep het goed of moesten jullie<br />

vaak wachten?


Thema: Spel en speelgoed<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

Je kent vast wel het spel Monopoly! Het spel<br />

waarbij je probeert om zoveel mogelijk geld te<br />

verdienen, door het kopen van straten en het<br />

bouwen van huizen, en je medespelers te<br />

verslaan. In de winkel zijn er vele varianten op<br />

het spel te koop, zoals Disney of Euro Monopoly.<br />

Materialen<br />

• Internet Verf Planformulier<br />

• Monopolyspel Stiften<br />

• Potlood Schaar<br />

• Ruitjespapier Lijm<br />

• Karton en eigen invulling<br />

…het spel Monopoly bekend is<br />

over de hele wereld. Het spel<br />

is al in ruim 26 talen<br />

verschenen?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie zijn twee spellenontwerpers geworden. Jullie krijgen de<br />

opdracht om een nieuwe variant op het Monopolyspel te<br />

ontwikkelen.<br />

De eisen:<br />

• Het spel moet vernieuwend zijn. Er moeten minimaal 4<br />

nieuwe kenmerken in. Dus maak geen bestaand<br />

monopolyspel na.<br />

• De reclamefolder moet uitnodigend zijn.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: jullie gaan je verdiepen in de achtergrond van het<br />

spel. Denk hierbij aan de geschiedenis van het spel<br />

en de spelregels. (Dit heb je later nodig)<br />

o Stap 2: om te weten hoe het spel gaat, is het verstandig<br />

om het spel een keer samen te spelen . Dat kan<br />

met een echt bordspel of op de computer.<br />

o Stap 3: ontwerp jullie eigen Monopolyspel! ⇒<br />

Let ook op een duidelijke taakverdeling, gebruik<br />

hiervoor het planformulier. Laat het ontwerp<br />

goedkeuren door de leerkracht.<br />

o Stap 4: als jullie tevreden zijn met het ontwerp, kunnen<br />

jullie aan het slag om het spel te maken met de<br />

materialen die jullie gekozen hebben.<br />

o Stap 5: als jullie monopolyspel af is, ga je een keer samen<br />

het spel spelen. Jullie kunnen dan controleren of<br />

het spel goed is en of het spel goed verloopt. Pas<br />

het spel aan, als jullie problemen tegenkomen.<br />

o Stap 6: het spel moet natuurlijk goed verkocht worden.<br />

Dit gebeurt door reclame te maken. Jullie gaan<br />

een folder maken, waarin jullie de klas overtuigen<br />

van het spel. ⇒


In de fabriek<br />

Voordat een serieproduct gemaakt<br />

is doorloopt het in de fabriek een<br />

lange weg met productie machines.<br />

Zo’n lange weg noemen ze een<br />

productie straat. Hierbij is het erg<br />

belangrijk dat elke stap bij de<br />

productie machine ongeveer even<br />

lang duurt. Het goed uitdenken is<br />

dan ook een flink gepuzzel.<br />

De fabriek heeft in een dergelijk<br />

productiestraat verschillende<br />

machines staan, die verschillende<br />

onderdelen van een product maken.<br />

Elke machine heeft een bepaalde<br />

tijd nodig om het product af te<br />

werken en door middel van een<br />

lopende band naar de volgende<br />

machine te brengen. Zo kun je<br />

uiteindelijk berekenen hoelang een<br />

productie van 1, van 10 of van 1000<br />

spellen duurt.<br />

Als je dit weet kun je grote en<br />

kleine bestellingen aannemen en<br />

kan een fabriek geld verdienen!<br />

Ontwerpen: stap 3<br />

Bij het maken van het ontwerp kun je rekening houden met de volgende punten:<br />

• Welk onderwerp kiezen we voor het Monopolyspel?<br />

• Welke materialen hebben we nodig bij de verschillende onderdelen?<br />

• Hoe komt het spel eruit te zien? Welke kleuren, welke vormen, welke straatnamen, enzovoort.<br />

• Welke speelpionnen en huisjes gaan we gebruiken?<br />

• Hoe groot moet het bord worden? Welke afmetingen gebruiken we voor het bord, de kaartjes, enzovoort?<br />

(De afmetingen moeten terug te zien zijn in de ontwerptekening)<br />

Stap 6: Kenmerken van een folder<br />

• De folder moet kinderen uitnodigen om verder te lezen.<br />

• Je moet duidelijk kunnen zien waar de folder over gaat.<br />

• De spelregels moeten aanwezig zijn.<br />

Testen:<br />

Jullie gaan samen met de leerkracht controleren of het spel goed is.<br />

Zijn de eisen terug te zien in het spel en folder?<br />

Hebben jullie gebruik gemaakt van de punten die zijn aangegeven voor het maken van het ontwerp en de folder?<br />

Presenteer jullie spel en folder aan de klas.<br />

Veel speelplezier!<br />

Nabespreking<br />

- Wat vonden jullie een<br />

moeilijk onderdeel?<br />

- Hebben jullie een duidelijke<br />

taakverdeling gebruikt?


Thema 5: De tijdmachine<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. We staan stil bij Duo Bouwwerk van 44-45 Communicatie,<br />

de tijd<br />

k’nex<br />

transport<br />

2. Berichten op Duo Een bekertelefoon 44-45 Communicatie,<br />

afstand<br />

transport<br />

Kaarten groep 7/8<br />

1.<br />

2.<br />

3. Katapult Duo Een katapult 44-45 Communicatie,<br />

transport<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. <strong>techniek</strong>ontwikkelingen door de tijd heen.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over <strong>techniek</strong> vroeger en nu.<br />

Praatplaat<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen die kan vertellen over <strong>techniek</strong> van<br />

vroeger en nu.<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.


Deelgebied: Transport<br />

Thema: de tijdmachine Leerlijn: beweging via tandwielen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln bekijken een filmpje over<br />

de werking van een klok. De lln<br />

bekijken de binnenkant van de<br />

klok en maken een<br />

draaipuzzel. Tot slot bouwen<br />

de lln een bouwwerk van k’nex<br />

waarin ze gebruik maken van<br />

de tandwielaandrijving.<br />

Doel - De lln ervaren dat<br />

verschillende tandwielen een<br />

voorwerp in beweging kan<br />

brengen.<br />

- De lln ervaren dat tandwielen<br />

in verschillende<br />

gebruiksvoorwerpen en<br />

constructies gebruikt worden<br />

als aandrijving.<br />

- De lln ervaren dat de grote<br />

van elk tandwiel in verband<br />

staat met de snelheid waarmee<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

ze draaien.<br />

Transport: de lln ervaren dat<br />

voorwerpen en constructies<br />

niet zomaar bewegen. Ze<br />

ervaren ook dat er niet altijd<br />

een ingewikkelde motor nodig<br />

is om iets in beweging te<br />

zetten.<br />

-<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: tandwielen,<br />

filmpje: de werking van een<br />

slingerklok en een horloge.<br />

Bron: ´maak het maar´ les 21 MB<br />

www.brassa.nl


Thema: De tijdmachine<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Een molen, een fiets, een horloge, een klok.<br />

Allemaal voorwerpen en constructies die bewegen<br />

met behulp van tandwielen. We hebben 2 soorten<br />

molens, wind en water. Dat zijn meteen de<br />

aandrijvers van de tandwielen. Iets in beweging<br />

brengen zonder motor kan dus! Met deze kaart<br />

gaan jullie dat onderzoeken.<br />

Materialen<br />

• Computer met internet Lijm<br />

• Werkblad Grondplaat van hout<br />

• Dekseltjes in verschillende maten Krat met k’nex<br />

• Golfkarton Pen<br />

• Spijkers Wekker<br />

…… wist je dat als je twee<br />

tandwielen in elkaar laat<br />

draaien, ze allebei een<br />

andere kant op draaien!<br />

De opdracht:<br />

Jullie bekijken eerst een filmpje over de werking van een klok.<br />

Daarna maken jullie een draaipuzzel om te laten zien of jullie<br />

snappen hoe beweging via tandwielen in z’n werk gaat. Tot slot<br />

maken jullie een bouwwerk van k’nex.<br />

De eisen:<br />

• Jullie maken een draaipuzzel waarbij je kunt uitleggen<br />

hoe hij werkt en welke kant de tandwielen uit draaien.<br />

• Je maakt iets dat beweegt via tandwielen die je zelf<br />

aandraait.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: bekijk een filmpje op www.teleblik.nl<br />

Vraag de juf om in te loggen, klik dan op primair<br />

onderwijs. Typ het zoekwoord tandwiel in, klik dan het<br />

filmpje: de werking van een slingerklok en een horloge aan<br />

en bekijk het.<br />

o Stap 2: bekijk de wekker aan de binnenkant. ⇒<br />

o Stap 3: pak het bijbehorende werkblad en maak een<br />

draaipuzzel. ⇒<br />

o Stap 4: pak de k’nex in de krat. Maak een eigen bouwwerk<br />

of bouw iets na uit de beschrijving. Laat zien hoe jullie de<br />

tandwielen gebruiken en hoe jullie ze handmatig kunt<br />

laten draaien.


Bewegingsenergie<br />

De bewegingsenergie van wind en<br />

water kan in een andere beweging<br />

worden omgezet.<br />

In een watermolen wordt de<br />

stroming van beek- en rivierwater<br />

gebruikt om de zogenoemde<br />

waterraderen te laten draaien.een<br />

waterrad is een groot wiel dat met<br />

schoepen in het stromende water<br />

draait. Via een as zet het de<br />

tandwielen dan weer in beweging.<br />

Een windmolen doet dit via de<br />

wieken die draaien door de wind.<br />

Tandwielen<br />

Je brengt altijd één tandwiel in<br />

beweging, het aandrijfwiel. Deze<br />

beweging wordt vervolgens<br />

overgebracht op één of meer<br />

andere tandwielen. Dat noemen we<br />

de volgwielen.<br />

Tandwielen die in elkaar grijpen<br />

draaien tegen elkaar in. Kijk maar<br />

eens naar een blikopener.<br />

Door kleine en grote tandwielen<br />

samen te gebruiken kun je de<br />

snelheid verkleinen of vergroten.<br />

Denk maar aan de versnellingen van<br />

je fiets.<br />

Maken:<br />

Stap 2: jullie schroeven de achterkant voorzichtig eraf en bekijken de binnenkant. Je mag er niks uithalen of iets<br />

uit losmaken.<br />

Stap 3: bij vraag 2 op het werkblad moeten jullie de verhouding van de doorsnede geven. Als bijvoorbeeld wiel 1 een<br />

doorsnede heeft van 12 en wiel 2 een doorsnede van 6 is de verhouding 12 : 6.<br />

Uitdaging:<br />

Stap 2: als jullie wel een oude wekker hebben, sloop hem dan en bekijk alle onderdelen eens goed, kunnen jullie zien<br />

hoe het werkt? Leg dat eens uit.<br />

Nabespreking<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat hebben jullie geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: communicatie<br />

Thema: De tijdmachine Leerlijn: een boodschap overbrengen met geluid of licht<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln maken een beker<br />

telefoon en bedenken hoe je<br />

zonder telefoon een<br />

boodschap kunt over brengen.<br />

Doel - De lln kennen het principe<br />

van de bekertelefoon en<br />

kunnen er zelf één maken.<br />

- De lln kunnen op<br />

verschillende manieren<br />

boodschappen overbrengen.<br />

- De lln zijn zich bewust van<br />

het belang van communicatie.<br />

- De lln zijn zich bewust van de<br />

grote rol die de moderne<br />

<strong>techniek</strong> speelt bij de huidige<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

communicatie.<br />

Communicatie: de lln ervaren<br />

dat je ook zonder telefoon en<br />

zonder woorden toch een<br />

boodschap kunt overbrengen.<br />

Thema: Wereld in het klein,<br />

kaart 10. Je oor: klein maar fijn!<br />

Thema: Multimedia, kaart 6.<br />

Dierengepraat. Kaart 8. De<br />

telefoon op een balk.<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: communiceren,<br />

filmpje: communiceren<br />

Bron: Leefwereld groep 6 les 23<br />

www.autoboxmeer.nl


Thema: De tijdmachine<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Iemand bellen of gebeld worden vinden we<br />

tegenwoordig heel normaal. We kunnen bijna niet<br />

meer zonder telefoon! De telefoons worden ook<br />

steeds mooier, hipper en kunnen steeds meer.<br />

Met deze kaart leer je hoe je een boodschap kan<br />

overbrengen zonder telefoon.<br />

Materialen<br />

• Een stuk draad van ongeveer 15 meter Computer met internet<br />

• 2 bekers Papier<br />

• Prikpen<br />

• Pen<br />

• Potlood<br />

…… ze vroeger met een<br />

postduif brieven<br />

verstuurden? Toen kon je er<br />

niet vanuit gaan dat het één<br />

dag zou duren!!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een bekertelefoon maken en bedenken hoe je zonder<br />

telefoon een boodschap kunt over brengen.<br />

De eisen:<br />

• De bekertelefoon moet helemaal aan elkaar zitten,<br />

zonder dat het touw door de gaatjes glipt.<br />

• De manier die jullie bedacht hebben om zonder telefoon<br />

een boodschap over te brengen moet op papier staan<br />

uitgelegd. Je mag dus niet schreeuwen!<br />

Stappenplan:<br />

Een boodschap met telefoon:<br />

o Stap 1: ontwerp een bekertelefoon, laat het zien aan de<br />

juf en maak het ontwerp vervolgens met de gekozen<br />

materialen. ⇒<br />

o Stap 2: voer een aantal testen uit om te kijken wanneer<br />

de telefoon goed werkt en wanneer niet. ⇒<br />

Een boodschap zonder telefoon:<br />

o Stap 3: bekijk een filmpje op www.teleblik.nl<br />

Vraag de juf om in te loggen, klik dan op primair<br />

onderwijs. Typ het zoekwoord communiceren in, klik dan<br />

het filmpje: communiceren aan en bekijk het.<br />

o Stap 4: bedenk manieren om een bericht over te brengen<br />

aan iemand die achter een muur staat of heel ver weg is.<br />

Schreeuwen mag niet! Schrijf alle ideeën op papier.<br />

o Stap 5: maak een tekening of schets van de gekozen<br />

manier om een bericht over te brengen. Laat het ontwerp<br />

aan de juf zien.<br />

o Stap 6: probeer jullie uitgekozen manier van<br />

communiceren uit.


Berichten in code<br />

Voordat de telefoon bestond,<br />

verzonden mensen ook al signalen.<br />

Deze signalen moesten over een<br />

afstand te zien of te horen zijn.<br />

een aantal van die signalen wordt<br />

nog gebruikt. Een schip in nood kan<br />

een bericht seinen met<br />

lichtsignalen. Een kerkklok die<br />

slaat vertelt hoe laat het is. Als de<br />

kerkklok luid heeft dat weer een<br />

andere betekenis. Als je deze<br />

codes weet, kun je een bericht<br />

vertalen. Weet je de code niet, dan<br />

begrijp je niet wat de ander je<br />

probeert duidelijk te maken.<br />

Stroomstootjes vervoeren je stem<br />

Met een telefoon is dat natuurlijk<br />

allemaal veel makkelijker. Je<br />

verstaat gewoon wat iemand tegen<br />

je zegt. Dat gaat als volgt. De<br />

telefoon verstuurt berichten via<br />

een kabel. Meestal bestaat die<br />

kabel uit koper of glasvezel. De<br />

microfoon in de hoorn maakt van<br />

jouw stem stroomstootjes. Die<br />

gaan via de kabel naar de andere<br />

telefoon. Daar maakt de<br />

luidspreker bij je oor van die<br />

stroomstootjes weer jouw stem.<br />

Je merkt hier niets van omdat het<br />

razendsnel gebeurt.<br />

Leefwereld groep 6 les23<br />

Testen:<br />

Stap 2:<br />

Zet een kruisje bij het meest geschikte antwoord.<br />

Hoe doet de telefoon het: goed matig niet<br />

Als de draad slap hangt?<br />

Als de draad strak staat?<br />

Als je iets aan de draad<br />

hangt?<br />

Als je om de hoekt<br />

telefoneert?<br />

Als je een kortere draad<br />

gebruikt?<br />

Nabespreking<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: constructie<br />

Thema: De tijdmachine Leerlijn: overbrengingen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln onderzoeken de functie<br />

en werking van een katapult<br />

om vervolgens een eigen<br />

katapult te ontwerpen en te<br />

maken.<br />

Doel - De lln onderzoeken de bouw<br />

van een katapult.<br />

- De lln leren hun ontwerp en<br />

werk te organiseren d.m.v. een<br />

planformulier.<br />

- De lln ervaren wat het<br />

draaipunt van een hefboom is<br />

van een katapult en welke<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

effecten er zijn.<br />

Constructie: de lln leren een<br />

relatie te leggen tussen de<br />

vorm en de werking van een<br />

katapult.<br />

Thema oorlog en vrede:<br />

Kaart 2 – de oorlog van<br />

vroeger en nu<br />

Andere vakken Rekenen- afstanden meten<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Slot Loevestijn<br />

Bron: www.praktische<strong>techniek</strong>.nl<br />

www.wikepedia.nl


Thema: De tijdmachine<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

Vroeger waren bepaalde steden, belangrijke<br />

handelsteden. Deze steden moesten zo goed<br />

mogelijk beschermd worden tegen indringers.<br />

Daar gebruikten ze verschillende <strong>techniek</strong>en<br />

voor; onder andere de katapult!<br />

Materialen<br />

• Werkblad Hout<br />

• Planformulier Touw<br />

• Potlood Elastiekjes<br />

• Ruitjespapier Houtlijm<br />

• Liniaal Figuurzaag<br />

• Groot elastiek …<br />

… de oude Grieken de<br />

katapult hebben bedacht?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een katapult ontwerpen en maken, zoals vroeger.<br />

De eisen:<br />

• De katapult moet werken, zoals dat vroeger ook ging.<br />

• De katapult moet werken, zoals een hefboom.<br />

• De katapult moet een voorwerp ver weg kunnen schieten.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: om meer te weten te komen over de bescherming<br />

van vroeger, maken jullie bij het bij werkblad het<br />

onderdeel ‘steden beschermen’.<br />

o Stap 2: voordat we een katapult gaan bedenken, gaan<br />

jullie experimenteren hoever je kunt schieten.<br />

Dit doen we met onze handen. ⇒<br />

o Stap 3: maak het onderdeel ‘functies van een katapult’ op<br />

het werkblad.<br />

o Stap 4: doe een aantal experimenten om het juiste<br />

draaipunt te onderzoeken. ⇒<br />

o Stap 5: maak samen een ontwerp van een katapult op<br />

ruitjespapier. ⇒<br />

Laat de ontwerpen goedkeuren door de docent.<br />

o Stap 6: om goed aan het werk te gaan, is het verstandig<br />

om een plan van aanpak te maken. Jullie kunnen<br />

hiervoor het planformulier gebruiken.<br />

o Stap 7: de katapult is nu af. Tijd om te testen!<br />

Kan de katapult iets weg schieten?<br />

Hoever kan de katapult iets weg schieten?<br />

En met welk voorwerp?


Kleiduivenschieten<br />

Ook bij kleiduivenschieten wordt<br />

een katapult gebruikt, om de<br />

kleiduiven (ronde, uit gedroogde<br />

klei bestaande, schijven) door de<br />

lucht te schieten, zodat men<br />

daarop kan schieten.<br />

Kleiduivenschieten is voortgekomen<br />

uit de jacht, en werd beoefend<br />

door de rijkere mensen om ook<br />

buiten het seizoen "in vorm" te<br />

blijven. In 1822 komt men al in de<br />

geschiedenisboeken tegen dat de<br />

sport beoefend zou worden door<br />

gespecialiseerde schutters.<br />

Experimenteren:<br />

1) Handkatapult<br />

Maak een handkatapult. In plaats van een handvat voor het elastiek gebruiken we onze vingers.<br />

Probeer met de handkatapult uit waar jullie straks het beste mee kunnen schieten. Ga achter een lijn staan en<br />

schiet het eerste voorwerp weg. Meet met een liniaal, waar het voorwerp voor het eerst de grond raakt.<br />

Dit schrijven jullie op.<br />

Voorwerp om te schieten: Afstand die bereikt is:<br />

Prop papier<br />

Prop aluminiumfolie<br />

Steentje<br />

Gum<br />

tennisbal<br />

2) Hefboom; de juiste draaipunt onderzoeken.<br />

Pak een liniaal en een prop papier. Leg de liniaal zo op het potlood als op het plaatje. Schrijf 3 keer op hoever het<br />

propje komt als je de liniaal zo neerlegt en het propje wegschiet.<br />

Ontwerpen:<br />

o Welke materialen gaan we gebruiken voor de constructie?<br />

o Hoe zorgen we ervoor dat de arm terugschiet als we hem loslaten?<br />

o Hoe maak ik de onderdelen aan elkaar vast.<br />

o Maak een schets van jullie ontwerp(en) van een katapult.<br />

Nabespreking<br />

- Hoe verliep de samenwerking?<br />

- Wat vinden jullie van het<br />

eindresultaat en waarom?<br />

- Wat was nieuw voor je?


Steden beshermen<br />

Sommige steden zijn groter, hebben meer geld en hebben meer macht. In de middeleeuwen<br />

waren er belangrijke steden om mee te handelen.<br />

Tijdens de 80-jarige oorlog probeerden de Spanjaarden Nederland te bezetten.<br />

De mensen beschermden hun steden op verschillende manieren.<br />

1) Hoe kon de bescherming hieronder de mensen helpen?<br />

De bescherming hielp niet altijd. De steden werden toch aangevallen. Bijvoorbeeld met de<br />

katapult. Hieronder zie je een plaatje van een katapult.<br />

2) Bekijk het plaatje en leg uit hoe de katapult werkt.


Functies van een katapult<br />

Een katapult is een hulpmiddel. Met de katapult heb je extra kracht om een voorwerp weg te<br />

schieten. Het voorwerp komt verder weg, dan wanneer je het gooit. Alle gereedschappen en<br />

hulpmiddelen die ervoor zorgen dat iets ons minder kracht kost, nomen we een hefboom.<br />

Een katapult is ook een hefboom.<br />

3) je komt hefbomen op verschillende plekken tegen. Vul de tabel hieronder in.<br />

Bij de katapult gebruik je ook een hefboom. Om een goede katapult te maken moet je weten<br />

waar het draaipunt ligt.<br />

4) Kijk nog eens goed naar de katapult. Onderaan de arm zit een zwaardere steen<br />

gebonden. Waarom is dat gedaan?<br />

5) Als je in plaats van de steen een stukje hout onder de arm<br />

maakt…<br />

… dan schiet de arm langzamer / sneller.<br />

… dan schiet het voorwerp meer / minder ver.


Thema 6: Een pakje voor…<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. In de boot Duo Een bootje van 44 Transport,<br />

verschillende<br />

materialen.<br />

constructie<br />

Kaarten groep 7/8<br />

1. Post over water Duo Een bootje met<br />

aandrijving.<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. verkeer, communicatie.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

44 Transport,<br />

constructie<br />

Video over het verkeer of communicatie<br />

Praatplaat<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen, zoals politie, postbode, brandweer,<br />

etc.<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.


Deelgebied: Transport/constructie<br />

Thema: Een pakje voor……. Leerlijn: drijven en zinken/ opwaartse kracht<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan eerst<br />

experimenteren met de<br />

verschijnselen zinken en<br />

drijven. Vervolgens maken ze<br />

hun eigen bootje, dat blijft<br />

drijven en ook ‘echt’ kan varen.<br />

Doel - De lln kunnen een bootje<br />

maken en het draagvermogen<br />

zelf vaststellen.<br />

- De lln kunnen van<br />

eenvoudige materialen een<br />

bootje ontwerpen en maken<br />

dat snel kan varen.<br />

- De lln onderzoeken de<br />

verschijnselen zinken en<br />

drijven.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Transport: de lln ervaren dat<br />

holle voorwerpen van welk<br />

materiaal dat ook blijven<br />

drijven. Ze maken kennis met<br />

de term: opwaartse kracht.<br />

Groep 5-6:<br />

Thema reizen kaart 3 Ter<br />

zee…<br />

Thema Water, aarde, lucht en<br />

vuur, kaart 3 boot of luchtbed,<br />

kaart 4 water…. Spannend!<br />

Andere vakken - -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: boten, filmpje:<br />

waarom blijft een stalen boot<br />

drijven?<br />

De lln gaan een boot<br />

ontwerpen en maken waarbij<br />

ze kennis maken met de<br />

opwaartse kracht en de<br />

aandrijving van een boot.<br />

- De lln onderzoeken de relatie<br />

tussen vorm, materiaalgebruik<br />

en omgeving van een boot.<br />

- De lln kennen verschillende<br />

mogelijkheden van aandrijving<br />

bij een boot.<br />

- De lln ontwerpen een eigen<br />

boot met bepaalde eisen.<br />

(oplosstrategieën)<br />

- De lln gaan structureel aan de<br />

slag d.m.v. het planformulier.<br />

Transport: de lln leren een<br />

relatie te leggen tussen vorm,<br />

materiaal en omgeving van een<br />

boot.<br />

-<br />

www.teleblik.nl<br />

‘waarom blijft een stalen boot<br />

drijven?’<br />

‘het ontwerpen van een schip’


Bron: www.bootnederland.nl<br />

www.wereldomroep.nl<br />

‘leefwereld’ groep 5 les 9<br />

www.teleblik.nl<br />

‘waarom is alles in het water<br />

veel lichter?’<br />

Malmberg <strong>techniek</strong><br />

www.ontdekplek.nl


Thema: Een pakje voor……<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Er zijn heel veel vervoersmiddelen die dieren,<br />

mensen, onze post of goederen van plek A naar<br />

plek B brengen. Met deze kaart nemen jullie de<br />

boot ‘onder de loep’! Hoe kan het eigenlijk dat<br />

zo’n zware boot toch blijft drijven?<br />

Materialen<br />

• Werkblad en pen Toiletrollen<br />

• Karton Plakband<br />

• Stukje aluminiumfolie Satéprikkers<br />

• Plasticine Plastic tas (vuilniszak of boterhamzakje)<br />

• Gewichten of knikkers Drinkpak van melk of sap<br />

• Bak met water Schaar en lijm<br />

… jij zelf ook drijft in het<br />

water? Houd in het zwembad<br />

je adem in en ga rustig op het<br />

water liggen!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan onderzoeken welke bootjes meer gewicht kunnen<br />

hebben en dus het beste drijven.<br />

De eisen:<br />

• Je boot is goed als hij blijft drijven en in het water<br />

vooruit kan komen.<br />

• De boot moet 15 cm lang zijn.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: bekijk het filmpje op www.teleblik.nl<br />

Vraag de juf om in te loggen, klik dan op primair<br />

onderwijs. Typ het zoekwoord boten in, klik dan het<br />

filmpje: waarom blijft een stalen boot drijven?<br />

en bekijk het.<br />

o Stap 2: pak het bijbehorende werkblad. Bouw twee<br />

bootjes zoals beschreven is en noteer je bevindingen op<br />

het werkblad.<br />

o Stap 3: ontwerp je eigen boot! De boot mag niet langer<br />

zijn dan 15 cm. Bedenk eerst waarvan je de boot wilt<br />

maken. Denk ook goed na over de manier van<br />

voortbewegen. ⇒


Zinken en drijven<br />

Waarom zinkt een blokje staal wel<br />

en een grote boot van staal niet?<br />

Een boot is niet een massief blok<br />

staal, maar een laagje staal met<br />

daarin lucht. De boot verplaatst<br />

heel veel water, doordat hij groot<br />

is. De boot blijft drijven omdat hij<br />

niet zwaarder is dan de<br />

hoeveelheid water die hij<br />

verplaatst.<br />

Opwaartse kracht<br />

De beroemde wetenschapper<br />

Archimedes kwam tot<br />

onderstaande ontdekking. Een<br />

blokje hout drijft op het water.<br />

Als je het blokje naar beneden<br />

duwt, komt het water omhoog. Je<br />

duwt het water weg. Het water<br />

duwt terug, dat noemen we<br />

‘opwaartse kracht’. Een blokje<br />

hout zinkt als het zwaarder is dan<br />

een blokje water dat even groot is.<br />

Het materiaal waarvan het blokje<br />

gemaakt is, bepaalt het gewicht.<br />

Dit ‘soortelijk gewicht’ zorgt<br />

ervoor dat iets drijft of zinkt.<br />

www.teleblik.nl<br />

Maken:<br />

Stap 3:<br />

Hier zie je enkele voorbeelden van hoe je een bootje kunt maken en hoe je hem kunt laten varen.<br />

Gebruik de materialen die op de kaart staan.<br />

Uitdaging:<br />

Maak nog een boot die op een andere manier voortbeweegt (vaart),<br />

Houd dan een wedstrijdje. Welke boot is het snelste?<br />

Nabespreking<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je makkelijk/ moeilijk?


Thema: Een pakje voor…<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

Boten en schepen zijn ook vervoersmiddelen.<br />

Grote bestellingen voor bedrijven moeten soms<br />

via het water worden vervoerd om af te leveren.<br />

Je hebt vele verschillende soorten boten. Jullie<br />

gaan een boot nu onderzoeken.<br />

Materialen<br />

• Ruitjespapier Knutselmaterialen<br />

• Potlood, gum, liniaal Piepschuim<br />

• Planformulier Leeg melkpak<br />

• Ballon …<br />

• watertafel<br />

… het drijven van een boot<br />

op het water te maken<br />

heeft met de vorm en de<br />

dichtheid?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een eigen boot ontwerpen en maken die op een bepaalde<br />

manier wordt aangedreven.<br />

Eisen:<br />

• De boot is tenminste 20 centimeter lang.<br />

• De boot moet 10 munten kunnen dragen zonder te kantelen<br />

of te zinken.<br />

• De boot moet worden aangedreven door de energie van wind<br />

of een opgewonden elastiek.<br />

• De boot moet op eigen kracht de overkant van een<br />

watertafel kunnen bereiken.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: ga op zoek naar informatie over de aandrijving van<br />

boten op het water en hoe het kan dat een boot blijft<br />

drijven.<br />

o Stap 2: om een eigen boot te maken, moeten jullie eerst<br />

nadenken over de vorm en grootte van de boot. Jullie<br />

gaan ideeën op papier uitwerken tot ontwerpschetsen.<br />

⇒<br />

o Stap 3: om jullie ontwerp te maken met verschillende<br />

materialen, is het verstandig te bedenken hoe je het<br />

ontwerp gaat uitvoeren; hoe gaan jullie het aanpakken<br />

en met welke materialen? Vul het planformulier in.<br />

o Stap 4: laat het planformulier en jullie gemaakte schetsen<br />

controleren door de leerkracht. Pas eventueel<br />

verbeteringen aan.<br />

o Stap 5: jullie gaan de boot maken zoals jullie het hebben<br />

ontworpen. (Denk aan de stappen en de taakverdeling.)<br />

o Stap 6: als de boot klaar is, ga je samen de boot testen. ⇒


De kracht van water.<br />

Als je iemand onder water optilt,<br />

lijkt het alsof die persoon onder<br />

water veel lichter is. In<br />

werkelijkheid is die persoon<br />

natuurlijk niet lichter. Maar wat<br />

wel anders is, is dat het water als<br />

het ware ‘mee draagt’. We noemen<br />

dat de opwaartse kracht van<br />

water.<br />

Er is een wet die zegt dat de<br />

opwaartse kracht gelijk is aan het<br />

gewicht van het door die persoon<br />

verplaatste water. Dus: hoe groter<br />

de hoeveelheid water die wordt<br />

verplaatst, hoe groter de<br />

opwaartse kracht.<br />

Deze kracht zorgt er voor dat een<br />

groot zwaar schip kan blijven<br />

drijven. De vorm van de onderkant<br />

van de boot zorgt ervoor dat er<br />

veel water wordt verplaatst.<br />

Ontwerpen:<br />

o Bedenk wat voor soort boot jullie gaan maken.<br />

o Denk na welke constructie nodig is om de boot stevig genoeg te maken.<br />

o Geef in het ontwerp aan hoe jullie bepaalde materialen aan elkaar willen verbinden en hoe het werkt.<br />

o Maak een schets van jullie ontwerp(en) van een boot en denk hierbij aan de eisen.<br />

o Zorg dat jullie zorgvuldig werken. Werk overzichtelijk. De schets moet voor een ander ook duidelijk zijn.<br />

Testen:<br />

o Is de boot minimaal 20 centimeter lang?<br />

o Kan de boot 10 munten dragen zonder te zinken of te kantelen?<br />

o Heeft de boot een elastiekmotor of heb je gebruik gemaakt van windenergie?<br />

o Kan de boot de overkant van de watertafel bereiken? En hoe kan dat?<br />

Je ontwerp is goed gelukt als jullie boot aan alle eisen voldoet. Als de boot nog niet voldoet aan de eisen, kun je het<br />

ontwerp gaan verbeteren. Je kunt gebruik maken van enkele filmpjes op het internet. Vraag ernaar bij je<br />

leerkracht.<br />

o Kunnen jullie verklaren waarom de boot drijft/zinkt?<br />

Uitdaging:<br />

Wie kan het snelst de boot aan de andere kant van de watertafel krijgen?<br />

Neem de tijd op.<br />

Nabespreking<br />

- Wat heb je geleerd van het<br />

ontwerpen?<br />

- Wat heeft ervoor gezorgd<br />

dat de boot (niet) goed is<br />

gelukt?


Het doel is:<br />

Ik maak een…./ wij maken een…<br />

Gereedschap:<br />

Ik/wij heb(ben) het volgende gereedschap nodig:<br />

De informatiebronnen zijn:<br />

Stap 1:<br />

Stap 3:<br />

Planformulier<br />

De aanpak<br />

(hoe ga ik/gaan wij te werk…)<br />

De taakverdeling<br />

(wie gaat wat doen?)<br />

Materiaal:<br />

Ik/wij heb(ben) de volgende materialen nodig:<br />

Stap 2:<br />

Stap 4:


Thema 7: De wereldreis<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. Een tent bouwen Duo De kinderen zetten 44-45 Communicatie,<br />

een tent op<br />

constructie,<br />

transport<br />

2. Eenstevige brug Individueel Een brug van 44-45 Communicatie,<br />

papier en<br />

constructie,<br />

sateprikkers<br />

transport<br />

3. Vliegen is een Individueel Een zweefvliegtuig 44-45 Communicatie,<br />

kunst<br />

4.<br />

en een propeller<br />

Kaarten groep 7/8<br />

constructie<br />

1. Een stevige tent Duo Een ontwerp van 44-45 Communicatie,<br />

voor op vakantie.<br />

een tent<br />

constructie,<br />

transport<br />

2. De brug<br />

3.<br />

Duo Een brug 44-45 Communicatie,<br />

constructie,<br />

transport<br />

4. Een camera voor Individueel Een camera 44-45 Communicatie,<br />

vakantiekiekjes<br />

constructie,<br />

transport<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. reizen, reisgidsen.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over reizen, vervoersmiddelen, etc.<br />

Praatplaat<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen, zoals iemand van een reisbureau.<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.<br />

Klassikaal een kleinschalig vakantiepark bouwen, met de opgedane technische<br />

kennis. Wat moet er op het vakantiepark staan, hoe gaan we dat organiseren, etc.


Deelgebied: Constructie<br />

Thema: De wereldreis Leerlijn:een brug bouwen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan bruggen maken<br />

van papier en satéprikkers. Bij<br />

het bouwen van de brug met<br />

papier proberen de lln<br />

verschillende profielen uit. Bij<br />

het bouwen met satéprikkers<br />

gaan de lln aan de slag met<br />

driehoekconstructies.<br />

Doel - De lln maken kennis met<br />

verschillende profielen.<br />

- De lln ervaren dat de<br />

verschillende profielen niet<br />

even sterk zijn<br />

- De lln krijgen inzicht in de<br />

verschillende<br />

constructiemogelijkheden van<br />

een brug.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Constructie: de lln ervaren het<br />

verband dat veel gebruikt wordt<br />

bij de bouw van een brug. Ze<br />

weten hoe het opgebouwd is<br />

en waarom er voor bepaalde<br />

profielen wordt gekozen.<br />

Thema: van A tot Z. kaart 10.<br />

De O is van ontwerpen.<br />

Thema sport en ontspanning.<br />

Kaart 12. een sterke brug van<br />

papier.<br />

De lln ontwerpen en maken<br />

een stevige brug die aan een<br />

aantal eisen moeten voldoen.<br />

- De lln leren een plan van<br />

aanpak maken.<br />

- De lln maken kennis met<br />

verschillende constructies en<br />

profielen.<br />

Constructie: de lln<br />

onderzoeken de verschillende<br />

profielen die in de bouw van<br />

een brug zitten verwerkt.<br />

Andere vakken - -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: brug bouwen. - brug bouwen<br />

Bronnen: www.minbuza.nl<br />

www.praktische<strong>techniek</strong>.nl<br />

www.alucol.nl<br />

www.ontdekplek.nl – brug<br />

Leefwereld groep 6 les 3 www.brugsite.nl<br />

-


Thema: De wereldreis<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Bij het bouwen van een brug moet je nadenken<br />

over het soort materiaal, de verbindingen en de<br />

profielen van het materiaal. Je leert met deze<br />

kaart wat profielen zijn en welke het sterkst<br />

zijn.<br />

Materialen<br />

• Pen Satéprikkers<br />

• Velletjes A-4 Elastiekjes<br />

• Schaar<br />

• Lijm<br />

• 2 boeken of blokken<br />

• Liniaal<br />

• Potlood<br />

…. de oudste boogbrug in<br />

Turkije staat. Hij is 3000<br />

jaar oud!<br />

De opdracht:<br />

Je gaat proberen een stevige brug te maken. Eerst van papier en<br />

dan van satéprikkers.<br />

De eisen:<br />

• Brug 1 is gelukt als hij niet doorhangt, maar mooi recht<br />

tussen de twee boeken blijft liggen.<br />

• Brug 2 is gelukt als het gewicht van je schoen blijft<br />

hangen zonder dat de brug kapot gaat of doorhangt.<br />

Stappenplan:<br />

Brug 1:<br />

o Stap 1: maak een ontwerp van een brug en bouw deze<br />

brug, je mag vier blaadjes A-4 papier gebruiken.<br />

o Stap 2: je mag vouwen, knippen en plakken. Maak de brug<br />

zo als lang mogelijk.<br />

o Stap 3: probeer verschillende profielen uit. Welke is het<br />

sterkst? Zie achterkant.<br />

o Stap 4: je mag de uiteinden niet vastmaken of<br />

vasthouden.<br />

o Stap 5: meet hoe ver je bent gekomen.<br />

o Stap 6: beantwoord de vragen op de achterkant.<br />

Brug 2:<br />

o Stap 1: maak driehoeken van satéprikkers en elastiekjes<br />

o Stap 2: maak daarna een paar driehoeken aan elkaar vast.<br />

Lukt dit?<br />

o Stap 3: bedenk nu hoe je een stevige brug kunt maken.<br />

o Stap 4: maak een brug van minstens 60cm tussen twee<br />

tafels. Hang in het midden een gewicht of hang er je<br />

schoen aan.<br />

o Stap 5: is je brug sterk genoeg?


Oude en nieuwe bruggen<br />

Mensen bouwen al bruggen sinds<br />

het Stenen Tijdperk. Eerst<br />

werden er boomstammen gebruikt.<br />

Later bouwde men bruggen met<br />

houten balken. De Romeinen<br />

bouwden stenen boogbruggen. Veel<br />

later ging men stalen balken<br />

gebruiken. Staal is heel sterk.<br />

Over deze bruggen konden treinen<br />

en andere zware voertuigen rijden.<br />

Toen pas rekende men nauwkeurig<br />

hoe sterk een brug moest zijn.<br />

voor stalen balken moest men veel<br />

betalen. Het was dus belangrijk<br />

precies te weten hoeveel balken er<br />

nodig waren.<br />

Niet zwaar en toch sterk<br />

Zware bruggen moeten op een<br />

stevige ondergrond steunen. In<br />

Nederland is de grond niet erg<br />

stevig. Daarom moet een brug niet<br />

te zwaar zijn en toch sterk. Bij<br />

stalen bruggen gebruikt men voor<br />

de stevigheid stalen profielen. Een<br />

profiel wordt gemaakt door een<br />

staalplaat te vouwen in<br />

bijvoorbeeld een u-vorm. De<br />

profielen worden in driehoekige<br />

vormen aan elkaar vastgemaakt.<br />

Soms zie je dat er kabels zijn<br />

gebruikt om een brug te steunen.<br />

Leefwereld groep 6, les 3<br />

Maken:<br />

Dit zijn veel gebruikte profielen:<br />

Hier zie je verschillende profielen. Een profiel is de vorm van een buis zoals je hierboven ziet.<br />

Verbeteren:<br />

Hoe lang is je brug?<br />

Is de brug stevig genoeg? Hangt de brug niet door?<br />

Welk profiel is het stevigst?<br />

Wat heb je ontdekt?<br />

Nabespreking:<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: De wereldreis<br />

Groep: 7/8 korte opdracht<br />

Veel mensen gaan op reis met de auto. Dan<br />

kom je wel eens een brug tegen. Met deze<br />

kaart ga je de brug van dichtbij<br />

onderzoeken. Hoe zit een brug in elkaar?<br />

Materialen<br />

• Werkblad ‘de brug’ Papier<br />

• Planformulier …<br />

• Splitpennen<br />

• Grote en kleine rietjes<br />

• 5 speelgoedautootjes<br />

…. mensen al bruggen<br />

bouwden in het Stenen<br />

Tijdperk?!<br />

De opdracht<br />

Jullie gaan een stevige brug ontwerpen en nabouwen.<br />

De eisen<br />

• De afstand van 50 cm tussen twee tafels overbruggen.<br />

• De brug moet sterk genoeg zijn om 5 speelgoedautootjes<br />

op te laten rijden.<br />

Stappenplan<br />

o Stap 1: om meer te weten te komen over de brug,<br />

gaan<br />

jullie eerst het bijbehorende werkblad maken.<br />

o Stap 2: Voordat je de brug gaat maken, moeten jullie een<br />

ontwerp maken. (zie achterzijde) ⇒<br />

o Stap 3: om goed aan het werk te gaan, is het verstandig<br />

jullie werkwijze te bespreken. Gebruik hiervoor het<br />

planformulier.<br />

o Stap 4: jullie hebben nu een ontwerp en een plan gemaakt<br />

om een brug te maken. Laat dit nakijken door je docent.<br />

o Stap 5: jullie kunnen aan de slag met jullie ontwerp!<br />

o Stap 6: als jullie brug af is, is de tijd om te testen. ⇒


De eerste bruggen<br />

Aan de oudste bruggen kwamen<br />

geen mensenhanden te pas. Deze<br />

bruggen werden door de natuur<br />

gevormd; omgevallen bomen of<br />

uitgesleten steen zorgden voor een<br />

verbinding tussen twee oevers.<br />

Nadeel van deze bruggen was dat<br />

ze bij stijgend water weer<br />

wegspoelden. Zo ontstond de<br />

behoefte om bruggen te maken.<br />

Dat was niet zo eenvoudig omdat<br />

langere verbindingen al snel<br />

doorbuigen onder hun eigen<br />

gewicht en uiteindelijk breken.<br />

Meer dan een verbinding…<br />

Bruggen zorgen ervoor dat je met<br />

droge voeten over het water komt<br />

of een hindernis kunt oversteken.<br />

Maar bruggen zijn mèèr dan alleen<br />

een verbinding. Bruggen zijn<br />

bouwwerken met een grote<br />

symbolische betekenis, ze hebben<br />

nog iets extra's te bieden. Bruggen<br />

verbinden ook volkeren met elkaar.<br />

Zo verbond de brug in Mostar<br />

(Joegoslavië) eeuwenlang het<br />

Christelijke en het Islamitische<br />

deel met elkaar. Andere bruggen<br />

staan juist symbool voor eenheid<br />

en macht, zoals de Karelsbrug in<br />

Praag.<br />

Ontwerpen: stap 2<br />

o Bedenk wat voor soort brug jullie gaan maken.<br />

o Denk na welke constructie nodig is om de brug stevig genoeg te maken.<br />

o Maak een schets van jullie ontwerp(en) van een brug en denk hierbij aan de eisen.<br />

Testen: Stap 6<br />

o Zet twee tafels 50 cm uit elkaar. Leg nu de uiteinden van de brug op de tafels. Is de brug lang genoeg?<br />

o Pak een autootje en laat hem over de brug rijden. Kan het autootje er gemakkelijk overheen?<br />

o Zet 5 speelgoedautootjes op de brug. Is de constructie stevig? Waarom wel of niet?<br />

Schrijf jullie bevindingen op.<br />

Uitdaging:<br />

Met welk beschikbaar materiaal kun je de brug stevig genoeg maken, zodat er 8 of 10 speelgoedautootjes op een<br />

zelfgemaakte brug kunnen rijden? Probeer het eens uit!<br />

Nabespreking:<br />

- Wat vinden jullie van het<br />

werkblad en het planformulier?<br />

- Gaf het jullie ondersteuning?<br />

- Wat heb je geleerd?


Bruggen onder de loep<br />

Nederland is vol met rivieren. Om de rivier te kunnen oversteken bouwt men<br />

bruggen. Dan hoef je niet op een veerbootje te wachten!<br />

1) Welke bruggen ken je?<br />

De meeste materialen zijn te zwak om de overkant van een rivier, kanaal of dal in<br />

één keer te halen. Daarom moet je eerst bedenken hoe de brug op de beste manier<br />

de overkant kan halen.<br />

2) Hier zie je voorbeelden van verschillende soorten brugconstructies.<br />

Welke zijn dit? Je kunt kiezen uit vakwerkbrug, hangbrug, boogbrug, tuibrug en<br />

balkbrug.


3) Waar zijn de bruggen vooral van gemaakt?<br />

4) Hoe worden de onderdelen van een brug aan elkaar vastgemaakt?<br />

Stevigheid<br />

5) Welke constructie(s) kun je goed gebruiken voor het maken van lange bruggen?<br />

Zet een kruisje in de kolom. Leg uit waarom jij dat denkt.


6) Een brug moet stevig genoeg zijn en toch licht. Door het constructiemateriaal<br />

bepaalde vormen te geven, kunnen sterke en toch lichte constructies gemaakt<br />

worden. Welke profielen lijken je sterker? (Zet een kruisje). En welke zou je kunnen<br />

gebruiken om een brug te kunnen versterken? Denk bijvoorbeeld aan de pilaren en<br />

hoe het wegdenk ondersteund wordt.<br />

Jullie zijn nu meer te weten gekomen over de verschillende bruggen en hun<br />

stevigheid.<br />

Succes met de opdracht!


Het doel is:<br />

Ik maak een…./ wij maken een…<br />

Gereedschap:<br />

Ik/wij heb(ben) het volgende gereedschap nodig:<br />

De informatiebronnen zijn:<br />

Planformulier<br />

Materiaal:<br />

Ik/wij heb(ben) de volgende materialen nodig:<br />

De aanpak (hoe ga ik/gaan wij te werk…)<br />

Stap 1:<br />

Stap 2:<br />

Stap 3:<br />

Stap 4:


Deelgebied: Constructie<br />

Thema: De wereldreis Leerlijn:tenten bouwen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan verschillende<br />

soorten tenten bekijken. Hoe<br />

zijn deze gebouwd? Hoe zijn<br />

de stokken met elkaar<br />

verbonden? Van welk<br />

materiaal is een tent<br />

opgebouwd?<br />

De lln gaan een koepeltentje<br />

opzetten.<br />

Doel - De lln hebben ervaren wat er<br />

bij komt kijken om een tent op<br />

te bouwen.<br />

- De lln krijgen inzicht in de<br />

verschillende<br />

constructiemogelijkheden van<br />

een tent.<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Constructie: de lln ervaren het<br />

verband dat veel gebruikt wordt<br />

bij de bouw van een tent. Ze<br />

weten hoe het opgebouwd is<br />

en kunnen er zelf ook mee<br />

werken.<br />

Tekenen op schaal: Wereld in<br />

het klein. Kaart 14: je<br />

klaslokaal in het klein.<br />

Andere vakken Rekenen: ruimtelijk inzicht<br />

Filmpjes - -<br />

Bronnen www.aktietent.nl<br />

www.hiking-site.nl<br />

De lln gaan een ontwerp op<br />

schaal maken van een<br />

indianentent. Dit gaan ze dan<br />

na bouwen met materialen, die<br />

op de kaart staan vermeldt.<br />

- De lln hebben ervaren wat er<br />

bij komt kijken om een tent op<br />

te bouwen.<br />

- De lln ontdekken bij het<br />

maken van een<br />

ontwerptekening op schaal om<br />

nauwkeurig te werken<br />

- De lln ervaren dat je het<br />

ontwerp uit kunt werken tot een<br />

driedimensionaal bouwwerk.<br />

Constructie: de lln ervaren het<br />

verband dat veel gebruikt wordt<br />

bij de bouw van een tent. Ze<br />

weten hoe het opgebouwd is<br />

en kunnen er zelf ook mee<br />

werken.<br />

Tekenen op schaal: Wereld in<br />

het klein. Kaart 10: de school in<br />

het klein<br />

Rekenen: tekenen op schaal.<br />

Methode Malmberg Techniek<br />

Pluspunt


Thema: De wereldreis<br />

Groep: 5/6 Lange opdracht<br />

Kamperen is best leuk! Misschien doen jullie dat<br />

ieder jaar met je ouders. Maar voordat de<br />

vakantie dan echt begint moeten jullie eerst de<br />

tent nog opzetten! Dat is vaak geen makkelijke<br />

klus!<br />

Met deze kaart gaan jullie<br />

verschillende tenten bekijken en een echte tent<br />

Materialen<br />

• Stencil met plaatjes van verschillende tenten.<br />

• Een echt koepeltentje met alles wat erbij hoort.<br />

• Pen.<br />

• Papier.<br />

…. je alle tenten kunt<br />

sorteren onder 3 soorten?<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan eerst kijken naar verschillende tenten. Die zijn er<br />

namelijk in allerlei verschillende vormen en soorten. Daarna gaan<br />

jullie zelf een kleine koepeltent opzetten. Zijn jullie goede<br />

kampeerders?<br />

De eisen:<br />

• Het koepeltentje moet opgezet worden, waarbij jullie alle<br />

onderdelen moeten gebruiken. Behalve de haringen als<br />

jullie geen stukje grond hebben om de tent op vast te<br />

zetten.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: Pak de stencil met de plaatjes van de tenten.<br />

o Stap 2: Beantwoord de volgende vragen op papier:<br />

- In welke vormen worden de stokken voornamelijk met elkaar<br />

verbonden? Alle tenten hebben namelijk een andere vorm.<br />

Jullie mogen het ook tekenen op de achterkant.<br />

- Van welk materiaal is de tent gemaakt?<br />

o Stap 3: Pak het koepeltentje. Er zit een<br />

gebruiksaanwijzing bij.<br />

o Stap 4: Zet het tentje op met behulp van de<br />

gebruiksaanwijzing. Probeer het zonder de hulp van een<br />

volwassenen te doen.<br />

o Stap 5: Als het kan mogen jullie het tentje op een<br />

grasveldje met haringen in de grond vastzetten.<br />

o Stap 6: Als het tentje klaar is, laat het dan zien aan de<br />

juf of meester.


Tenten<br />

Er zijn in het algemeen 3<br />

tentvormen te onderscheiden:<br />

- de bungalowtent<br />

- de noktent<br />

- de boogtent<br />

De meeste tenten bestaan uit een<br />

buiten- en één of meer<br />

binnententen. De binnentent is<br />

doorgaans het slaapvertrek. De<br />

buitentent vormt de bescherming<br />

tegen wind en regen.<br />

Stevigheid in je lijf!<br />

Een tent maak je stevig door<br />

buizen, maar je lichaam wordt<br />

stevig door je botten! Stel je maar<br />

eens voor zonder botten…<br />

De botten in je armen en benen,<br />

noemen we pijpbeenderen. Ze<br />

hebben een dikke laag bot aan de<br />

buitenkant, en zijn hol aan de<br />

binnenkant. De dikke laag bot<br />

zorgt ervoor dat het bot heel<br />

stevig is. Maar doordat het bot<br />

tegelijkertijd hol is, is het niet al<br />

te zwaar. Als je botten massief<br />

zouden zijn, zou je heel wat meer<br />

moeite hebben met bewegen!<br />

Themakaarten <strong>techniek</strong> Malmberg<br />

Maken:<br />

Bijvoorbeeld: Volg de stappen op de gebruiksaanwijzingen goed!<br />

Verbeteren:<br />

Blijft de tent staan zoals op de afbeelding? Heb je alle onderdelen gebruikt? Heeft de juf of meester het gezien?<br />

Als het is goedgekeurd mag je de tent weer afbreken en alles weer netjes opruimen.<br />

Was de gebruiksaanwijzing duidelijk of missen jullie iets? Schrijf dat op.<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Thema: De wereldreis<br />

Groep: 7/8 Lange opdracht<br />

Aan een tent die je meeneemt op vakantie,<br />

worden heel wat eisen gesteld. Allereerst<br />

moet hij niet al te zwaar zijn. Verder moet je<br />

hem als een klein pakketje kunnen vervoeren.<br />

En eenmaal opgezet, moet hij stevig zijn, en<br />

regen kunnen weerstaan.<br />

Materialen<br />

• 5 kranten Potlood<br />

• 1 rol plakband Liniaal<br />

• Rolmaat of meetlint Schaar<br />

• Een aantal stevige takken ruitjespapier<br />

…. De tent van een<br />

indianenstam een tipi of<br />

wigwam genoemd wordt?!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan nu zelf een stevige tent ontwerpen.<br />

Jullie maken een schets met potlood en liniaal op tekenpapier.<br />

De eisen<br />

• De tent is minstens 1 meter hoog.<br />

• Jullie mogen alleen de materialen gebruiken die je<br />

hiernaast ziet staan.<br />

• De tent mag niet instorten.<br />

• Jullie mag mogen de tent niet vastmaken aan de vloer, de<br />

muur of het plafond.<br />

• Er moet één persoon in kunnen zitten.<br />

Stappenplan<br />

o Stap 1: Neem de materialen voor jullie. Bekijk hoe jullie<br />

de tent in elkaar kunt zetten.<br />

o Stap 2: Maak een schets op ruitjespapier. Geef in de<br />

tekening aan hoe jullie de verschillende onderdelen met<br />

elkaar gaan verbinden. (zie achterkant)<br />

o Stap 3: Laat de tekening zien aan de leerkracht voor<br />

goedkeuring.<br />

o Stap 4: Nu mogen jullie de tent maken!<br />

o Stap 5: Tent klaar; Kan één van jullie er nu in zitten?<br />

o Stap 6: De leerkracht gaat nu samen met jullie de tent<br />

testen.<br />

o Stap 7: Eventueel kun je het ontwerp/tent verbeteren.


Tenten<br />

Er zijn in het algemeen 3<br />

tentvormen te onderscheiden:<br />

- de bungalowtent<br />

- de noktent<br />

- de boogtent<br />

De meeste tenten bestaan uit een<br />

buiten- en één of meer<br />

binnententen. De binnentent is<br />

doorgaans het slaapvertrek. De<br />

buitentent vormt de bescherming<br />

tegen wind en regen.<br />

Stevigheid in je lijf!<br />

Een tent maak je stevig door<br />

buizen, maar je lichaam wordt<br />

stevig door je botten! Stel je maar<br />

eens voor zonder botten…<br />

De botten in je armen en benen,<br />

noemen we pijpbeenderen. Ze<br />

hebben een dikke laag bot aan de<br />

buitenkant, en zijn hol aan de<br />

binnenkant. De dikke laag bot<br />

zorgt ervoor dat het bot heel<br />

stevig is. Maar doordat het bot<br />

tegelijkertijd hol is, is het niet al<br />

te zwaar. Als je botten massief<br />

zouden zijn, zou je heel wat meer<br />

moeite hebben met bewegen!<br />

De tent schetsen<br />

- Probeer eens wat uit om te kijken welke onderdelen bij elkaar horen.<br />

- Teken de materialen op schaal op het papier. Dus zorg ervoor dat bijvoorbeeld het getekende<br />

krantenpapier groter is dan de getekende plakband.<br />

- Neem bijvoorbeeld schaal 1: 0,05 meter. Dat betekent dat 1 m in werkelijkheid, je kunt tekenen als 0,05<br />

m, oftewel 5 cm op papier.<br />

- Tijdens het schetsen moeten ook de eisen duidelijk zichtbaar zijn. Je kunt bij de schets ook krabbels<br />

zetten, die bijvoorbeeld de lengte aangeven.<br />

Succes!<br />

Testen<br />

Als de tent klaar is, gaat je leerkracht samen met jou testen of de tent aan de gestelde eisen voldoet:<br />

- Is de tent minimaal 1 meter hoog?<br />

- Heb je de materialen juist gebruikt?<br />

- Is de tent stevig en staat hij helemaal op zichzelf?<br />

- Kan er één persoon in de tent zitten?<br />

Verbeteren<br />

Je ontwerp is goed gelukt als je tent aan al deze eisen voldoet en als het lukt om er in te zitten. Als de tent nog<br />

niet voldoet aan één of meerdere eisen, kun je het ontwerp gaan verbeteren.<br />

Nabespreking:<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: transport<br />

Thema: De wereldreis Leerlijn:de bouw van een vliegtuig<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan een<br />

zweefvliegtuigje vouwen en<br />

maken kennis met de<br />

begrippen ‘stroomlijn’ en<br />

‘balans’. De lln ontwerpen een<br />

propeller.<br />

Doel - De lln weten na het maken<br />

van deze kaart dat de vorm en<br />

het gewicht van invloed zijn op<br />

het vliegen.<br />

- De lln maken kennis met de<br />

begrippen ‘stroomlijn’ en<br />

‘balans’.<br />

- De lln ontdekken dat de vorm<br />

van een propeller de snelheid<br />

bepaald.<br />

- De lln weten dat bij het<br />

vliegen van een vliegtuig de<br />

bewegende lucht een heel<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

belangrijk onderdeel is.<br />

Transport: de lln ervaren niet<br />

alleen dat onze wereld niet<br />

meer zonder vliegtuigen kan.<br />

Maar ook dat het verplaatsen<br />

van lucht een voorwerp kan<br />

laten vliegen.<br />

Thema: reizen. Kaart 15,<br />

waarom reizen mensen<br />

zoveel?<br />

Andere vakken<br />

Filmpjes www.schooltv.nl/beeldbank/po<br />

Zoekwoord: vliegtuigen,<br />

filmpje: vliegtuigen hoe worden<br />

ze gemaakt.


Bronnen www.telecomwereld.nl<br />

Leefwereld groep 6 les 15


Thema: De wereldreis<br />

Groep: 5/6 korte opdracht<br />

Vliegen is een kunst! Bedenk je eens dat een<br />

‘loodzwaar’ vliegtuig echt in de lucht hangt? Met<br />

deze kaart leer je iets over de vliegkunst van een<br />

zweefvliegtuig en je ontwerpt je eigen propeller.<br />

Materialen:<br />

• Pen, potlood<br />

• Vouwblaadjes (vouwkarton: 16 X 16 cm)<br />

• Schaar Prikpen<br />

• Paperclips Rietje<br />

• Karton Lijm<br />

• Schaar 2m nylondraad<br />

• Meetlint Elastiek<br />

…. je dat een ballon het<br />

allereerste vliegende<br />

voorwerp is?<br />

De opdracht:<br />

Je gaat eerst een zweefvliegtuigje maken en ondervinden waarom<br />

‘stroomlijn’ en ‘balans’ zo belangrijk zijn. Vervolgens ga je je eigen<br />

propeller ontwerpen en bouwen.<br />

De eisen:<br />

• Het zweefvliegtuigje moet een aardige afstand kunnen<br />

overbruggen.<br />

• Het zweefvliegtuigje moet in ‘balans’ zijn.<br />

• De propeller werkt goed als hij zijn weg van boven naar<br />

beneden volgt zonder te stoppen.<br />

Stappenplan:<br />

Zweefvliegtuigje:<br />

o Stap 1: ontwerp je eigen zweefvliegtuigje.<br />

o Stap 2: bouw je eigen ontwerp van papier.<br />

o Stap 3: bouw nu ook het vliegtuig zoals op de achterkant<br />

getekend. ⇒<br />

o Stap 4: vouw eerst het papier doormidden.<br />

o Stap 5: teken het vliegtuig erop en knip daarna uit: eerst<br />

de neus, dan de vleugels, daarna de romp, en tot slot de<br />

staartvleugels<br />

o Stap 6: vouw het vliegtuigje nu in het goede model.<br />

Op de achterkant vind je plaatjes van deze stappen. ⇒<br />

o Stap 7: doe de test op de achterkant met beide<br />

vliegtuigen. ⇒<br />

Propeller:<br />

o Stap 8: neem het stencil met het werkplan van de<br />

propeller en volg de stappen die daarop beschreven zijn.


Vliegtuigen bouwen<br />

Meer dan honderd jaar geleden<br />

bouwden de broers Wright een<br />

vliegtuig met motor en propeller.<br />

Dit vliegtuig vloog maar een klein<br />

stukje. De uitdaging was nu om zo<br />

lang mogelijk in de lucht te blijven.<br />

Het bleek dat bij een hoge<br />

snelheid een vliegtuig beter te<br />

besturen was. Om een vliegtuig<br />

sneller te laten vliegen werd de<br />

vorm gladder. Het kreeg op die<br />

manier een betere stroomlijn.<br />

Voor het evenwicht van het<br />

vliegtuig was het ook belangrijk de<br />

vleugels op de goede plek aan het<br />

vliegtuig vast te maken. Hierdoor<br />

schommelde het vliegtuig minder.<br />

Opstijgen en vliegen<br />

De vleugels van een vogels zijn een<br />

beetje bol. Dit zie j ook bij de<br />

bovenkant van de vleugels van een<br />

vliegtuig. Als een vliegtuig<br />

opstijgt, stroomt de lucht langs de<br />

vleugels. De lucht legt door de<br />

bolle vorm aan de bovenkant een<br />

langere weg af. Hierdoor wordt de<br />

lucht dunner. De lucht onder de<br />

vleugel drukt nu harder dan de<br />

lucht boven de vleugel. Het<br />

vliegtuig stijgt daardoor op.<br />

Leefwereld groep 6, les 15<br />

Maken:<br />

Stap 3:<br />

Testen:<br />

Laat het vliegtuigje vliegen.<br />

Bevestig een paperclip aan de neus. Vliegt het nu beter?<br />

Breng nog een paperclip aan. Vliegt het nu beter?<br />

Wat zou er gebeuren als je de paperclip ergens anders aan het vliegtuig maakt? Probeer dit uit.<br />

Kun je uitleggen waarom er dan iets gebeurt?<br />

Uitdaging:<br />

Doe een wedstrijd, welk vliegtuig komt het verst?<br />

Kun je ook een eigen propeller ontwerpen?<br />

Nabespreking:<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: Communicatie<br />

Thema: De wereldreis Leerlijn: beelden/objecten overbrengen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln maken een eigen<br />

camera. De lln maken<br />

voorspellingen a.d.h.v. vragen<br />

en experimenteert met de<br />

gemaakte camera.<br />

Doel - De lln maken kennis met de<br />

werking van een camera.<br />

- De lln leren vooraf strategisch<br />

te denken over vragen, om<br />

vervolgens hun antwoord te<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

vergelijken met de praktijk.<br />

Communicatie: De lln ervaren<br />

hoe beelden vastgelegd<br />

kunnen worden voor later.<br />

-<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

- Hoe wordt een foto gemaakt?<br />

Bron: Malmberg <strong>techniek</strong>


Thema: De wereldreis<br />

Groep: 7/8 korte opdracht<br />

Veel mensen maken foto’s als ze op vakantie<br />

zijn. Zo heb je een mooie herinnering als je<br />

weer thuis bent. En je kunt aan anderen laten<br />

zien waar je geweest bent.<br />

Materialen<br />

• Keukenrol Dun elastiekje<br />

• Wc-rol Punaise<br />

• Overtrekpapier Schaar<br />

• Aluminiumfolie Liniaal<br />

• Plakband Potlood<br />

…. de camera zijn grootste<br />

succes had tijdens de<br />

renaissance?!<br />

De opdracht<br />

Jij gaat nu een simpele camera bouwen waarmee je mooie plaatjes<br />

kunt maken. Nadat je de camera gebouwd hebt, ga je<br />

onderzoeken hoe hij werkt.<br />

De eisen<br />

• Je kunt de proefjes verklaren en uitleggen<br />

Stappenplan<br />

o Stap 1: allereerst ga je een camera maken.<br />

Knip een stuk overtrekpapier uit en plak dit met plakband<br />

strak over één opening van de wc-rol. Het is belangrijk<br />

dat het papier de opening helemaal bedekt.<br />

o Stap 2: neem de keukenrol en een stukje aluminiumfolie<br />

van ongeveer 10 bij 10 cm.<br />

Span het stukje aluminiumfolie over een opening van de<br />

keukenrol, en klem het vast met een elastiekje. In het<br />

midden van de folie prik je een gaatje met een punaise.<br />

o Stap 3: schuif de wc-rol, met de kant van het<br />

overtrekpapier naar voren, in de keukenrol.<br />

Je camera is klaar!<br />

o Stap 4: je gaat nu experimenteren met de camera.<br />

Bekijk nu de vragen bij op de achterkant bij de<br />

voorspellingen. ⇒<br />

o Stap 5: nu is de tijd om je camera te gebruiken. ⇒


Je oog is ook een soort camera!<br />

De camera die je hebt gemaakt,<br />

kun je vergelijken met je oog. Je<br />

oog is ook een soort ‘donkere doos’<br />

met een klein gaatje erin, je pupil.<br />

Op de plaats van het<br />

overtrekpapier zit in je oog het<br />

netvlies. Hierop wordt het beeld<br />

geprojecteerd. Ondersteboven, net<br />

als bij de camera. Je hersenen<br />

zorgen ervoor dat je de wereld<br />

toch niet op z’n kop ziet.<br />

Het gaatje in je oog, de pupil kan<br />

groter en kleiner worden gemaakt<br />

door de iris. Als de kringspieren<br />

van de iris zich samentrekken,<br />

wordt de pupil kleiner. Als ze zich<br />

ontspannen wordt de pupil groter.<br />

Als er veel licht op het oog valt,<br />

wordt de pupil kleiner om<br />

overbelasting van het oog te<br />

voorkomen. Als er weinig licht op<br />

het oog valt, dan wordt de pupil<br />

groter om toch nog zoveel mogelijk<br />

licht op te vangen.<br />

In een fototoestel zit een<br />

mechanisme dat het gaatje in de<br />

camera, bij de lens, groter en<br />

kleiner kan maken.<br />

Voorspelling<br />

Beantwoord de volgende antwoorden, voordat je gaat experimenteren.<br />

1. Hoe denk je dat een camera werkt?<br />

2. Hoe kun je het beeld scherp krijgen?<br />

3. Wat denk je dat er gebeurt als je het gaatje in het aluminiumfolie groter maakt?<br />

Testen<br />

Je gaat nu met je camera verschillende proefjes doen. Ga naar buiten voor de beste resultaten. Je camera werkt<br />

het beste in het volle daglicht. Neem een potlood mee.<br />

o Schuif de wc-rol zover mogelijk uit, zonder hem uit de keukenrol te halen. Kijk door de wc-rol naar een<br />

voorwerp dat goed in het licht staat. Schuif de wc-rol nu langzaam in de keukenrol, totdat je een scherp<br />

beeld ziet. Hoe zie je het voorwerp?<br />

o Nu maak je het gaatje in het aluminiumfolie groter met de punt van je potlood. Druk het potlood voorzichtig<br />

in de folie. Kijk nu nog eens door je camera. Wat is er veranderde aan het beeld?<br />

Vergelijk de uitkomsten van de proefjes met de voorspellingen die je hebt gemaakt. Zijn er grote verschillen of<br />

kloppen je eigen voorspellingen?<br />

Probeer beide proefjes te verklaren.<br />

Nabespreking:<br />

- Waarom is het leerzaam om<br />

eerst voorspellingen te doen?<br />

- Wat was nieuw voor je?


Thema 8: Het concert<br />

Nummer + titel werkvorm<br />

Kaarten groep 5/6<br />

Eindproduct Kerndoel Domein<br />

1. Maestro, muziek! Duo Een<br />

42 Transport,<br />

snaarinstrument<br />

communicatie<br />

2. Geluiden….. Duo Proefjes 42 Transport,<br />

communicatie<br />

Kaarten groep 7/8<br />

1.<br />

2.<br />

3. Dansen Individueel Een bewegende 42 Transport,<br />

danseres<br />

communicatie<br />

4. Spotlights Individueel Een spotlight 42 Transport,<br />

communicatie<br />

Materialen thema (suggesties)<br />

- Informatieboeken over o.a. concerten, theater, zingen, geluid, licht.<br />

- Filmpjes (zie leerlijnen)<br />

- Informatieve sites noteren over de onderwerpen van de kaarten.<br />

Introductie thema (suggesties):<br />

Video over het theater.<br />

Praatplaat<br />

Een excursie naar een theater, toneel, of dergelijke.<br />

Een persoon uit de beroepspraktijk uitnodigen die kan vertellen over de technische<br />

kant van een concert.<br />

Afsluiting thema (suggesties):<br />

Presentaties houden over de eindproducten van de kinderen<br />

Een markt organiseren waarin ze hun technische producten kunnen demonstreren<br />

aan andere klassen, ouders, etc.<br />

Klassikaal een kleinschalig concert ontwerpen en bouwen, de klas omtoveren tot een<br />

concertzaal. Hierin kunnen verschillende werkgroepen/teams werken. Bijvoorbeeld<br />

een groep kinderen zijn de lichttechnicus, een groep kinderen zijn de geluidsmannen,<br />

een groep kinderen zijn dansers en anderen zingen


Deelgebied: Transport<br />

Thema: het concert Leerlijn: geluid in zichtbare trillingen<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln onderzoeken hoe de<br />

trillingen van een ‘snaar’ geluid<br />

maakt en hoe ze dat kunnen<br />

verlagen of verhogen. De<br />

kinderen maken hun eigen<br />

klankkast.<br />

Doel - De lln kunnen uitleggen dat<br />

geluid een trilling van lucht is<br />

en ze kunnen die trilling<br />

zichtbaar maken.<br />

- De lln weten dat geluid van<br />

een snaar hoger wordt<br />

narmate die strakker<br />

gespannen is.<br />

- De lln weten dat het geluid<br />

(de trilling van een snaar)<br />

versterkt wordt door een<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

klankkast.<br />

Transport: de lln ervaren dat<br />

geluiden overal aanwezig zijn<br />

en dat elk geluid een trilling is<br />

van lucht. Via een elastiekje of<br />

een snaar kunnen ze die trilling<br />

zichtbaar maken.<br />

Thema: Wereld in het klein,<br />

kaart10, Je oor:klein maar fijn.<br />

Andere vakken Muzieklessen met gebruik van<br />

instrumenten.<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord: geluid, filmpje:<br />

geluid hoor je met je oren.


Bron: www.natuurkunde.nl<br />

www.wikibooks.org<br />

‘Leefwereld’ groep 6, les 22


Thema: Het concert<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Geluiden zijn vanzelfsprekend. Bijna iedereen kan<br />

ze horen. Behalve dove en slechthorende<br />

mensen. Geluiden zijn trillingen in de lucht. Met<br />

een muziekinstrument maak je voortdurend<br />

trillingen in de lucht die mooi klinken. Met deze<br />

kaart gaan jullie een snaarinstrument maken.<br />

Materialen<br />

• Een elastiekje Hamer<br />

• Een doosje (luciferdoosje) en een potje Verf en kwasten<br />

• Pen en werkblad Houtlijm<br />

• Houten onderdelen voor de klankkast Oogjes<br />

• Kleine spijkers Snaren/ nylondraad<br />

•<br />

…..geluid via trillingen in de<br />

lucht de trommelvliezen in je<br />

oor doen trillen? Deze geven<br />

een seintje aan je hersenen.<br />

Hierdoor hoor jij geluid!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan eerst onderzoeken hoe het maken van trillingen met<br />

een snaar werkt en hoe je dit geluid kunt veranderen. Daarna<br />

maak jullie je eigen snaarinstrument.<br />

De eisen:<br />

• De klankkast is goed als het een holle kast is met een gat<br />

aan de bovenkant.<br />

• De snaren moeten goed gespannen zijn.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: pak het bijbehorende werkblad en maak de<br />

opdrachten. Jullie onderzoeken hoe de geluiden van een<br />

snaar veranderd kunnen worden. ⇒<br />

o Stap 2: het luciferdoosje en het potje werkte als een<br />

soort klankkast zoals bij een gitaar of viool. Jullie maken<br />

nu een eigen snaarinstrument. Jullie gaan een klankkast<br />

maken waar snaren op worden spannen.<br />

o Stap 3: maak een ontwerp van jullie eigen klankkast, laat<br />

het aan de juf zien.<br />

o Stap 4: pak alle onderdelen voor de klankkast en zaag<br />

alles op maat. Daarna schuur je alles mooi glad.<br />

o Stap 4: schilder alle onderdelen zoals jij dat mooi vindt.<br />

Het mag in 1 kleur, maar je mag er ook een motief op<br />

maken. Maak voor je gaat schilderen een kleurenontwerp.<br />

o Stap 5: timmer alle onderdelen in elkaar. ⇒<br />

o Stap 6: draai de oogjes aan weerszijde op een vooraf<br />

uitgemeten afstand van het gat. Zet ze ongeveer 2 cm uit<br />

elkaar. 3 oogjes aan elke kant. ⇒<br />

o Stap 7: span de snaren ertussen. Luister hoe ze klinken<br />

en pas ze zo nodig aan. ⇒<br />

o Stap 8: kun je er echt op spelen?


Trillende lucht<br />

Als je praat, trillen je stembanden.<br />

Voel maar aan je keel. Geluid kun je<br />

ook zien. Tokkel maar eens op een<br />

elastiekje.<br />

Als je in je handen klapt, gaan er<br />

luchtdeeltjes trillen. De trilling die<br />

dan ontstaat, verplaatst zich<br />

razendsnel en is zo bij je oor. Het<br />

trommelvlies in je oor gaat<br />

meetrillen met de lucht. In je oor<br />

worden trillingen doorgegeven aan<br />

je hersenen. Pas dan hoor je geluid.<br />

Zonder trommelvlies kun je dus<br />

niks horen.<br />

Verschillende tonen<br />

Er zijn hoge en lage tonen. Als je<br />

op een dun elastiekje tokkelt,<br />

klinkt dat hoger dan bij een dik<br />

elastiek. Een dunne elastiek trilt<br />

sneller. Hoe sneller de trilling, hoe<br />

hoger de toon. Heel hoge tonen<br />

kunnen wij niet horen. Vleermuizen<br />

en dolfijnen kunnen dat wel.<br />

Geluiden kunnen hard en zacht<br />

klinken. Dat noemen we<br />

geluidssterkte. Te harde geluiden<br />

zijn niet goed. Je gehoor kan ervan<br />

beschadigen. Als je te veel naar<br />

erg harde muziek luistert. Loop je<br />

de kans doof te worden.<br />

Leefwereld groep6, les 22<br />

Maken:<br />

Stap 5:<br />

Zijkant<br />

Tip voor het maken van de klankkast:<br />

Jullie gaan de onderdelen eerst lijmen en dan aan elkaar timmeren.<br />

Lijm eerst de voorkant, de achterkant en de zijkanten op de onderkant. Daarna timmer je voor de stevigheid een<br />

aantal spijkertjes erin. Als laatste lijm en timmer je de bovenkant met het gat erop.<br />

Stap 6 en 7 :<br />

* *<br />

* *<br />

* *<br />

bovenkant<br />

voorkant<br />

onderkant<br />

Het spannen van de snaren. Meet goed uit op welke afstand je de<br />

snaren van het gat af zet. Zet ze niet te dicht bij elkaar.<br />

Uitdaging:<br />

Kunnen jullie er iets op spelen? Hoe klinkt het?<br />

achterkant<br />

Zijkant<br />

Nabespreking<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: Transport<br />

Thema: het concert Leerlijn: geluid in zichtbare trillingen 2<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan zes proefjes doen<br />

waarbij ze geluid maken,<br />

horen, zien en voelen. Ze<br />

vullen daarbij werkbladen in.<br />

Dat kunnen voorspellingen zijn:<br />

wat denk je dat er gebeurt?<br />

Maar ook uitleg geven: wat<br />

gebeurt er, wat zie je?<br />

Doel - De lln worden zich bewust<br />

van het zintuig gehoor.<br />

- De lln leren op een speelse<br />

manier dat geluid uit trillingen<br />

bestaat die zich voortplanten<br />

door een medium.<br />

- De lln worden zich bewust<br />

van het verschil tussen hoge<br />

en lage tonen<br />

- De lln komen op een speelse<br />

manier in contact met de<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

wetenschap op de wereld.<br />

Transport: de lln ervaren dat je<br />

geluiden niet alleen kunt horen,<br />

maar ook kunt zien voelen en<br />

maken.<br />

-<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

Andere vakken Muziek lessen met gebruik van<br />

instrumenten.<br />

Filmpjes www.teleblik.nl<br />

Zoekwoord:<br />

Bron: www.vrijwilligerswerkdrenthe.nl<br />

www.proefjes.nl >themales<br />

geluiden<br />

www.home.hetnet.nl/.../geluid


Thema: Het concert<br />

Groep: 5/6 lange opdracht<br />

Geluiden hoor je overal om je heen. Het geluid<br />

van een vlieg die rondvliegt, het geluid van een<br />

zoemende computer. Het is bijna nooit echt stil.<br />

Met deze kaart ga je zes proefjes doen die laten<br />

zien hoe geluid eigenlijk werkt.<br />

Materialen<br />

• Ballonnen Tafels Schaal<br />

• wekker Plastic folie Lucifers<br />

• Touw Schaar Enkele dezelfde glazen<br />

• Lepel en vork Radio Enkele dezelfde wijnglazen<br />

• Rolmaat (centimeter) Rijst Water<br />

•<br />

…..geluid via trillingen in de<br />

lucht de trommelvliezen in je<br />

oor doen trillen? Deze geven<br />

een seintje aan je hersenen.<br />

Hierdoor hoor jij geluid!<br />

De opdracht:<br />

Jullie gaan een aantal proefjes doen. Deze proefjes hebben<br />

allemaal met geluid te maken. Jullie gaan geluid maken, voelen,<br />

horen en zien.<br />

De eisen:<br />

• Jullie voeren alle proefjes uit zoals ze op papier staan.<br />

• Jullie kijken na het doen van de proef pas naar de uitleg.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: pak de werkbladen van de proefjes. Op elk<br />

werkblad staat wat je nodig hebt zet per proefje alle<br />

materialen klaar.<br />

o Stap 2: doe het proefjes: waar is de wekker? En vul het<br />

werkblad in.<br />

o Stap 3: doe het proefje: kriebelend geluid. En vul het<br />

werkblad in.<br />

o Stap 4: doe het proefjes: springerig geluid. En vul het<br />

werkblad in.<br />

o Stap 5: doe het proefje: glazen piano. En vul het werkblad<br />

in.<br />

o Stap 6: doe het proefje: glazen zangeres. En vul het<br />

werkblad in.<br />

o Stap 7: doe het proefje: luisteren naar een lepel. En vul<br />

het werkblad in.<br />

o Stap 8: kijk alle werkbladen na met de antwoordbladen,<br />

als het nodig is doe je het proefje opnieuw als je het niet<br />

begrijpt.


Geluid<br />

Geluid ontstaat doordat een<br />

geluidsbron trillingen veroorzaakt.<br />

Deze trillingen kun je soms voelen.<br />

Houd je hand maar eens tegen een<br />

luidspreker van je radio.<br />

Verplaatsen van geluid<br />

De verplaatsingen van<br />

geluidstrillingen in de lucht kun je<br />

vergelijken met wat er gebeurt als<br />

je een steentje in rustig water<br />

gooit: je ziet golfjes ontstaan.<br />

Deze golfjes verspreiden zich in<br />

cirkelvormige (rond)<br />

golfbewegingen vanaf de plaats<br />

waar de steen in het water is<br />

gevallen. Dicht bij het midden is de<br />

golfbeweging sterk. De<br />

golfbeweging wordt steeds<br />

zwakker naarmate de golfjes<br />

verder van het centrum verwijderd<br />

zijn, totdat ze nauwelijks meer<br />

zichtbaar zijn. Als een geluidsbron<br />

trillingen veroorzaakt, worden<br />

deze ook in alle richtingen<br />

verspreid. Hoe dichter bij de<br />

geluidsbron, hoe sterker de<br />

trillingen zijn en hoe harder het<br />

geluid. Hoe verder je van de<br />

geluidsbron af staat hoe zwakker<br />

de trillingen zijn en hoe zachter<br />

het geluid is.<br />

Natuuronderwijs inzichtelijk<br />

Experimenteren:<br />

Met deze kaart ben je vooral bezig met experimenteren en onderzoeken. Je moet steeds eerst voorspellen wat jij<br />

denkt dat er gaat gebeuren. Daarna mag je pas verder gaan om te kijken wat er echt gebeurt!<br />

Nabespreking<br />

- Hoe ging de samenwerking?<br />

- Was de opdracht duidelijk?<br />

- Wat heb je geleerd?<br />

- Wat vond je moeilijk/makkelijk?


Deelgebied: Transport (magnetisme)<br />

Thema: het concert Leerlijn: beweging met magneten<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln maken een<br />

elektromagneet en laten hierbij<br />

een zelfgemaakte danser(es)<br />

bewegen op de<br />

aantrekkingskracht die de<br />

elektromagneet geeft.<br />

De lln maken een kort verslag<br />

over de werking van de<br />

elektromagneet.<br />

Doel - De lln maken kennis met<br />

elektriciteit en magnetisme.<br />

- De lln leren onderzoek doen<br />

naar de werking van een<br />

elektromagneet.<br />

- De lln kunnen de<br />

eigenschappen van de<br />

elektromagneet toepassen in<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

zijn product.<br />

Transport: de lln ervaren dat de<br />

hoeveelheid elektrische<br />

geleiding te maken heeft met<br />

de sterkte van de<br />

aantrekkingskracht van de<br />

magneet.<br />

Groep 7-8<br />

Thema: Van A tot Z<br />

Kaart 6: De E is van elektriciteit<br />

Groep 5-6<br />

Thema: Vlinders in je buik<br />

Kaart 7: Aantrekken en<br />

afstoten<br />

Groep 7-8:<br />

Thema: Vlinders in je buik<br />

Kaart 11: Vol spanning!


Andere vakken Taal: lessen die betrekking<br />

hebben op het maken van een<br />

kort verslag.<br />

Filmpjes www.teleblik.nl:<br />

www.natuurlijkeenergie.nl<br />

Bron: www.encyclopedoe.nl<br />

www.kinderwebhotel.be<br />

www.flamingomusic.nl


Thema: Het concert<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

Popsterren kunnen vaak goed dansen. Dit moeten<br />

ze leren. Misschien kun je zelf ook wel goed<br />

dansen of vind je het leuk om naar dansende<br />

mensen te kijken? We gaan tijdens deze kaart<br />

een danser(es) beter bekijken.<br />

Materialen 2 Krokodillenklemmen<br />

• 1 Stalen spijker Papier/karton<br />

• Elektrische draad van ± 1meter. Paperclips<br />

• 1 Batterij Schoenendoos<br />

• Striptang IJzerdraad<br />

• Stanleymes Elastiekje<br />

• Schroevendraaier Drukknop<br />

…De tango oorspronkelijk<br />

uit Argentinië komt?!<br />

De opdracht:<br />

Je gaat een bewegende danser(es) maken, waarbij je gaat werken<br />

met elektromagneten. Je kunt zo anderen laten zien hoe jou<br />

danser(es) danst. Misschien leert er iemand nog wat van?!<br />

De eisen:<br />

• De danser(es) moet met een drukschakelaar aan en uit<br />

kunnen worden gezet.<br />

• Je moet wat kunnen vertellen over elektromagneten.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: maak een sterke elektromagneet volgens de<br />

werkwijze op de achterkant. (Belangrijk is het papier<br />

wikkelen om de spijker) ⇒<br />

o Stap 2: Je gaat een danspodium maken van de aangegeven<br />

materialen.<br />

o Stap 3: maak een danser(es) van karton. De armen en<br />

benen maak je van twee in elkaar gehaakte paperclips.<br />

o Stap 4: bevestig een ijzerdraadje aan de zijkant van het<br />

danspodium die omhoog staat, zoals een hengel. Hieraan<br />

bevestig je met het elastiekje de danser(es) tot net<br />

boven het podium.<br />

o Stap 5: maak twee gaatjes bovenaan het podium. Eén<br />

gaatje is bestemd voor de elektromagneet (onder de<br />

danseres). Het tweede gaatje is bestemd voor de<br />

drukknop. Probeer dit te vast te maken aan de onderkant<br />

van het danspodium.<br />

o Stap 6: laat je danser(es) dansen door met de<br />

drukschakelaar de magneet in of uit te schakelen. ⇒<br />

o Stap 7: wat weet je nu? ⇒


Kennis over magneten<br />

Een magneet trekt andere metalen<br />

aan. Een magneet heeft een noord-<br />

en een zuidpool. De magnetische<br />

kracht is op deze polen het<br />

sterkst. Als je twee magneten<br />

hebt en je houdt twee gelijke polen<br />

naar elkaar dan stoten de<br />

magneten elkaar af. Maar als je de<br />

zuidpool van de ene magneet tegen<br />

de noordpool van een andere<br />

magneet legt dan trekken ze elkaar<br />

aan.<br />

Elektromagneten zijn zachte<br />

magneten waarvan de magnetische<br />

veld kan worden versterkt of<br />

verzwakt, afhankelijk van de<br />

hoeveelheid elektrische stroom.<br />

De muziek<br />

In de muziekwereld vinden we de<br />

elektromagneten terug in piano’s,<br />

orgels en instrumenten die<br />

automatisch kunnen worden<br />

bespeeld.<br />

Stap 1: Een elektromagneet met een drukschakelaar maken<br />

Stap 6: Werking<br />

Is het je gelukt om met de drukschakelaar de danser(es) te laten dansen? Zo ja, proficiat!<br />

Lukt het niet? Misschien kun je een leerling vragen om je te helpen.<br />

Kijk goed naar je ontwerp. Zit alles goed aan elkaar verbonden?<br />

Stap 7: Wat weet je nu?<br />

o Hoe kan het dat de danser(es) beweegt door een elektromagneet?<br />

o Kun je aangeven hoe een magneet werkt?<br />

o Waarom moet je een geïsoleerde draad gebruiken?<br />

o Hoe kun je de danser(es) sneller/harder laten bewegen?<br />

Maak een kort verslag van de bovenstaande vragen. Je kunt hiervoor gebruik maken van informatieboeken en<br />

internet (tip: bekijk filmpjes over magneten). Het verslag mag maximaal uit<br />

twee A4 papieren bestaan en er worden een aantal afbeeldingen<br />

toegevoegd dat bij de tekst past.<br />

Nabespreking<br />

- Wat sprak je het meeste aan?<br />

Geef ook de reden aan.<br />

- Hoe vond je het om met<br />

verschillende materialen en<br />

gereedschappen te werken?


Deelgebied: Transport<br />

Thema: het concert Leerlijn: lichtenergie<br />

Groep 1-2 Groep 3-4 Groep 5-6 Groep 7-8<br />

Korte uitleg De lln gaan dieper in op het<br />

licht<strong>techniek</strong> in een theater.<br />

De lln ontwerpen en maken<br />

een eigen spotlight waarmee<br />

ze verschillende testjes<br />

uitvoeren.<br />

Doel - De lln maken een eigen<br />

ontworpen spotlight.<br />

- De lln oefenen de omgang<br />

met verschillende technische<br />

materialen en<br />

gereedschappen.<br />

- De lln oefenen om een<br />

nauwkeurig ontwerp te maken<br />

met duidelijk aangeven<br />

onderdelen.<br />

- De lln kan de spotlight<br />

Kennisgebied/<br />

domeinbeschrijving<br />

Welke lessen uit<br />

Topondernemers.<br />

gebruiken m.b.v. testjes.<br />

Transport: de lln doen ervaring<br />

op met energieomzetting. Er<br />

wordt chemische energie<br />

omgezet naar lichtenergie.<br />

Groep 7-8<br />

Thema: Van A tot Z<br />

Kaart 6: De E is van elektriciteit<br />

Groep 7-8:<br />

Thema: Vlinders in je buik<br />

Kaart 11: Vol spanning!<br />

Andere vakken -<br />

Filmpjes www.teleblik.nl (fragmenten<br />

van het klokhuis)<br />

‘In het theater zit de<br />

lichttechnicus achter in de zaal<br />

(81424)


‘In het theater heb je<br />

verschillende soorten belichten<br />

(81409)<br />

Bron: Methode Leefwereld – groep 7<br />

Les 22 en werkblad 48


Thema: Het concert<br />

Groep: 7/8 lange opdracht<br />

In het theater kijken de mensen vanuit de<br />

donkere zaal naar het verlichte podium.<br />

Gekleurde lichten geven het podium sfeer. Vanuit<br />

de zaal zie je de spotlights meestal niet. Ze zijn<br />

verborgen in de vloer en achter de gordijnen.<br />

Materialen<br />

• 2 wc-rollen (tafel)loep (=lens) Internet<br />

• Fitting schaar planformulier<br />

• Snoertje plakband<br />

• Lampje potlood<br />

• 2 paperclips striptang<br />

• batterij ruitjespapier<br />

… spotlights worden<br />

opgehangen aan trekken in<br />

verschillende hoeken, om<br />

schaduwen te voorkomen?!<br />

De opdracht:<br />

Je gaat een spotlight ontwerpen en maken die je kunt gebruiken<br />

bij een voorstelling op school.<br />

De eisen:<br />

• De spotlight moet je kunnen instellen op scherp en zwak<br />

licht.<br />

Stappenplan:<br />

o Stap 1: bekijk op de computer 1 of 2 filmpjes over de<br />

lichttechnicus in het theater op www.teleblik.nl<br />

of<br />

www.hetklokhuis.nl<br />

o Stap 2: ontwerp een spotlight met alle materialen die<br />

hiernaast vermeld staan op het ruitjespapier. ⇒<br />

Gebruik een planformulier om je werkwijze op te<br />

schrijven.<br />

Als het ontwerp en het planformulier klaar zijn,<br />

laat je de leerkracht alles bekijken. Pas daarna<br />

mag je verder.<br />

o Stap 3: ga de spotlight maken volgens jouw ontwerp.<br />

Kom je problemen tegen, dan ga je eerst je<br />

ontwerp aanpassen. Is jou spotlight gelukt, dan is<br />

het klaar voor gebruik!<br />

o Stap 4: test de spotlight. ⇒


Verschillende kleuren<br />

In het theater speelt het licht een<br />

belangrijke rol. Het licht bepaalt<br />

de sfeer van het decor. Het<br />

kleurgebruik is daarbij van groot<br />

belang. Door middel van<br />

donkerblauwe filters kan<br />

bijvoorbeeld een nachtelijke sfeer<br />

bereikt worden, terwijl zachtgele<br />

filters het veel aannemelijker<br />

maken dat het gespeelde stuk op<br />

een zonnige dag plaatsvindt.<br />

Zonlicht<br />

De zon is eigenlijk een enorm<br />

spotlight! We ervaren zonlicht als<br />

wit licht. Eigenlijk bestaat zonlicht<br />

uit verschillende kleuren licht. Die<br />

kleuren worden zichtbaar als het<br />

‘witte’ licht wordt gebroken door<br />

bijvoorbeeld regendruppels. Je<br />

krijgt dan een regenboog.<br />

Ontwerpen<br />

Het is belangrijk om het ontwerp overzichtelijk te houden. Teken de verschillende onderdelen groot genoeg, zodat<br />

je makkelijker verbindingen of kleinere onderdelen kunt tussenvoegen of aangeven.<br />

Geef met pijlen aan welk onderdelen je getekend hebt.<br />

Probeer eerst dun te schetsen, zodat mogelijke fouten gemakkelijk uit te gummen zijn.<br />

Testen<br />

Doe de verschillende testjes en beantwoord daarna de volgende vragen.<br />

Houd de afstand tussen de lens en de muur steeds gelijk.<br />

1. Maak de lichtvlek (spot) zo klein mogelijk. De spotlights staat nu op scherp. Wat zie je in de lichtvlek?<br />

2. Beweeg het lampje naar de lens toe. Wat zie je?<br />

3. Beweeg het lampje van de les af. Wat valt op?<br />

4. Welke lichtvlek wordt in het theater veel gebruikt en waarom?<br />

5. Stel de lichtvlek op scherp. Maak de afstand tussen de muur en de les nu groter. Wat gebeurt er?<br />

6. Maak de volgende zin af. ‘In een spotlight zit een lens, omdat……’<br />

Uitdaging<br />

Hoe kun je ervoor zorgen dat je verschillende kleuren spotlights krijgt? Probeer eens 3 verschillende kleuren<br />

spotlights te maken. Je kunt de spotlights ophangen in de klas om verschillende sferen in de klas te krijgen.<br />

Nabespreking<br />

- Wat heb je geleerd over<br />

spotlights?<br />

- Heb je tips of aanwijzingen<br />

voor iemand anders die deze<br />

kaart wil doen?

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!